Het mainstreamen van feminisme

Coming out – Coming in – Come to terms

Merel van Mansom • 16 jun 2016

In het land der feminisme, Zweden, kocht ik er ook een. Een feminisme-trui. Zwart. Met in witte letters: 

Feminism.

Noun (u) / ‘fem.i.ni.zem/

‘the radical notion that women are people’

Of dit nou de juiste definitie is van het woord feminisme of een gevatte leus, ik wist het even niet meer. Daarbij kocht ik deze trui bij de H&M. Na het verschijnen van vele boeken over hedendaags feminisme, zoals het ‘F-boek’,‘Lean-in’ of ‘Bad feminist’ zijn we er nog steeds niet uit wat feminisme nou precies is en wie de titel mag dragen. Voor Chimamanda Ngozi Adichie is het in ieder geval duidelijk ‘We should all be feminist’. Maar kunnen we ons allemaal zomaar feminist noemen? En is feminisme, net als mijn nieuwe trui een ‘one brand fits all’?

Enkele weken terug was het voor Silvia Witteman, Volkskrant 17 februari, meer dan duidelijk: "Feminisme is schijt hebben aan wat mannen van je denken".  Want Silvia Witteman is maar wat trots op haar 'masculine' vaardigheden. En dan ben je, zo lijkt het, toch een beetje meer mens. Kunnen we feminisme reduceren tot het verkrijgen van masculine vaardigheden? Werkt dit niet juist het kapitalisme en het patriarchaat in de hand? Waar is de kritisch-maatschappelijke analyse gebleven van de huidige feminist? De feminist die streeft naar vrouwenquota en het doorbreken van glazen plafonds?

Coming Out

Een coming out leek voorheen voornamelijk betrekking te hebben op iemands seksuele geaardigheid. Een coming out omdat je ‘anders’ bent dan de heteroseksuele ander. Een coming out voor begrip en erkenning omdat je niet de enige bent die ‘anders’ is. Echter, de laatste jaren lijkt er sprake van een coming out over diens politieke geaardheid. Alsof menig politicus en acteur zich jaren lang heeft moeten schamen voor hun voorkeur tot ze niets anders meer konden dan er en public voor uit te komen. De laatste jaren heeft al menig politicus de bekentenis gedaan feminist te zijn. Zo was het Obama die in 2009 die de cover sierde van Ms. Magazine met de woorden "This is what a feminist looks like" op zijn t-shirt. En recenter de Canadese premier Trudeau die het legendarische antwoord "because it is 2015" gaf toen hem gevraagd werd waarom zijn kabinet voor de helft uit vrouwen bestaat tijdens het World Economic Forum eerder dit jaar. 

Of Trudeau en andere regeringsleiders werkelijk feministisch zijn in woord én daad, valt te betwisten. Zo staat het instellen van een  quota nog niet gelijk aan het creëren van gelijke kansen voor beide seksen. Wat als een dijk boven water blijft staan is dat feminisme (weer) hip is. Maar kunnen we werkelijk spreken van een coming out of is het meer een coming in? En is feminisme niet gewoon synoniem geworden voor het politieke sleutelwoord gender equality? En hebben we beroemdheden als Emma Watson nodig als marketingstrategie om feminisme onder de aandacht te krijgen?

De truien en t-shirts van Whistlers werden in ieder geval enorm populair. Dit zorgde overigens voor de nodige commotie, want deze shirts werden geproduceerd in Mauritius, waar voornamelijk vrouwen onder erbarmelijke omstandigheden werken voor een maandelijks inkomen van nog geen 150 euro. Waar Emma Watson en consorten te lijken vechten voor gelijke behandeling van vrouwen, kun je met recht vragen wat voor behandeling ze voor ogen hebben en welke vrouwen hiervan zouden mogen profiteren.

 

Feminisme is fashion moet ook couturier Karl Lagerfeld  gedacht hebben tijdens het maken van zijn lentecollectie van 2015, waarbij zijn modellen – blank en slank – over de catwalk marcheerden als ware suffragettes gehuld in creaties die doen denken aan de FlowerPower ten tijde van de seksuele revolutie.  Een commercialisering van de Eerste en Tweede Golf, maar dan anders. Want, zegt Chanel, “Feminist mais Feminine”.  Alsof vrouwelijk feminisme een contradictio in terminus is. 

Coming In

Feminisme lijkt niet meer iets waar je voor uit moet komen, met een brok in je keel, kloppend hart en zweethandjes omdat je anders bent dan de gevestigde orde. Je zou je eigenlijk moeten schamen als je jezelf geen feminist durft te noemen. Want wie is er nou niet voor gelijke rechten? Hiermee wordt feminisme gelijk gesteld aan gendergelijkheid. Maar is dit werkelijk hetzelfde? De witte man wordt daarmee (on)bewust tot norm verheven, zonder kritisch te kijken naar wat femininiteit en masculiniteit nou precies inhouden en hoe huidige feministische debatten deze dichotomie reproduceren, versterken en bevestigen. Als gendergelijkheid het nieuwe equivalent is van feminisme, moeten we ons juist in huidig politiek klimaat, zowel nationaal als internationaal, afvragen wiens rechten versterkt worden en aan wie we gelijkgesteld worden.

Hillary Clinton maakt een grote kans om de eerste vrouwelijke president van de Verenigde Staten te worden. Kunnen we dit zien als een feministische overwinning? Het lijkt meer op identiteitspolitiek wanneer er puur en alleen gestemd wordt op Clinton omdat ze een vagina heeft. Hillary Clinton spreekt over en voor de witte (getrouwde) en ‘hardwerkende’ Amerikaanse vrouw. Niet over de ontelbare alleenstaande moeders die rondkomen van de bijstand. Clinton wil voornamelijk bezuinigen op de sociale zekerheid om de lasten van de rijkere Amerikanen te verlichten. Ze preekt ook niet over de vele (trans)vrouwen die achter tralies zitten, wier gevangenissen geprivatiseerd zullen worden en die mogelijk terechtkomen in gevangenissen voor mannen. Nog te zwijgen over de gevolgen voor vrouwen wereldwijd met haar militaire hervormingen en militair ingrijpen in het verleden.  

Tegenwoordig kun je alle privileges hebben die deze wereld rijk is, een politieke agenda hebben die de positie van vrouwen alleen maar verslechterd of volledig achter de objectivering en seksuele exploitatie van het vrouwelijk schoonheidsideaal staan, en jezelf alsnog een feminist noemen. Het gevolg van het hypen en mainstreamen van feminisme is dat het een vrij lege huls wordt met een knipoog naar het verleden waarin femininiteit en masculiniteit nog steeds tegen elkaar uitgespeeld worden. Want vrouwen moeten vooral 'schijt hebben aan mannen' zoals Silvia Witteman betoogde.

Come to terms

Is er zoiets als een ‘juist feminisme’, vraagt Anja Meulenbelt zich terecht af  in de Belgische standaard op 3 juni, wanneer er nog altijd een strijd woekert tussen ‘het verschildenken’ of het streven naar ‘meer gelijkheid’. Feminisme heeft wellicht niet één, geen twee maar meerdere gezichten. Feminisme is door al zijn nieuwe interpretaties en populariteit wellicht veelzijdiger geworden dan het ooit was. Maar dit zorgt wel voor een dilemma, al helemaal voor feministische theoretici. Want aan de ene kant zouden we juist blij moeten zijn met de groeiende (globale) interesse voor feminisme. Maar aan de andere kant, als feminisme of ´gender equality´ bijdraagt aan een groeiende ongelijkheid in de samenleving moeten we dan geen afstand doen van sommige interpretaties van feminisme en wellicht van feminisme zelf? Juist om de huidige feministische politiek en praktijk weer nieuw leven in te blazen? Kan er zoiets bestaan als een feminisme zonder maatschappijkritiek? Kunnen feministische waarden gedeeld worden door zowel het linkse als het rechtse politieke spectrum? En hoe inclusief is huidig feministische debat? Voor wie wordt deze feministische politiek bedreven? Dit zijn vragen die we – tijdens huidige mainstreaming – moeten blijven stellen. 

 

Literatuur

Adichie, Chimamanda Ngozi (2014) We Should all be Feminist, London: Harper Collins Publishers.

Bockman, Philip. (1990) ’a Fine Day’, New York Native, in: Eve Sedgwick, Epistemology of the Closet, California: University of California Press.

Gay, Roxanne (2014), Bad Feminist, New York: Harper Perennial.

Meulenbelt, Anja en Romkens, Rene. (2015), Het F-boek: Feminisme van nu in Woord en Beeld, Houten: Uitgeverij het Spectrum.

Meulenbelt, Anja (2016), Het Verschil; zeventien kwesties bekeken vanuit het feminisme, Houten: Uitgeverij het Spectrum.

Sandberg, Sheryl (2015), Lean In, the Penguin Random House Company Publishers.