Samen werken, samen baren

De vrouw als economische stoplap

Pauline van der Lans • 1 jun 2008

Help, de bevolking vergrijst! Maar André Rouvoet heeft een plan: als vrouwen nou weer eens wat meer kinderen gingen baren? Lumineus idee, ware het niet dat zij ook al een andere dienstopdracht kregen: fulltime aan de slag!

Illustratie: Farida Laan

Sinds mensenheugenis bemoeien gezagsdragers zich met gezinspolitiek. In het jaar nul besloot de machtige koning Herodes, uit angst voor ontwrichting van de maatschappij, dat alle jongetjes van twee jaar en jonger maar omgebracht moesten worden (Matteüs 2:16). De arme kinderschaar die dit lot trof, werd later herdacht met de feestdag der onnozele kinderen. Eeuwen later bemoeide de Rooms-Katholieke kerk zich op een geheel andere wijze met de gezinssamenstelling. In plaats van minder kinderen moest er nu juist, uit angst voor leegloop van de kerk, nieuwe aanwas komen.
Mijn oma vertelde eens, onder het genot van een Cointreautje, dat meneer pastoor tijdens de oorlogsjaren kwam informeren of haar schoot, in tegenstelling tot de provisiekast, alweer gevuld was. ‘Ik zou het niet kenne zegge, beste man’, diende zij hem in onvervalst Haags van repliek. ‘Of het zou van gisteravond motte weze.’
Heden ten dage hebben we onze minister van Jeugd en Gezin, André Rouvoet. Getrouwd met een arts en vader van vijf kinderen. Hij houdt van lezen en snookeren en op Hyves heeft hij al bijna 6500 vrienden. Een sympathieke man die met zijn tijd meegaat, zou je denken. Dat valt vies tegen. Dit voorjaar hield de bewindsman, Genesis indachtig, een pleidooi voor het grote gezin. ‘God gaf hun zijn zegen en zei: Breng veel nakomelingen voort om de aarde te bevolken.’ Als hij in het interview zijn wens motiveert, blijkt daar echter geen enkel religieus tintje aan te zitten: de Nederlander wordt steeds ouder en er zijn domweg meer mensen nodig om de vergrijzingskosten op te vangen. Dat lijkt hem te inspireren zijn neus in een privéaangelegenheid zoals gezinsplanning te steken. Ter illustratie is hij zo aardig de ideale situatie even voor ons uit te rekenen. Nederlandse vrouwen krijgen thans gemiddeld 1,7 kind. Als dat er nu 2,1 worden, dan zijn we uit de problemen. Monter bergt hij zijn pocketcalculator op, op de plek waar eerst zijn zakbijbeltje zat. Economie is de nieuwe godsdienst.

Christelijk een-tweetje
Rouvoets baas Jan Peter Balkenende (Hyves-score 65038) had ook een goed idee: ‘Samen werken, samen leven’. Sinds de minister-president deze leus namens het kabinet in juni 2007 bekendmaakte, kan hij het niet vaak genoeg zeggen. Dat werken eerder genoemd wordt dan leven, daar is goed over nagedacht. Mensen die werken kosten de overheid niets, dus iedereen moet aan de slag. Ook vrouwen. Vooral vrouwen. Het regeerakkoord bevat de volgende aanvalspunten: er moeten meer vrouwen in topfuncties geplaatst worden, de arbeidsuitval van vrouwen tussen de 35 en 40 jaar moet verkleint worden en de kans op herintreden voor deze groep moet vergroot worden. Er is binnen het ministerie van Sociale Zaken zelfs een ‘Taskforce Deeltijd Plus’ in het leven geroepen om mensen met kleine deeltijdbanen (in concreto: vrouwen) aan te moedigen meer te gaan werken.
Powerfeministe Heleen Mees doet nog een schepje bovenop Balkenendes oekaze: vrouwen moet niet zo laf blijven hangen in hun leuke baantjes. Ze moeten glazen plafonds doorhakken en zich een weg vreten door het mannenbolwerk. Haar zuster in de strijd, scheidend Opzij-hoofdredacteur Cisca Dresselhuys, schrikt zich rot als blijkt dat de Nederlandse vrouw eigenlijk best tevreden is met de combinatie moederschap en parttime baan.
Zowel vanuit ons economisch-godsdienstige kabinet, als vanuit de hoek van bovengenoemde invloedrijke seksegenoten, worden vrouwen genadeloos aangepakt: werken zul je, in een fulltime toppositie, en je vindt het leuk! Op een van de vele internetsites van bijstandsmoeders en werkende vrouwen is de volgende noodkreet te lezen: ‘Vrouwen moeten van alles meer. Meer werken, meer topfuncties krijgen, meer geld verdienen en meer mantelzorgen.’ En meer baren, voegt onze minister van Jeugd en Gezin daar nu dus nog eens doodleuk aan toe. Een leuk christelijk een-tweetje waarbij economische plannen weer eens op de vrouwen worden afgewenteld.

Vrouwenvoetbal
In Nederland wordt het eerste kind geboren als de vrouw tussen de 27 en 31 jaar oud is, het tweede op een leeftijd tussen de 30 en 33 jaar. Op het moment dat vrouwen dus hun volgende kind zouden moeten baren – volgens Rouvoets pocketcalculator is een op de tien de klos – zijn ze tussen de 35 en 40 jaar. Dan wordt nou juist ook van hen verwacht, zie het regeerakkoord, dat ze op de arbeidsmarkt blijven of terugkeren.
We hebben het over een prachtige leeftijdsfase waarin zowel levens- als werkervaring is opgedaan en er ook nog een beloftevolle toekomst aan de horizon gloort. Moeders zitten op vrouwenvoetbal, vaders hijsen hun dochters in hun prinsessenjurken. Vaders hebben lol op hun papadag en moeders overwegen er een werkdag bij te nemen. Mooi, denkt André Rouvoet. Als dat allemaal met 1,7 kind lukt, moet dat met 2,1 ook kunnen. Zucht. Waar is mijn oma als je haar nodig hebt? Zij had als geen ander de gezinsminister tot de orde kunnen roepen: ‘Zeg vrijer, waar bemoei jij je eige mee?’
Graag neem ik het stokje van haar over: je als overheid bemoeien met privéaangelegenheden is al schandalig genoeg, maar los daarvan: waar ligt de grens? Nog even en gezagsdragers besluiten dat het arbeidsmarkttechnisch beter is om alleen jongens geboren te laten worden. ‘Eén meisje per gezin’, lezen we dan in de krant. ‘Hooguit!’ Economie is de nieuwe godsdienst en wordt steeds belangrijker. Hierdoor zal de overheid zich steeds vaker met de persoonlijke levenssfeer van de burgers bemoeien, met vrouwen als speelbal die door de heilige drie-eenheid Balkenende-Rouvoet-Mees in een spel zonder regels alle richtingen op geschoten wordt. Fulltime werkende mannen hebben daar, vanaf de publieke tribune, een beleefd applausje voor over.

Flierefluit
Een bevalling is a hell of a job. Het duurt zeker een jaar voordat een vrouw na een bevalling weer de oude is. Het herstel van baarmoeder en bekkenbodemspieren duurt gemiddeld zeven weken. Langer duren de problemen met lichaamstemperatuur, hormoonhuishouding, ontlasting, seksuele motivatie en eetlust. Psychologische klachten als spanningen en stress gaan hiermee hand in hand. En kinderen opvoeden vergt kracht en energie. Van vrouwen wordt door zowel overheid als Heleen Mees en consorten verwacht dat zij dit alles combineren met een kekke voltijdsbaan waarbij ze hun kinderen voor dik zes euro per uur onderbrengen in dagverblijven met klinkende namen als Solo Bambini, Mister Nosey en De Flierefluit.
Samen werken, samen leven. Komt dat goed met Mister Nosey op het pluche van Jeugd en Gezin? Dacht het niet. Als de gezinsminister dan zo nodig kinderen en jongeren om zich heen wil hebben, dan surft hij maar naar Hyves. Mocht hij zich echter serieus willen buigen over de rol van het gezin in de maatschappij, dan dient hij voorwaardenscheppend beleid te ontwikkelen. Dat betekent niet dat hij maar wat moet roepen in een gratis ochtendkrant, maar dat hij gewoon gaat doen waar hij voor is aangenomen, namelijk zorgen voor goede en betaalbare kinderopvang, aandacht voor deeltijdwerk, flexibel ouderschapsverlof en goedbetaalde banen voor vrouwen. Doet hij dat niet, dan kan hij maar het beste op de wachtlijst geplaatst worden van De Flierefluit.

Pauline van der Lans is freelance schrijfster en o.a. redacteur van Raffia, het tijdschrift over genderstudies van de Radboud Universiteit Nijmegen.