Oud-leden aan het woord - Gusta Drenthe

Gustha gefotografeerd door Annika Hagen Kaatje Ziet
Gustha gefotografeerd door Annika Hagen Kaatje Ziet
Nienke Amarins Hettinga (redacteur)

Omdat LOVER dit jaar vijftig jaar bestaat, heeft de redactie oud-leden, die om en rond 1984 actief waren, van Tijdschrift LOVER geïnterviewd. Hoe kijken ze terug op hun tijd bij LOVER? Wat motiveerde hen toen? Herkennen ze hun idealen in die van jongere generaties? En hoe zien zij de toekomst van het feminisme? In deze editie: Gusta Drenthe.

Gusta Drenthe zat vanaf eind jaren zeventig tot eind jaren tachtig in de redactie van LOVER en daarna nog een korte periode in de redactieraad. Samen met haar vriendin Annelies Koorn solliciteerde ze op een LOVER-vacature bij Lottie Schenk, een van de vrouwen van het allereerste uur. Ze waren verantwoordelijk voor de rubriek Signalementen: een systematisch overzicht met korte bibliografische beschrijvingen van wat er zoal gepubliceerd werd in die tijd. Het aantal publicaties groeide in die tijd hard en dat was de aanleiding om LOVER te starten: om bij te houden wat er allemaal gaande was binnen de vrouwenbeweging.

Van kaartenbak tot thesaurus

Ik ben mijn hele werkzame leven actief geweest in de wetenschappelijke bibliotheekwereld en had een grote affiniteit met de vrouwenbeweging, zij het zonder een sterke activistische inslag. De vacature voor LOVER kwam als een geschikte mogelijkheid naar voren om mijn vakkennis toe te passen. In de tijd dat vrouwenstudies nog in de kinderschoenen stonden en nauwelijks zichtbaar waren, was het een uitdaging een passende indeling voor die publicaties te bedenken. Dit was vooral merkbaar in de jaren tachtig, toen theoretische ontwikkelingen nog in volle gang waren. Digitalisering bestond nog niet, dus we hadden als redactie onze handen vol om de honderden handgeschreven kaartjes in kaartenbakken in passende rubrieken te plaatsen.

Vooral de discussies over identiteit waren levendig, bijvoorbeeld over het wel of niet samenwerken met mannen - wat wij toch deden - en rondom termen als 'lesbisch bestaan' en 'allochtonen'. Dit leidde tot veranderingen in de rubricering, zoals het onderscheid maken tussen Zwarte vrouwen, migranten en vluchtelingen. Deze ontwikkelingen reflecteren voor mij de voortdurende veranderingen in de samenleving en de daarbij horende taal. De aanvankelijk heftige discussies over de gekozen rubrieksindeling weerspiegelden de breedte en diepte van het feminisme in die tijd.

Later startte ik samen met Maria van der Sommen met het maken van een vrouwenthesaurus, een systematisch zoeksysteem uitgaande van de beschrijving van de realiteit van vrouwen in plaats van mannen. Ons zoeksysteem is later overgenomen in de catalogus van het Internationaal Informatiecentrum en Archief voor de Vrouwenbeweging (IIAV), nu Atria. Terugkijkend op die tijd besef ik dat het nu vrij zeker anders zou worden opgezet, maar dergelijke inzichten komen altijd achteraf. De essentie van zo’n thesaurus blijft een taal die de wereld om ons heen moet beschrijven. Maar die wereld verandert, de taal verandert en een thesaurus moet mee veranderen.

Mijn tijd bij LOVER blijft een belangrijk deel van mijn leven. We waren allemaal jonge twintigers, vol energie en ideeën. De ervaring bij LOVER heeft me veel geleerd, vooral op het gebied van discussiëren, vergaderen en het opstellen van stukken. Hoewel de debatten soms fel waren, waren ze uiteindelijk leerzaam. Ik koester mijn betrokkenheid bij vrouwenstudies en het tijdschrift. Het doet me goed dat LOVER nog steeds actief is.

Hoopvolle evolutie

Ja, ik kan me zeker inleven in de evolutie van het feminisme en hoe het zich tot nu toe heeft ontwikkeld. Mijn perspectief is gevormd door mijn ervaringen als een heteroseksuele vrouw die haar weg heeft gevonden door verschillende sociale en academische omgevingen. Het begrip dat ik heb gekregen voor de complexiteit van genderkwesties is gegroeid. Ik heb altijd geprobeerd een podium te bieden aan vrouwen in mijn werk, vooral binnen de academische wereld waar ik actief ben geweest. Ik heb gezien hoe discussies over bijvoorbeeld gender issues, taalgebruik en reproductieve rechten steeds opnieuw opduiken, en hoe belangrijk het is om deze kwesties te blijven benadrukken in een tijd waarin populisme de discussie vertroebelt.

In mijn tijd aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam heb ik gemerkt dat er een gebrek aan representatie van vrouwen in bepaalde vakgebieden was. Dit heeft me gemotiveerd om te streven naar meer inclusiviteit en diversiteit, niet alleen binnen mijn eigen vakgebied - informatievoorziening in de sociale wetenschappen - maar ook binnen de bredere academische gemeenschap. Het stemt me hoopvol dat vrouwen tegenwoordig meer zichtbaar zijn in de media en in publicaties. Uit onderzoek blijkt echter nog steeds dat het werk van vrouwelijke auteurs minder wordt geciteerd dan dat van hun mannelijke collega's. Gelukkig hebben inmiddels grote uitgevers als bijvoorbeeld Springer en Elsevier diverse citatietools ontwikkeld en worden gebruikte zoekalgoritmes kritisch beoordeeld.

Complexiteit

Op de vraag hoe ik de toekomst van het feminisme zie, is het lastig voor mij om een eenduidig oordeel te geven. Ik voel de noodzaak om te benadrukken dat het aan de jongere generaties is om deze op hun eigen manier te verkennen en te ontwikkelen. De complexiteit maakt het soms moeilijk om te zeggen of iets wel of niet zal slagen. Mijn houding balanceert tussen optimisme en pessimisme. Het lijkt een simplistisch antwoord, maar de realiteit is helaas altijd complexer dan je zou willen.

Bijvoorbeeld, de toegankelijkheid van opleidingen en de groeiende aanwezigheid van vrouwelijke stemmen in de media weerspiegelen een verandering. Toch blijven er discussies terugkomen, zoals het recente besluit van de Volkskrant om alleen mannelijke beroepsaanduidingen te gebruiken, waar ik het niet mee eens ben vanwege het toch weer onzichtbaar maken van vrouwen. Verandering in taal verandert niet automatisch gedrag. 

Oud-leden_Tijdschrift_LOVER_gefotografeerd_door_Annika_Hagen_Kaatje_Ziet.jpg

[ID] Op de foto zijn de geïnterviewde oud-leden van Tijdschrift LOVER te zien en is gemaakt door Annika Hagen (Kaatje Ziet) in 2024. De foto is een recreatie van een foto gemaakt van dezelfde leden in 1981 door Catrien Ariëns die openbaar te vinden is in het archief van Atria. Van links naar rechts op de onderste rij is te zien Gusta Drenthe, op de middelste rij Marijke Mossink, Pamela Pattynama, Robertine Romeny en Trude van Kuijeren, en op de bovenste rij Anneke de Regt en Anneke Heinz. Nicoline Meiners is overleden en is daarom niet op de recreatie van de foto te zien. 

Meer uit deze reeks

In het kader van het vijftigjarige bestaan van LOVER interviewt de redactie oud-leden van Tijdschrift LOVER. Dit is het derde interview in deze reeks. Eerder verscheen/verschenen: Oud-leden aan het woord - Anneke de Regt en Anneke Heinz

Help je mee om 50 jaar LOVER te vieren?
Dit jaar bestaat LOVER 50 jaar. Sinds de start in 1974 draait LOVER volledig op vrijwilligers en donaties. Om ons verleden te eren en ons jubileum te vieren maken we een fysieke uitgave. Daarvoor is - naast de tomeloze vrijwillige inzet van schrijvers en beeldmakers - ook geld nodig. Er is €3100 nodig om de productie en verzending van de fysieke uitgave te bekostigen en een evenement hieromheen te verwezenlijken. Wil jij meehelpen? Doneer dan aan onze crowdfunding bij Voordekunst. Vergeet ook zeker niet de tegenprestaties te checken!

Meer LOVER? Volg ons op TwitterInstagramLinkedIn en Facebook.