Tegen je natuur in
Over vrouwen met hersens en zonder kinderen

Ik heb geen zin om een boos stuk te schrijven. Ik zit namelijk in een zelfgekozen (en, vind ik, geprivilegieerde) positie. Van kinds af aan voelde ik dat ik geen kinderen wilde en dat is nooit veranderd, alle opmerkingen (‘wacht maar totdat je eierstokken gaan rammelen’) ten spijt. Ik wist wel dat mijn eierstokken niet zouden gaan rammelen en dat is ook niet gebeurd, ook niet nu ik de veertig nader. En ik ben best een tijdje boos geweest op al die ooms, leidinggevenden, collega’s en vriendinnen die maar bleven zeggen dat ik later nog wel kinderen zou willen, alsof je op je 18e, 25e en zelfs 30e of 33e nog niet toerekeningsvatbaar bent. Het meest ergerde ik me aan de mensen die verkondigden dat het ‘gewoon natuurlijk’ was voor vrouwen om kinderen te willen. Ja, die mensen zijn er nog steeds, anno 2025. Alsof vrouwen irrationele diertjes zijn en mijn keuze om geen moeder te worden onnatuurlijk is. Lieverds, ik bepaal zelf wel wat natuurlijk is voor mij.
Maar, zoals zo vaak bij uitingen van mensen, dit soort opmerkingen ging vaker over henzelf dan over mij, besefte ik. Boosheid is dus niet altijd op zijn plaats. De mensen die me zeiden dat het natuurlijk is voor de vrouw om te willen baren waren bijna allemaal mannen die vader waren geworden, omdat hun vróuw graag moeder wilde worden. Soms was er zelfs tegenzin geweest. Dat is hartstikke lief van ze, want ze hebben hun echtgenote iets waardevols gegeven. Het verklaart echter wel hun soms inflexibele mening over natuurlijk vrouwengedrag (als moederschap niet natuurlijk zou zijn, hadden zij onder het vaderschap uit kunnen komen).
Daarnaast, wederom zoals bij zoveel menselijke gedragingen, is het makkelijker te doen wat de meerderheid doet dan kiezen voor een minderheidsrol. Meningen over mijn mogelijk eenzame lot later als bejaarde vrouw zijn daarom vaak geboren uit zorgzaamheid (“wie zorgt er dan voor je als je oud bent?”) en niet uit veroordeling. Het blijft vrij ongevoelig, maar het is hoeft als oordeel geïnterpreteerd te worden. Ik vind echter dat angst voor eenzaamheid geen reden mag zijn om kinderen te krijgen. Je kinderen zijn compleet vrij en dat betekent dat ze je ook mogen verlaten om nooit meer op bezoek te komen. Essentieel aan kinderen krijgen is het risico ze te verliezen, dus het kan zijn dat een bejaarde moeder zich eenzamer gaat voelen dat een kinderloze bejaarde vrouw.
Mijn punt is dus, welk stuk ik ook schrijf (en er wordt gelukkig de laatste jaren veel geschreven over bewust kinderloze vrouwen), enkel schrijven vanuit boosheid omdat het systeem waarin we zitten vrouwen zonder kind nog steeds vaak wegzet als incompleet, zou een onvoldoende genuanceerde invalshoek zijn. Het is een onderdeel van het verhaal en het is belangrijk dat de stemmen van vrouwen zonder kinderen gehoord worden (zelf had ik op m’n 22e ook graag een boos stuk gelezen over hoe onrechtvaardig het is dat een keuze om geen moeder te worden niet als positieve beslissing wordt neergezet), maar zoals eigenlijk bij alle keuzes die we maken is het vrij menselijk om de keuze van een meerderheid te verdedigen en die van een minderheid te bevragen. We blijven kuddedieren (‘natuurlijk’ mensengedrag, niet?) en dat lijkt me een vrij constant aanwezige eigenschap. Het besluit om het anders te doen blijft echter altijd mogelijk. Als je gifgroene kniekousen aandoet krijg je ook de hele dag blikken van omstanders, maar het mag wel en het is leuk om te doen. Wat je nodig hebt, sowieso, is een dikke huid.
Dit is een tricky conclusie, zeker in een feministisch tijdschrift. Ik ben vanzelfsprekend de mening toegedaan dat mannen moeten stoppen met het voorschrijven van het ‘natuurlijke’ gedrag van de vrouw. De vrouw heeft hersens en kan tegen haar eventuele impulsen ingaan, als ze wil. Daarnaast valt mijn mond nog steeds open van verbazing als mensen om me heen aannemen dat ik ooit nog wel kinderen wil (alsof mijn keuze als 37-jarige om geen kinderen te hoeven nog steeds hun goedkeuring niet kan wegdragen). Maar de keuze om kinderloos te blijven komt me hier en nu niet op werkelijke sancties te staan. Ik word niet tot een huwelijk gedwongen (zoals elders het geval zou zijn geweest), ik mag abortus plegen als ik per ongeluk toch zwanger zou worden, ik mag in mijn eentje reizen, autorijden, alleen wonen en alles doen wat ik wil met mijn tijd. Dat is complete vrijheid en dus privilege. De enige obstakels die ik ondervind zijn sociaal, omdat de associaties die kinderloze vrouwen oproepen nog steeds niet altijd positief zijn. Dat betekent ongemak op familiefeestjes (‘lieve familie, als jullie dit lezen, ik kies bewust voor een leven zonder kinderen en ik ben daar gelukkig mee’), maar als dat het enige is waar ik overheen moet komen, mag ik wel enige terughoudendheid betrachten bij het uiten van boosheid, als het om de huidige geprivilegieerde Nederlandse situatie gaat. We zijn al een eind op weg en nog steeds mag het beter. En… het mag zeker beter, maar we zijn al een teringeind op weg.