Fairy Tale Friday: Oessepaster

De derde inzending die LOVER’s Feminist Fairy Tale Friday heeft gehaald, is geschreven door een heel team. Els Weerstra, Chafina Bendahman, Sanne van Oosten en Margot Diegelmann zijn de coauteurs van Oessepaster, de feministische omkering van – uiteraard – Assepoester. In hun adaptatie geen prins die zijn ideale bruid kiest, nee, Oessepaster is een moderne vrouw die prima in staat is om zelf het initiatief te nemen. En ook de prins en Oessepasters stieffamilie zijn nét even anders dan je zou verwachten. Wij wensen u net zoveel leesplezier met Oessepaster als wij eraan beleefd hebben.

Op haar sterfbed zei moeder tegen Oessepaster: “wees goed, sterk, je eigen baas en blijf trouw aan jezelf”. Ze sloot haar ogen, slaakte haar laatste zucht en stierf. De winter kwam en Oessepaster ging elke dag op bezoek bij het graf van haar moeder. Toen de sneeuw was verdwenen en de lente haar intrede deed, trouwde de vader een andere vrouw. Een vrouw met een tweeling: dochter Goedhard en zoon Bonus. Goedhard was groot van stuk met brede heupen, schoenmaat 42, een grote puntige neus en haren vol met klitten. Niet moeders mooiste, maar wel zacht in het hart en pienter in het brein. Bonus was een alleraardigste jongen die veel grappen en grollen uithaalde. Oessepaster kon goed met ze opschieten, ze deelden veel met elkaar en speelden kaartspellen. De nieuwe vrouw, de stiefmoeder, was altijd strak en netjes gekleed in het paars of blauw. Ze was een
doelmatige doch warme vrouw die haar eigen bedrijf runde. Ze was een echte zakenvrouw; ze stond bekend als de beste onderhandelaar in de wijde omgeving.

Toen hoorde Oessepaster op een dag dat de koning een groot feest ging geven dat drie dagen zou duren. Iedereen in het land was uitgenodigd. Oessepaster en haar stiefzus en -broer zouden er ook heen gaan. Het feest was pas over een maand, daarom besloot Oessepaster om haar eigen jurk te maken. Ze haalde stoffen op de markt, kralen en kant bij de boetiek en ging aan de slag. Om nog beter te kunnen naaien en ontwerpen, ging ze twee straten verderop een opleiding volgen. Daar zat ze met jongens en meiden uit de straat en om de hoek in de klas. De docent was Oessepaster al gelijk in het oog gevallen. Zijn wilde blonde bos danste vrolijk heen en weer als hij door het lokaal liep. Zijn stem klonk zuiver en aangenaam en als hij voorbij liep, schoot er een golf van kriebels door haar buik. Het kon niet anders: Oessepaster was verliefd. Ze probeerde constant zijn blik te vangen en stelde enthousiast een vraag bij elke uitleg die hij gaf.
Maar de docent had geen speciale aandacht voor Oessepaster. Daarop besloot ze het heft in eigen handen te nemen. Op de tweede cursusdag liet ze een klein briefje achter waarop ze had geschreven “ontmoet mij straks om 17 uur onder de grote Eik op het dorpsplein.” Maar die middag was hij niet gekomen en was Oessepaster met gebogen hoofd naar huis gewandeld. ’s Avonds lag ze in haar bed te piekeren hoe ze de docent voor zich kon winnen. Plots was er bij het raam een zilverglinstering en warempel, op het kozijn stond een kleine fee! “Ik kom je raad geven”, sprak de fee. “Laat de docent voor wat het is! Een man moet jou veroveren. Een man zal alles voor je kopen wat je wil, alles wat jij hoeft te doen is voor hem te zorgen en hem een kind te geven.” Oessepaster ging rechtop in haar bed zitten en keek de fee verbaasd aan. “Ik zal mij nooit zo onderwerpen aan een ander”, sprak Oessepaster stellig. “Ik kan goed voor mezelf zorgen en ik zal er alles aan doen om mijn dromen waar te maken.” Oessepaster draaide zich om en viel in een zwijmelende droom over haar docent.
De volgende dag kwam ze een kwartier eerder naar de naaicursus om een praatje met de docent te maken. Maar hij was niet zo spraakzaam en na amper een minuut liep hij weg om koffie te maken. Oessepaster gaf echter niet op. Ze liep naar buiten het perkje door, plukte een pioenroos en legde deze op het bureau van de docent. De volgende uren zat ze zwijmelend in de klas naar hem te staren, hard te lachen om zijn grappen en te fantaseren over een leven samen met hem. Er kwam echter geen reactie op de roos, behalve een allergische. De docent nieste en proestte, er kwam maar geen einde aan.

De cursus gaf haar de nodige praktische kennis waarmee ze thuis gelijk aan de slag ging. Ze naaide de hele avond door, denkend aan hem. Om middernacht was haar jurk klaar, ze trok hem aan en ging voor de spiegel staan. Plots kraakte het kozijn en vloog de fee naar binnen door de kamer heen en landde bovenop de spiegel. “Kijk nou naar jezelf”, sprak de fee met een grijns, “je bent prachtig! Je bent zo mooi Oessepaster, laat iemand om je hand vragen.” En Oessepaster antwoordde: “ga weg fee, ik hoef je advies niet. Ik red me wel.” Ze draaide zich om, liep naar haar kast en bukte om uit de onderste la een paar schoenen van haar overleden moeder te pakken. Een prachtig paar zilverkleurige hakken.
De volgende dag was het bal. Samen met Goedhard en Bonus maakte Oessepaster zich klaar. Ze kookten een heerlijk maal voor zichzelf en gingen vervolgens op weg naar het kasteel. Daar dromde het van de mensen. Hoge hoeden, boa’s en gouden sieraden wisselden zich af met glazen champagne en plateaus vol heerlijke amuses. Iedereen op het bal keek om naar Oessepaster; haar jurk was de mooiste van allemaal. Alle vrouwen vroegen waar ze de jurk vandaan had en toen Oessepaster antwoordde dat ze de jurk zelf had gemaakt, was het stil van verbazing. “Kan je er ook één voor mij maken?”, “Een lange rode met gouden details!”. Oessepaster beloofde de jurken te maken, maar wel voor een goede prijs, dat had ze immers van haar stiefmoeder geleerd. Ook de koning was onder de indruk van haar verschijning en duwde zijn zoon de prins naar Oessepaster toe om haar ten dans te vragen. Ze dansten samen terwijl iedereen toekeek. De prins danste met lompe, onhandige bewegingen en praatte alleen maar over zijn rijkdom. Oessepaster had geen interesse in de prins, ook al deed de prins zijn best om zich voor haar te winnen. Het leven in een gouden kooi leek haar verschrikkelijk.
Na de dans haastte ze zich naar huis. Vlot daarna kwamen ook Goedhart en Bonus thuis. Oessepaster zat in elkaar gedoken op de rand van de badkuip. “Wat is er lieve Oessepaster?”, vroeg Goedhart bezorgd. “Ik had gehoopt de docent te zien op het bal, maar die was er niet.” Bonus kwam met vrolijke passen de badkamer binnenlopen en voegde zich bij zijn zussen. “Misschien is de docent er morgen wel” stelde hij Oessepaster gerust. “Trouwens, leuke kerel hoor die prins, ik zou het wel weten,” zei hij glimlachend. Hij had een andere blik in zijn ogen, een blik die Oessepaster nog niet eerder bij hem had gezien.

De volgende avond ging het drietal weer naar het bal. Bij binnenkomst liep Oessepaster een rondje waarbij ze de prins zo veel mogelijk ontweek. En toen zomaar, ineens, zag ze aan de andere kant van de zaal de docent staan! Ze liep naar hem toe, griste onderweg twee glazen champagne mee en ging voor hem staan: “Laten we proosten en daarna dansen”, zei ze terwijl ze hem een glas aanreikte. De docent keek haar aan en was betoverd. Haar jurk was werkelijk prachtig en ze straalde vol trots. Hoe had hij dit niet eerder gezien? “Luister kerel, ik weet wel wat jij denkt. Lief meisje, goede kop, maar toevallig heeft deze dame meer in haar mars dan een leuke snoet. Ik start morgen mijn atelier en over een paar jaar kleed ik elke vrouw in dit land waarmee ik mijn eigen geld verdien. Ik weet wat ik wil; mijn eigen collectie. En jou. Ik. wil. jou.” De docent was sprakeloos en totaal overrompeld en sloeg in één keer de champagne achterover. Daarna pakte zij hem bij de hand en dansten ze in het midden van de zaal. De docent kwam dicht bij haar staan en zei zacht “ik denk dat jouw stiefbroer en de prins elkaar hebben gevonden” en wenkte zijn hoofd naar links. Oessepaster keek en zag Bonus en de prins met elkaar praten en lachen. Bonus legde een hand op de prins zijn schouder en Oessepaster zag dat hij bloosde. Warempel, haar stiefbroer was verliefd op de prins! En de prins leek ook verliefd! Oessepaster keek om zich heen, maar het leek alsof de docent en zij de enigen waren die dit zagen.

En zo verbond de liefde weer mensen aan elkaar. Oessepaster werd gelukkig met de docent. Na een paar maanden kocht ze een huis en kort daarop trok de docent bij haar in. Bonus en de prins hebben nog een tijdje hun liefde verborgen gehouden. Toen ze het vanaf het balkon van het kasteel aan het publiek vertelden, joelde het hele plein. En Oessepaster juichte het hardst van iedereen.

Beeld: Cinderella by Danapra