Omdat je dat op je tachtigste ook nog niet weet

Het Juryoordeel van Project Catwalk

Niels Vonberg • 31 okt 2011

We weten allemaal hoe het eraan toegaat in Project Catwalk – je weet wel, die wekelijkse afval race van jonge ontwerpers – ‘one week you’re in, next week you’re out’. De designers krijgen te maken met keiharde concurrentie en moeten vaak binnen één dag een creatie maken én presenteren. Vorige week viel Ellen af. ‘Ik vind dat we dat moeten afstraffen’, zei jury-lid Olcay Gulsen. Wat in godsnaam heeft Ellen dan misdaan?

Ellen moest een jurk ontwerpen op basis van de wensen die werden ingegeven door Björn – een medekandidaat. Ellen en Björn liggen elkaar nauwelijks. Volgens Ellen heeft Björn nauwelijks talent en komt elke keer met een onorigineel jurkje. ‘Ik houd gewoon van het vrouwelijke’, zegt hij telkens. Daarnaast verstopt hij – lees: ‘gooit weg’ – andermans spullen om zo de boel te saboteren. Hij en Ellen stonden deze week samen op de catwalk en één van hen zou weggestemd worden. Beiden werden ze even slecht beoordeeld. Björn had dan wel een eigen visie, maar die was nauwelijks origineel en daarnaast niet erg ‘modisch’. De kritiek op Ellen ging meer over haar gebrek aan eigen visie. Ellen beaamde dit: ‘Ik zie mezelf ook meer als onderdeel van een team.’ Ze vertelde dat ze zichzelf niet als individuele ontwerper zag. Ook toen ze moest vertellen waarom zij vond dat zij zou moeten blijven, vertelde ze dat ze die kans verdiende en dat ze hoopte zat ze de volgende keer iets meer van zichzelf kon laten zien. ‘Sommige mensen weten op hun tachtigste ook nog niet wie ze zijn’, voegde ze daaraan toe. Op basis van deze beargumentering besloot de jury haar eruit te gooien.

Lekker spannend, zou je denken. Maar toch, het is jammer om te zien hoe iemand, die toegeeft dat ze beter is in samenwerken dan zelf iets neer te zetten als individu, er wordt uitgeknikkerd. Jurylid Gulsen zegt dan wel dat een ontwerper ook in een team zijn eigen visie moet kunnen doorspelen naar andere mensen, maar toch wordt er een voorbeeld gesteld in Project Catwalk dat je als individu moet presteren en dat dat niet in samenwerkingsverband kan. Vreemd, wat het was erg duidelijk in Project Catwalk dat juist Ellen over uitstekende leiderschapskwaliteiten beschikte. Ze luistert goed, ze geeft commentaar, ze geeft richting en ze kan samen met andere ontwerpers een complete collectie in elkaar draaien zoals ze in een eerdere aflevering liet zien. Toch is ze als individu niet geschikt – je moet vooral als ‘jezelf’ scoren en dat doet Ellen kennelijk niet goed genoeg.

Je hoort mensen al verzuchten: ‘Ja, maar zo zit de wereld nu eenmaal in elkaar.’ Precies, als aan individueel scoren – wat gepaard gaat met een grabbelende en saboterende ellebogencultuur – de voorkeur wordt gegeven dan is dát inderdaad hoe onze maatschappij in elkaar zit. De huidige economische crisis hebben we natuurlijk niet te danken aan een maatschappij waarin in goed overleg en communicatie het geld en werk goed wordt verdeeld. Ik kan me daarom niet in vinden in een dergelijk jury-oordeel. Het is jammer dat niemand daar wat over zegt, omdat het kennelijk als standaard en juist wordt ervaren. Wat een onzin eigenlijk. Er zijn erg veel voorbeelden te vinden – ook in de modeindustrie – van producten die tot stand zijn gekomen door samenwerking. Een product kan toch ook zijn plek vinden door een organisch proces?

Helaas zit de modeindustrie anders in elkaar. Exclusiviteit brengt nu eenmaal meer geld in het laatje, zo wordt er gedacht. Samenwerken betekent namelijk meer communicatie en daar gaat meer tijd en meer geld in zitten. Bij Project Catwalk echter moet alles snel, snel, snel. Binnen de strakke paden van de mode-industrie – die vast wel in het script van Project Catwalk staan beschreven – kan er maar één de winnaar zijn. De wereld is een piramide met maar een aantal gelukkige winnaars en daaronder het voetvolk. Samenwerking gebeurt slechts op verticale basis, waarbij het flink naar beneden trappen is om aan de top te blijven. Net als de modewereld zelf levert dat misschien schitterende kometen op, maar die zijn vaak eenmalig en zo vergeten. Duurzaamheid is niet alleen zeldzaam, maar is zelfs nauwelijks gewenst. ‘One week you’re in, the next you’re out.’

Maar goed, laat ik niet al te negatief zijn. Het is fijn om te horen dat iemand als Ellen eerlijk aangeeft hoe zij het ontwerpen voor zich ziet. In een bonusinterview vertelt ze dat nu haar eigen label Ellen George heeft, waarmee ze om het half jaar met een nieuw team van ontwerpers werkt. Zo hoopt ze veel mensen een kans te geven om ervaring op te doen met het opzetten en maken van een kledingcollectie. Dat heeft mijn bewondering. In plaats van compleet los te gaan op egocentrische creativiteit, gooit iemand als Ellen de deuren open en deelt eerder kennis dan zaken voor zichzelf te houden. Op die manier verandert ze concurrentie in samenwerking. Dat is óók iets waarvan veel mensen op hun tachtigste nog niet weten hoe ze dat moeten doen. En dat voor iemand die begin twintig is. Verliezer van de week? Ik dacht het dus van niet.