Over de nuances binnen religie en feminisme zijn we nog lang niet uitgesproken

Een verslag van de Radboud Reflects lezing ‘Feminism in Judaism and the Islam’.

feminism1
feminism1
Maaike van Leendert (bestuurslid)

Gecompliceerd, divers, en continu veranderend. Dat is niet alleen het feminisme, maar ook het jodendom en de islam. Op maandagavond 13 januari stroomde theaterzaal C in Nijmegen behoorlijk vol om te luisteren naar antropoloog van de islam Margreet van Es en politiek filosoof Anya Topolski. De niet altijd tactische moderator Marcel Becker kreeg het publiek daar gratis bij.

Topolski was lastminute opgeroepen om de plaats van Jewish Studies scholar Susannah Heschel in te nemen, die door onvoorziene omstandigheden niet aanwezig kon zijn. Door die afzegging zag de avond er iets anders uit dan gebruikelijk op een Radboud Reflects avond. In plaats van de gebruikelijke twee korte lezingen, werd Topolski geïnterviewd. Daarna was er natuurlijk nog ruimte voor discussie.

De avond begon met de lezing van Van Es, waarin zij dieper inging op feminisme binnen de islam. Ze nam ruim de tijd om uit te leggen hoe divers zowel de islam als haar feministische stromingen waren. Hiervan had ik het idee dat het niet zo nodig was: we snappen immers toch allemaal wel dat een religie niet bestaat uit één homogene groep? Uit de latere discussie bleek echter dat ik het mis had.

In eerste instantie leek de lezing een beetje op de oppervlakte te blijven, maar het werd concreter op het moment dat de ideeën van hoogleraar islamstudies Amina Wadud aan bod kwamen. Hierbij ging Van Es dieper in op de manier waarop Wadud de ideeën uit de Koran zodanig interpreteert dat ze kan stellen dat mannen en vrouwen absoluut gelijkwaardig zijn. Ze gebruikte daarbij het idee van ‘Tawhied’: de eenheid van God. Hierbij wordt ervanuit gegaan dat er niets tussen mens en God in kan staan. Een directe verbinding dus. Dat zou dus ook betekenen dat een man niet tussen een vrouw en God in kan staan, en dus, zo beoogt Wadud, zijn mannen en vrouwen gelijk. Door middel van dit voorbeeld slaagde Van Es erin theorie, die ongetwijfeld sterk vereenvoudigd was, zodanig duidelijk uit te leggen dat het ook voor een religie-leek zoals ik prima te begrijpen was.

Van Es’ focus lag vooral op de ideeën van anderen, al kwam ze daar wat van los op het moment dat ze bij moderator Becker aan tafel ging zitten. Dit was anders bij Topolski: zij maakte al direct duidelijk dat ze sprak vanuit zichzelf, haar eigen opvatting van joods-zijn en haar eigen ervaringen. Soms ging ze wel in op andere stromingen binnen het jodendom, maar daarbij werd telkens duidelijk vermeldhoeveel verschillende ideeën er binnen het jodendom heersen (‘two Jews, three opinions’ is een uitdrukking die gedurende de avond regelmatig viel).

De woorden ‘messy’ en ‘diverse’ waren misschien wel de kernwoorden van deze avond, maar dat leek de moderator niet helemaal door te hebben. Nadat beide vrouwen al geruime tijd aan het woord waren geweest over de diversiteit en complexiteit van feminisme binnen het jodendom en de islam, besloot hij de discussie te beginnen met de vraag of de twee ‘hun religie’ een cijfer tussen de 0 en 10 konden geven om aan te geven hoe goed het ging met het feminisme binnen ‘deze religie’. Hiermee ging Becker volledig voorbij aan de nuances die ondertussen al een klein uurtje aangebracht waren door de twee sprekers. Gelukkig had Topolski het lef om de vraag terug te kaatsen voordat zij zelf antwoord gaf, met een high five van Van Es tot gevolg.

Dat Becker sowieso niet echt leek te luisteren naar wat er gezegd werd, bleek ook uit zijn interactie met Topolski. De filosofe gaf meerdere keren aan dat zij het woord ‘religie’ niet gebruikte, omdat het jodendom voor haar meer gaat om wat ze doet dan om wat ze gelooft. Daarbij lichtte zij ook uit dat veel mensen zich identificeren als jood, maar ruim de helft hiervan niet praktiserend is. Ze benadrukte ook het christelijke en daarmee gereduceerde en negatieve frame waarin het jodendom is gedrukt. Becker bleef echter maar refereren aan ‘religie’. Het leek bijna alsof hij die ochtend wat vragen op had geschreven en in niet in staat was deze ietwat aan te passen naarmate het gesprek vorderde.

Gelukkig kwamen er vanuit het publiek wel nuttige vragen, waarbij de diversiteit en complexiteit van de materie niet werden gereduceerd tot cijfers van 0 tot 10. Er werd bijvoorbeeld ingegaan op de intersecties van beide (geloofs)overtuigingen en feminisme – en daarbij de vraag of het nuttig was om deze twee dingen samen te zien, of juist als aparte eenheden te beschouwen. Van Es ging in haar antwoord in op verschillende bewegingen en diens opvattingen over deze kwestie. Hierbij benadrukte ze dat het niet feminisme is waar de islam aan toegevoegd wordt, of de islam waar feminisme aan toegevoegd wordt, maar juist de intersecties van deze twee. Topolski’s antwoord had dezelfde tendens: voor haar was feminisme inherent verbonden aan haar joods-zijn, juist omdat zij het feminisme had gekozen vanuit haar joodse identiteit. Ze wilde niet hoeven kiezen voor het jodendom of het feminisme, omdat deze voor haar juist verbonden waren.

Becker concludeerde de avond met de boodschap dat we het eigenlijk een avond lang over feminisme zouden hebben, maar ook veel van religies hebben geleerd. Daarmee sloeg hij de plank dus wederom mis. Met de opmerking over dat we Herschel totaal niet gemist hadden – misschien lief bedoeld – ook. Erg jammer, maar eigenlijk hadden we Becker helemaal niet nodig. Zowel Van Es als Topolski waren prima in staat om voor zichzelf te spreken.

 

Radboud Reflects heeft (het grootste deel van) de lezing online gezet. Dat kun je hier terugkijken.