Een breuk in emancipatie

(en de noemer is verschil)

Alana Proctor • 1 jun 2009

Laatst vertelde iemand Alana Proctor dat ze met opzet niet uitgenodigd was voor een debat over de positie van jonge allochtone vrouwen, omdat ze daar met haar ‘lesbisch verhaal’ zou komen. ‘Ben ik dan geen vrouw?’, zo vroeg Alana zich af. ‘En ben ik dan niet zwart?’ Een pleidooi voor het bestrijden van seksisme, racisme en homofobie in hun verwevenheid.

In 1851 vond in Akron, Ohio een conferentie plaats over vrouwenrechten. Er was een grote groep mannen op afgekomen. Niet om de vrouwen bij hun strijd te steunen, maar om te beargumenteren dat vrouwen gezien hun fysieke, intellectuele en spirituele inferioriteit geen gelijke rechten moesten krijgen.
Na het een tijdje te hebben aangehoord, vroeg Sojourner Truth het woord. Bij haar binnenkomst was al enige onrust ontstaan en was de voorzitter gewaarschuwd: ‘Don’t let her speak, Mrs. Gage, it will ruin us. Every newspaper in the country will have our cause mixed up with abolition and niggers, and we shall be utterly denounced.’1 Toch kreeg ze het woord en sprak haar legendarische woorden: ‘That man over there says that women need to be helped into carriages, and lifted over ditches, and to have the best place everywhere. Nobody ever helps me into carriages, or over mud-puddles, or gives me any best place! And ain’t I a woman? Look at me! Look at my arm! I have ploughed and planted, and gathered into barns, and no man could head me! And ain’t I a woman? I could work as much and eat as much as a man – when I could get it – and bear the lash as well! And ain’t I a woman?’
Ruim 150 jaar later zag ik mijzelf genoodzaakt dezelfde vraag te stellen. Tijdens het slotdebat van het NGV-evenement Gender Op Drift, afgelopen herfst in Utrecht, stond er iemand op in de zaal. Ze vond het jammer dat als het over vrouwenemancipatie gaat, het ook altijd meteen over diversiteit (etniciteit, seksuele voorkeur, etc.) moet gaan. Hierdoor voelde zij zich bestolen; ze zag ‘haar’ vrouwenemancipatie ondergesneeuwd raken. Na al ‘hun’ harde werk zijn ‘wij’, diegenen die tot diversiteit behoren, er met ‘haar’ emancipatie vandoor gegaan. Ik wees haar erop dat zij het onderwerp van vrouwenemancipatie hier impliciet definieerde als wit/Nederlands en heteroseksueel. En stelde de vraag: van welke emancipatiebeweging ben ik – een niet-witte, niet van Nederlandse afkomst zijnde en niet-heteroseksuele vrouw – dan onderwerp?

In antiracismebewegingen hebben vrouwen, en met name lesbische en biseksuele vrouwen, soortgelijke ervaringen. Het verband tussen racisme en andere vormen van ongelijkheid wordt niet of weinig gezien en er is weinig belangstelling voor ‘hun’ issues. Zelf heb ik vaak te maken met mensen die gepassioneerd strijden tegen racisme en tegelijkertijd seksistisch, homofoob en/of elitair zijn. Laatst vertelde iemand dat ze me met opzet niet had uitgenodigd voor een evenement over de positie van jonge allochtone vrouwen, omdat ze wist dat ik met mijn lesbisch verhaal zou komen, wat haar positie binnen de organisatie op het spel zou kunnen zetten. Het idee dat mijn uitsluiting van dit evenement exact hetzelfde was als de uitsluiting van jonge allochtone vrouwen in de maatschappij, kwam niet in haar op.

Race naar de top
Niets wat ik hier schrijf is nieuw. Maar het is nodig het steeds te blijven zeggen: vrouwenemancipatie, emancipatie van LGBTQs (lesbians, gays, bisexuals, transgenders & queers) en emancipatie van ‘allochtonen’ kunnen niet van elkaar worden gescheiden. Seksisme, racisme en homofobie kunnen niet los van elkaar begrepen worden, en je moet deze machtsrelaties bekritiseren en bestrijden in hun verwevenheid.
Ziehier ook de crux van het intersectionele perspectief, ook wel kruispuntdenken genoemd, dat professor Gloria Wekker al sinds jaar en dag bepleit.2 Gender, etniciteit, seksuele voorkeur en klasse zijn geen neutrale categorieën waarmee verschillen tussen mensen worden benoemd, maar wijzen ons een maatschappelijke positie toe. Net als religie, leeftijd, (in)validiteit en andere categorieën. Deze categorieën worden niet voor niets sociale ordeningsprincipes genoemd; ze ordenen de samenleving. Om je eigen maatschappelijke positie of die van iemand anders te begrijpen, is het niet voldoende om alleen op de betekenis van het vrouw-zijn te focussen, maar moet je ook altijd de maatschappelijke betekenis van jouw of haar seksuele oriëntatie, etniciteit, sociaal-economische status et cetera in ogenschouw nemen.
Deze notie lijkt in Nederland echter geen voet aan de grond te krijgen. Hier lijkt emancipatie louter en alleen een race naar de top, waarbij teams zich kunnen inschrijven onder de vlag van maximaal één afwijkende positie ten opzichte van het witte, mannelijke en heteroseksueel normatieve ideaal. Onderling strijden de teams om de meeste subsidie en de grootste zichtbaarheid. En zo gaat een flink deel van de begroting van Minister Plasterk nu naar de homobeweging, ‘ten koste’ van geld voor de vrouwenbeweging.

Ongemakkelijke aanwezigheid
In elk van deze teams kan ik eenzelfde soort vraag stellen: ‘Ben ik dan geen vrouw?’, ‘Ben ik dan niet zwart?’, ‘Ben ik dan niet lesbisch?’. Keer op keer blijk ik niet te passen in dergelijke hokjes die gebaseerd zijn op essentialistische noties van ‘ras’, gender en seksualiteit. Natuurlijk, er is zeker een ervaring die ik deel met andere mensen die als allochtoon, lesbisch of anderszins ‘anders’ worden gezien en behandeld in Nederland. Maar er bestaat geen constante ‘zwarte’ of ‘vrouwelijke’ ervaring. Door het hanteren van dergelijke differentiërende en exclusieve categorieën, houden huidige emancipatiebewegingen in Nederland juist het systeem van categoriseren in stand waarop ongelijkheid floreert. En het is dit systeem dat door de benadeelden gezamenlijk bestreden moet worden.

Being women together was not enough. We were different. Being gay girls together was not enough. We were different. Being Black together was not enough. We were different. Being Black women together was not enough. We were different. Being Black dykes together was not enough. We were different. […] It was a while before we realized that our place was the very house of difference rather than the security of any one particular difference - Audre Lorde3

Het tegengaan van de dominantie van een of ander exclusief opperverschil vergt moed en een kritische reflectie op je eigen privileges – de manier waarop je nabijheid tot het witte, mannelijke en heteroseksuele ideaal je bevoorrecht. Ik vraag me af of angst voor het verliezen van haar witte, heteroseksuele privileges niet onbewust de kern vormde van de frustratie van de spreekster tijdens het NGV-debat. De meest moedige en effectieve reactie op deze bedreiging is niet het beschermen van het eigen team, maar het bekritiseren en veranderen van de architectuur van het systeem waarin emancipatiebewegingen moeten strijden om aandacht en subsidie. Vanuit deze optiek betekent mijn ongemakkelijke zwart-lesbische aanwezigheid niet de ondergang van de vrouwenemancipatie in Nederland, maar juist haar verlossing – net als de aanwezigheid van Sojourner Truth in 1851 dat was voor de vrouwenemancipatie in de Verenigde Staten.

Noten:
1 Elizabeth Cady Stanton et al., History of Woman Suffrage, vol. 1 (Rochester, NY: Charles Mann, 1889, 2nd ed.).