Getroebleerd leven

Aller-individueelste expressie van een aller-individueelste emotie? Of kunst?

Susan Hol • 22 nov 2010

 

Als ik in mijn dagboek schrijf, is dat mijn aller-individueelste expressie van mijn aller-individueelste emotie. Ik houd met niemand rekening, schrijf gewoon wat er in mij opkomt: van de prijs van de koffie tot gebeurtenissen die diep ingrijpen in mijn (emotionele) leven. Een ding is zeker, wat ik schrijf in mijn dagboek is geen (literaire) kunst. Maar waarom eigenlijk niet? Zoveel kunstenaars laten ons meegenieten van hun aller-individueelste expressie van hun aller-individueelste emoties. Neem bijvoorbeeld de spin die Louise Bourgeois in 2003 heeft gemaakt, Crouching Spider (brons, platina en roestvrij staal), nu te vinden in de vijver bij het Haags Gemeentemuseum.

Crouching Spider is niet zomaar een beeld dat is ontstaan uit een bepaald soort materiaal. Het is ook niet alleen maar het toepassen van een beeldende techniek, noch een mathematische krachttoer met slechts rationele berekeningen voor de lengte van de poten, de spankracht en het gewicht, de vorm en balans. Het is vooral de uitdrukking van een getroebleerd leven, van zeer individuele emoties.

Hoe kom ik daarbij? Als je naar Crouching Spider kijkt voel je iets ongemakkelijks, je weet niet goed wat je ermee aan moet, het is onbehaaglijk om naar te kijken en tegelijkertijd fascinerend. Het is, kortom, unheimisch. Je kijkt naar de spin als iets bekends, het is op een bepaalde manier vertrouwd. In die zin is het heimisch, hoe bang je mogelijk ook voor spinnen bent. Maar dit bekende, vertrouwde is zo uit zijn verband gerukt (een enorme spin), dat hetbeklemmend, naargeestig en onheilspellend wordt: unheimisch.

De term unheimisch (of in feite unheimlich, maar beide termen betekenen hetzelfde) wordt door dr. Marga van Mechelen aangehaald tijdens haar lezing op 30 oktober ter gelegenheid van de tentoonstelling Double Sexus in het Haags gemeentemuseum, waarbij zij vooral ingaat op het surrealisme en wat surrealisten herkenden in het werk van Hans Bellmer. Zij vertelt dat de surrealisten schoon genoeg hadden van het ‘realisme’ van voor en na de eerste wereldoorlog. De surrealisten reageerden volgens haar op het enorme verschil tussen de sociale dagelijkse werkelijkheid en de nadruk van de overheid op enerzijds sociale vooruitgang en anderzijds het herstellen van de oude vrouw/manverhoudingen. Vrouwen hadden namelijk tijdens de oorlog veel traditioneel mannelijke werkzaamheden zeer bekwaam overgenomen en de regering deed na de oorlog haar best om de vrouwen weer terug te krijgen ‘achter het fornuis’. Verder waren er veel lichamelijk en geestelijk oorlogsgetraumatiseerde mensen bezig op te krabbelen, waarbij oude verhoudingen en sociale vooruitgang ver te zoeken was. De man die bijvoorbeeld in de oorlog beide handen kwijtraakte, moest na de oorlog door zijn vrouw geholpen worden om met zijn protheses om te gaan. Zij helpt hem bijvoorbeeld om weer zelf kachelhout te zagen, terwijl zij mogelijk dit werk zelf had gedaan tijdens zijn afwezigheid, aldus dr. Marga van Mechelen. Groot verschil met de situatie van voor de oorlog was dat hij in deze situatie haar hulp nodig heeft.

De surrealisten verzetten zich, zo vertelt dr. Marga van Mechelen, tegen een rappel à l’ordre, de reconstructie van een vroegere werkelijkheid. Zij wilden in hun werk de lichamelijke en geestelijke oorlogstrauma’s in beeld brengen en de vrouw/manverhoudingen ontwrichten. Volgens haar was Hans Bellmer (de tentoonstellingsgenoot van Louise Bourgeois in het Haags gemeentemuseum) bij uitstek een kunstenaar die beide tegelijk deed in zijn foto’s.

221110 2 big

[foto’s van Hans Bellmer uit de PP-presentatie van dr. Marga van Mechelen]

De term unheimisch past bij de surrealisten die met hun werk ingaan op trauma’s en angsten, vervorming, verval en destructie. Het zal niet verbazen dat Freud zich behoorlijk heeft beziggehouden met de term unheimisch en de mogelijke betekenissen ervan. In zijn visie heeft het te maken met de dingen die een mens verdrongen heeft, maar die wel in het onbewuste voortleven, en die op een bepaald moment terugkeren als angstaanjagend. Een licht verteerbaar voorbeeld ter verduidelijking: als je als oudste dochter je angst voor spinnen verdringt omdat je voor je zusjes stoer moet zijn vanwege  hun angst voor spinnen, kun je jaren later als je alleen woont verstijfd raken van angst bij het zien van een spin in je huis. De verdrongen angst komt naar boven en zorgt ervoor dat je heim niet meer vertrouwd voelt, maar juist unheimisch wordt.

Nu is het werk van Louise Bourgeois niet zomaar te scharen onder het surrealisme, al is ze er wel door beïnvloed, maar het unheimische is er zeer beslist in terug te vinden. Voor wat betreft haar Crouching Spider kun je misschien zeggen dat Louise Bourgeois vorm geeft aan het verdrongene en wel dusdanig dat het de groteske vorm van de angst heeft en niet meer de reële vorm: geen gewoon spinnetje, maar een gigantische spin van keihard materiaal. Het volgende ondersteunt deze interpretatie enigszins: Bourgeois, regelmatig voor gek gezet en vernederd door haar vader, vertelt: ‘Terwijl de familie voor het eten samen zat, vormde ik heimelijk het lichaam van mijn vader uit kruimels van wit brood, die ik als leem met speeksel mengde. Als de figuur klaar was, begon ik de ledematen een voor een met een mes af te snijden. Dit zie ik als mijn eerste sculpturale creatie.’ Een creatief therapeut zou deze manier van ‘beeldend werken’ omschrijven als een adequate manier om opgedane emoties en frustraties te verwerken: het slachtoffer leeft zich niet uit op de dader maar op een beeld dat zij zelf heeft vormgegeven. Verder zegt Bourgeois zelf: ‘Beeldhouwkunst stelt me in staat om het verleden te herbeleven’.

Is Crouching Spider dan vergelijkbaar met het schrijven in een dagboek, ofwel is het eenzelfde aller-individueelste expressie van aller-individueelste emoties? En als dat het geval is, kan het dan wel kunst zijn?

 

Susan Hol is redacteur, schrijver en filosoof (www.susanhol.nl).

De foto's zijn gemaakt door Susan Hol met toestemming van het Haags gemeentemuseum.

Dit blog is het tweede deel in een serie n.a.v. de lezingencyclus De rol van de vrouw in de kunst in het Gemeentemuseum van Den Haag. Lees ook: Fallus als fillette, Getroebleerd leven en Kijken met je lichaam.