Haattaal onder de valse vlag van het vrije woord

Backbone Campaign
Backbone Campaign

Richard Spencer, Milo Yiannopoulos, Thierry Baudet, Steve Bannon, Paul Cliteur, Erkenbrand en Yernaz Ramautarsing. Wat hebben deze mannen allemaal met elkaar gemeen?

Ze hebben allemaal het talent om met rebranding wit-suprematisme mainstream te maken én ze hebben het idee dat vrijheid van meningsuiting absoluut is. Onder het mom van vrijheid van meningsuiting worden racistische flutstudies) namelijk continu genormaliseerd en dus mainstream gemaakt.

Maar er zijn juridisch (en zeker moreel) wel degelijk grenzen aan de vrijheid van meningsuiting. Ironisch genoeg zal één nieuw-rechtse 'intellectueel' dat sinds kort ijverig beamen. Baudet deed aangifte tegen minister Kasja Ollongren wegens smaad en laster. Maar Baudets woede is wel erg selectief gezien de site van FvD nog steeds claimt dat de grens van vrijheid van meningsuiting pas “moet liggen bij het oproepen tot geweld”. Dat deze kromme hypocrisie wordt rechtgepraat door allerlei ge-Pimwin  is ondertussen par for the course. Op deze zogenaamde 'uitzondering' na lijkt absolute vrijheid van meningsuiting de rode draad die door nieuw-rechtse ideologie loopt.

Nieuw-rechts, of de alt-right zo je wilt, is niet een duidelijk te definiëren beweging. De mensen die er deel van zijn zijn er over het algemeen niet meer zo open over. Ondanks het jasje dasje – witte bloezen en kaki broeken – imago dat heerst, is het wel duidelijk geworden dat er in de beweging racistische en seksistische ideëen op na worden gehouden en die zijn op de één of andere manier niet populair om hardop te claimen. Als iemand het label wel claimt dan is het onder het mom dat de beweging verkeerd wordt begrepen en wordt de extremistische taal in een 'intellectueel' dan wel 'voor de hand liggend' (conservatieve ideëen die cultureel alomtegenwoordig zijn) pakketje geserveerd. Ontegenzeggelijk iemand alt-right bestempelen is hierdoor helaas een vruchteloze onderneming. Maar als de bovengenoemde twee grootste overeenkomsten – mainstream maken van wit-suprematisme en voorvechter zijn voor absolute vrijheid van meningsuiting – samen met anti-feminisme de drie definierende eigenschappen zijn, zou ik graag naast bovengenoemden ook professor psychologie Jordan B. Peterson als nieuw-rechts nomineren.

Jordan Peterson’s oorlog tegen SJW’s en politieke correctheid
Het (toegegeven ongelukkige) beweert met verve dat hij niet alt-right is. De consensus rondom Peterson is bovenal dat hij een interessante intellectueel is. Ik heb daar niet meer dan anekdotisch bewijs voor, maar het gaat wel om meer dan één bron: Peggy Noonan’s opiniestuk in de Wall Street Journal;David Brooks’ de Volkskrant; de vele frontpage verschijningen op Reddit én het feit dat hij te gast was bij de onlangs georganiseerde bijeenkomst te Rijswijk over immigratie en integratie. Door zijn medestanders wordt beargumenteerd dat Peterson niet een fascist is, maar gewoon een klassieke 'liberaal'; niet een racist maar gewoon iemand die etnische verschillen erkent; niet misogeen maar gewoon eerlijk over de verschillen tussen mannen en vrouwen. Mede dankzij zijn titel als klinisch psycholoog worden zijn ideëen niet alleen als gezond verstand gezien, maar ook als wetenschappelijk correct.

Het mechanisme van mainstreaming van wit-suprematisme en anti-feminisme is een verradelijke aangezien het kan worden gestoeld op patriarchale en wit-suprematische systemen die nog altijd de norm zijn. Denk bijvoorbeeld aan het biologisch deterministische 'natuurlijke' verschil tussen de twee (en niet meer dan dat aub!) genders: gezond verstand volgens velen, en toch niet waar. Op het gehele politieke spectrum zijn er dus mensen die zich aangetrokken voelen tot Petersons standpunten. Ze lijken zo logisch. Maar zijn ze wel logisch, laat staan intellectueel eerlijk?

Een korte introductie leert dat Peterson het concept van website op te zetten om te waarschuwen tegen “corrupte” academische programma’s als ethnic studies, sociologie, anthropologie, literatuurwetenschappen and genderstudies. Ook tekenend is tweette in reactie op #MeToo: “With all the accusations of sex assault emerging (eg Louis CK) we are going to soon remember why sex was traditionally enshrined in marriage.” Ik weet eigenlijk niet eens waar ik moet beginnen met het ontkrachten van dit citaat. En, hoe kan het ook anders, vrijheid van meningsuiting is volgens hem absoluut. Het antwoord van Peterson toen hem werd gevraagd of hij gelooft dat de maatschappij een grens moet trekken als het gaat om haattaal:

"No. Hate speech laws are wrong. The question - not a question, but THE question - is "who gets to define hate?" That's not to say there's no such thing as hate speech - clearly there is. Hate speech laws repress, and I mean that in the psycho-analytical sense."

Het toevoegen van transpersonen als beschermde groep aan de mensenrechtenwet Orwelliaans
Petersons populariteit en bekendheid (met name onder de alt-right) vindt zijn oorsprong in 2016 als hij zich verzet tegen een wetsaanpassing op de Canadese Human Rights Act. Volgens hem is dit wetsvoorstel een uiting van de totallitaire neiging van het Marxisme. Hij beweert dat de wet spraak oplegt. Gezien dit het ding is waar Peterson’s beruchtheid ooit begon wil ik deze claim wat dieper onderzoeken. Spoiler: nergens in Bill C-16 staat iets over door de overheid vereiste taal. Wel staat er dat bepaalde taal strafbaar is, wat altijd al zo was: smaad, laster en haattaal zijn strafbaar.

In werkelijkheid houdt de aanpassing - genaamd de C-16 Bill op de Human Rights Act - simpelweg in dat mensen die op basis van genderidentiteit en expressie worden gediscrimineerd officieel vallen onder beschermde groepen.

“The bill is intended to protect individuals from discrimination within the sphere of federal jurisdiction and from being the targets of hate propaganda, as a consequence of their gender identity or their gender expression. The bill adds "gender identity or expression" to the list of prohibited grounds of discrimination in the Canadian Human Rights Act and the list of characteristics of identifiable groups protected from hate propaganda in the Criminal Code. It also adds that evidence that an offence was motivated by bias, prejudice or hate based on a person's gender identity or expression constitutes an aggravating circumstance for a court to consider when imposing a criminal sentence.”

Dat betekent kortweg drie dingen: 1) met deze wet wordt tegen gegaan dat mensen op basis van genderidentiteit of expressie  worden gediscrimineerd; 2) dat het wordt toegevoegd aan de groepen tegen wie het illegaal is om haat propaganda te verspreiden (standaard onderdeel van Hate Speech Laws); en 3) dat genderidentiteit of expressie wordt toegevoegd aan section 718.2 of the Criminal Code. Dit betekent dat als een misdrijf wordt gepleegd op basis van genderidentiteit of expressie dat het dient te worden meegenomen in juridische overwegingen als een haatmisdrijf.[1]

Onder intimidatie op basis van genderidentiteit valt ook het weigeren te refereren naar iemands zelf gekozen naam en voornaamwoord. Het narratief in alt-right contreien, de glijdende schaal-drogreden, wordt rijkelijk in het debat aangevoerd. Consensus is dat Canada volledig doorgeschoten is met hun politieke correctheid en nieuwe wet en dat mensen die de verkeerde voornaamwoorden gebruiken nu kunnen worden vervolgd. Wat de wet van classificaties voorzag als Orwelliaans en Facistoïde. Tenzij je onbekend bent met de meest bassale etiquetten weet je dat misgenderen pijn doet maar iemand die struikelt over zijn woorden wordt echt niet gezien als iemand die haattaal propageert. Hoewel ongemakkelijk en mogelijk zeer pijnlijk, de kans dat een verspreking wordt vervolgd is alles opgeteld nul. Intentioneel en structureel iemand misgenderen daarentegen is duidelijk een vorm van haatpropaganda en iets heel anders dan een verspreking.

Peterson’s weigering om iemands zelfgekozen naam en voornaamwoord te gebruiken stamt van zijn overtuiging dat iemand die wenst met een genderneutraal voornaamwoord te worden aangesproken zijn persoonlijke vrijheid van meningsuiting inperkt omdat hij niet gelooft in de “radicale agenda van het feminisme” waar gender meer is dan alleen de conservatieve dichotomische definitie.

Vrije meningsuiting versus systemen van onderdrukking
Opnieuw galmen de woorden van Toni Morrison: “What I think the political correctness debate is really about is the power to be able to define. The definers want the power to name. And the defined are now taking that power away from them.”  The defined, in dit geval dus transpersonen, nemen de macht van de definers af om zelf te bepalen hoe ze worden gedefinieerd. Net als de meeste vrijheid van meningsuiting discussies aangezwengeld door nieuw-rechts gaat dit debat niet werkelijk over vrijheid van meningsuiting. Het gaat over het reduceren van de behoeften van transpersonen als overdreven en onrechtmatig. Peterson’s claim van authenticiteit – een simpele academicus die vecht voor de waarheid tussen al dat gecensureer en politieke correctheid – maskeert dus juist zijn eigen autoritaire ideologie.

Nieuw-rechts weet zich te presenteren als libertair en opstandig en links neer te zetten als conformistisch en regentesk. Het is een vernuftig retorisch handigheidje maar de anti-policor-crowd vecht tegen spoken. In werkelijkheid wordt de term 'politiek correct' juist continu ingezet om het gebruik van onderdrukkende taal die de status quo bevestigt aan te kleden alsof het rebels is. Tegengesteld aan wat ze claimen, is anti-politiek correct zijn dus juist niet tegen de gevestigde orde trappen. Het wordt gecoöpteerd door dominante sociale groepen en vervormd ten behoeve van hun eigen belangen.Wat vaak werkelijk wordt bedoeld als mensen anderen verwijten een gevaar te zijn voor vrijheid van meningsuiting is: “stilte!”.  

 


[1] In Nederland valt de bescherming van de rechten van transgender personen en mensen met een intersex conditie onder artikel 1 van de AWGB en is het vastgelegd in de Raad van Europa. Maar er is geen specifiek verdrag dat zich richt op de rechten van transgender personen en mensen met een intersex conditie.