Gerechtigheid

“Eindelijk gerechtigheid!” klonk het hier en daar, toen bekend werd dat de Hoge Raad zich had uitgesproken tegen het gedogen van het vrouwenstandpunt van de SGP door de Nederlandse staat. En hoewel niemand zich voor kon stellen dat vrouwen überhaupt bij de SGP op de kieslijst zouden willen staan, was men het er roerend over eens dat hier iets te vieren viel. Het feminisme had een overwinning behaald en de strijd om vrouwenrechten een belangrijke mijlpaal bereikt. Volgens sommigen had ook de democratie gezegevierd. Twee vrouwen uit de LOVER redactie, elk met een andere gelovige achtergrond, verstoren de feestroes met een aantal kritische kanttekeningen.

De zaak Clara Wichmannfonds vs. de Staat over het gedogen van het vrouwenstandpunt van de SGP sleept zich al jaren voort. Uiteindelijk waren beide partijen in hoger beroep gegaan bij de Hoge Raad. Deze kwam vorige week met een uitspraak waarin beide partijen hun hoger beroep nietig verklaard zien. Het oude standpunt blijft daarmee staan, namelijk dat de Staat in strijd met het VN Vrouwenverdrag handelt door te gedogen dat de SGP geen vrouwen op haar kieslijst toelaat. De rechter draagt de overheid op maatregelen te nemen die ertoe leiden dat de SGP zich in deze aan het gelijkheidsbeginsel gaat houden. De Hoge Raad komt daarin echter de eisende partij niet helemaal tegemoet: van intrekken van de subsidie voor de politieke partij zal waarschijnlijk geen sprake zijn, de rechter achtte zich niet bevoegd dit aan de regering op te leggen. Integendeel, het vonnis spreekt van maatregelen die de SGP zo min mogelijk zullen belemmeren in het uitoefenen van hun functie als politieke partij.

In afwachting van met welke creatieve oplossing de regering in deze netelige kwestie kan komen brandt op sommige plaatsen de discussie los over verdere implicaties van het punt dat gescoord is. Wij geven daartoe onze eigen aftrap op het weblog van LOVER.

Een eerste kritiekpunt betreft het feit dat vrouwen binnen de gemeenschap achter de SGP hierin geen stem hebben gehad. Als het werkelijk om hun rechten te doen was geweest, dan zou dat een ernstige omissie zijn. Hier ligt een parallel met het verwijt dat Ayaan Hirsi Ali indertijd kreeg over haar inspanningen voor de emancipatie van moslimvrouwen, zonder met hen in dialoog te gaan. Als pogingen om een bepaalde groep te “bevrijden” van buitenaf komen, treedt een mechanisme in werking dat een eventueel bestaand emancipatieproces stagneert of zelfs terugdrijft. De solidariteit jegens de eigen groep komt eerst en de reactie op de geboden “bevrijding” zal afwijzend zijn. Dat zien we inderdaad gebeuren in een reactie van twee jonge, actieve vrouwen uit de SGP, die afgelopen maandag in Trouw werd gepubliceerd.

"Maar wat ons vooral stoort, is dat onder het mom van compassie voor ’de onderdrukte SGP-vrouw’ onze zelfredzaamheid in twijfel getrokken wordt. Vrouwen hebben altijd een belangrijke rol gespeeld binnen de SGP. En als wij als SGP-vrouwen meer invloed willen hebben, zijn we mans genoeg dat zelf te bepleiten. Daarnaast is er altijd nog ruimte om zelf een partij op te richten.

Wij zijn twee zelfbewuste en maatschappelijk actieve jonge vrouwen die het Clara Wichmannfonds niet nodig hebben om bevrijd te worden van de ons toegedichte ’onderdrukking’."

We vragen ons dan ook af of de strijd om vrouwenrechten wel de echte drijfveer achter dit proces is geweest of dat het een vlag is om een heel andere lading te dekken. Want wat is nu precies de dreiging van de SGP? Op het geheel gezien mag geconcludeerd worden dat Nederland het op het punt van het vrouwenkiesrecht gewoon goed doet. Elk ideaal, zelfs elke wet kent gedoogsituaties en iedereen is op z’n tijd geneigd en bereid tot enige burgerlijke ongehoorzaamheid. Zonder die speling kan een democratie niet functioneren of ontaardt zij in een dictatuur van de meerderheid. Vanwaar dan hier opeens die verabsolutering van één beginsel?

Doordat de eisende partij niet alleen het verdrag gehandhaafd wilde zien, maar ook de maatregelen om dat af te dwingen aandroeg, wordt de indruk gewekt dat het proces een moedwillige poging is om het de SGP onmogelijk te maken naar de eigen beginselen te leven of zelfs om nog langer in de politieke arena mee te spelen. Het nastreven van een dergelijk gevolg lijkt te duiden op het bestaan van ondemocratische tendensen in politieke kringen waar dat niet voor de hand ligt. De kracht van een democratie bewijst zich in hoe men met minderheden omgaat.

Van verschillende kanten wordt erop gewezen dat binnen de vaderlandse politiek op dit moment de tendens bestaat om alles wat met religie te maken heeft tot achter de voordeur terug te dringen. Sommige partijprogramma’s voor de komende verkiezingen laten zelfs zien dat men de invloed van de overheid op het leven van burgers op dit punt zelfs tot in de huiskamer wil doen gelden. Het gelijkheidsbeginsel lijkt hier telkens de grote motor achter de bemoeienis die men met name religieuze groeperingen wil aandoen. Degenen die zich seculier noemen, gaan er hierbij voor het gemak vanuit dat zij vanuit een onaantaastbare neutrale positie spreken en lijken over het hoofd te zien dat bij hen anti-religieuze gevoelens meespelen.

Wij willen allerminst voorbijgaan aan het feit dat sommige religieuze gemeenschappen waarden of normen hanteren die niet stroken met wat wij als feministen voorstaan. Wel willen wij naar aanleiding van deze kwestie de wens uitspreken dat de discussie geopend wordt over de vraag hoe wenselijk en hoe democratisch het is de macht van de meerderheid te gebruiken om emancipatie af te dwingen.