De seksrobot: een experiment met onbekende uitkomst

Noortje Willems • 12 nov 2015

Behoren seksrobots tot een technologie waar we ons uit ethische overwegingen niet mee moeten inlaten? Die vraag staat centraal tijdens de paneldiscussie ' op het Border Sessions festival, waar internationale sprekers ingaan op de vraag hoe opkomende technologieën de samenleving van de toekomst vormgeven. Kathleen Richardson, ethicus en initiator van de Campaign Against Sex Robots, cultuurwetenschapper Linda Duits en technologie-filosoof Marijntje Smits gaan met elkaar in discussie.

Kathleen Richardson is uiteraard pertinent tegen de seksrobot. ‘Ik wil dat we ons een bedreigd mensbeeld weer toe-eigenen,’ zegt ze. ‘De mens is een subjectief, complex en voelend wezen, die gedachte moet erkend en bewaakt worden.’ Het probleem met seksrobots is volgens haar dat het vrouwen tot objecten reduceert. Ze trekt hierbij een vergelijking met prostitutie, dat ze definieert als het tijdelijk kopen van een vrouw. Nog voor ze haar betoog heeft afgerond zijn de posities die de sprekers in het debat aannemen al duidelijk. Smits glimlacht: ze lijkt het wel vermakelijk te vinden. De ogen van Linda Duits worden steeds groter. Met zichtbare moeite wacht ze op het moment om Richardson te onderbreken: ‘Je vergelijking gaat mank. Prostituees - sekswerkers noem ik ze - verkopen niet hun lichaam, maar een dienst.’

Duits ziet seksrobot als een instrument. ‘Een object die in een bepaalde behoefte kan voorzien, daar is niks mis mee. De seksrobot is daarmee niet veel anders dan de zorgrobot.’ Ze vindt dat we er voor moeten waken robots en mensen op één hoop te gooien. Het is immers duidelijk dat seksrobots geen echte vrouwen zijn. ‘Het zal echt nog wel een tijdje duren voor we robots als volwaardige datingpartners gaan zien, zelfs internet-daten is in deze tijd nog omstreden.’ Ze refereert aan het concept van de ‘griezelvallei’het unheimliche moment waarop een humanoïde robot te veel op een mens gaat lijken. ‘Mensen willen helemaal geen robots die op echte mensen lijken.’ Roxxxy mag dan wel in de markt zijn gezet als een ‘true companion’, ze is het natuurlijk bij lange na niet. Als deze seks-pop al een vrouw benadert, is het wel een heel erg ééndimensionale vrouw: een karikatuur van een karikatuur.

Volgens Smits gaat het bij de ontwikkeling van seksrobots om een experiment waar de uitkomst nog niet van vaststaat. Nieuwe technologieën bevragen en herdefiniëren onze opvattingen over liefde, relaties, seksualiteit en het leven zelf. En in het beoordelen van de maatschappelijke implicaties van de seksrobot is een ethische en politieke discussie op zijn plaats. Wat is de goede samenleving en hoe willen we ons tot elkaar verhouden? Dat hierbij ook een genderperspectief gehanteerd moet worden, is evident. Wat zijn de beelden die we hebben van mannen en vrouwen? In onze samenleving ligt het in de conservatieve orde der dingen besloten dat het mannelijke subject kijkt, terwijl het vrouwelijke object bekeken wordt. Deze objectificatie van de vrouw is geen nieuw gegeven en kun je dus ook niet zomaar wegwuiven. Seksrobots zijn volgens haar niet zonder meer een oplossing, zoals Linda Duits betoogt, maar hebben wel degelijk weerslag op de wijze waarop wij onze verhoudingen tot elkaar voorstellen.

Smits is van mening dat de ontwikkeling van nieuwe technologieën als de seksrobot wezenlijke praktische, maatschappelijke en ethische effecten hebben, waarop wij dienen te reflecteren. In de ontwikkeling van nieuwe technologieën zouden de behoeftes en wensen van mensen veel meer centraal moeten staan, waarbij verschillende perspectieven in acht worden genomen. Waarom gaat het bij de seksrobot bijvoorbeeld automatisch over een vrouwelijke robot die in de behoeftes van mannen voorziet? Linda Duits oppert de mogelijkheid van een feministische seksrobot. Ze doelt op een seksrobot m/v/anders die in de seksuele behoeften van vrouwen voorziet. ‘Daar is ongetwijfeld vraag naar.’

De discussie omtrent de seksrobot is ingewikkeld omdat er complexe filosofische vragen mee gemoeid zijn. Wat onderscheidt een mens van een robot en hoe scherp kunnen we die scheidslijn trekken? Gaat het om bewustzijn? En hoe definiëren we dat dan? Richardsons opinie dat ‘real physical and sensorial experience’ kenmerkend is voor de mens, is problematisch als je je realiseert dat, hypothetisch beschouwd, ook robots cognitieve vermogens kunnen hebben. In de hele discussie worden robots als minderwaardig gepresenteerd aan mensen, maar werpt juist deze impliciete scheidslijn niet ook vragen op over de wijze waarop in de geschiedenis bepaalde groepen mensen als minderwaardig werden beoordeeld ten opzichte van andere groepen. Vrouwen bijvoorbeeld? Zijn seksrobots het probleem, of zijn mensen het probleem?

Want wie programmeert de robot? Techno-normen ontstaan niet alleen vanuit de technologie zelf, maar worden ook gestuurd. Juist om die reden lijkt de vraag om regulering op zijn plaats. Wie is er in het geval van robotica verantwoordelijk (lees: aansprakelijk)? Wat staat er in de kleine lettertjes? Richardson vindt de gedachte dat we ons vriendschappelijk tot robots kunnen verhouden gevaarlijk. Vooralsnog is dat namelijk precies het concept waar ondernemers uit Sillicon Valley grof geld aan verdienen.

Het Border Sessions Festival, over technologie en de samenleving, vond gisteren en vandaag (11 & 12 november) plaats in Den Haag. De paneldiscussie over seksrobots werd gemodereerd door Jeroen Hopster.

Foto: Roxxxy