Arbeidsparticipatie binnen het kapitalisme: wat we van de tradwive beweging kunnen leren

Beeld door Jannah van Hout
Beeld door Jannah van Hout
Aurora Montiel Somer (redacteur)

Wat we van Tradwives kunnen leren – arbeidsparticipatie en kapitalisme
Of het feminisme te ver is gegaan. Te ver met emancipatie, omdat vrouwen nu én zorg én werk moeten combineren. Dat was een van de centrale thema’s bij de aflevering Terug naar het aanrecht? van het programma Nadia. Er werd besproken of de man als kostwinner en de vrouw als hoofdzakelijk verantwoordelijk voor zorg, huis en reproductieve taken achterhaalde patronen zijn of moderne manieren. Een belangrijk onderwerp in een tijd waarin tradwives – vrouwen die zweren bij een terugkeer naar een ‘traditionele rolverdeling’ – steeds meer de kop opsteken op sociale media, en langzamerhand overwaaien van de Verenigde Staten naar Europa. Maar van tradwives kunnen we ook wat leren: ze brengen de aandacht terug naar het vraagstuk over de verdeling van zorg en werk, en welk arbeid als economisch waardevol wordt gezien. Niet onbelangrijk in een tijd waarin geld en vermogen de voornaamste vorm van macht vormen. Ze zijn een symptoom van het feit dat kapitalisme afhankelijk is van sociaal reproductieve arbeid, maar deze tegelijkertijd niet waardeert. Het feminisme is dus niet het probleem, het kan juist de oplossing bieden.

We zijn geëmancipeerder dan ooit
Het Sociaal en Cultureel Planbureau meet emancipatie van vrouwen doormiddel van hun participatie in betaalde arbeid, het problematiseert hun positie als deze dreigt te verlagen – in de Emancipatie monitor van 2020 staat dat ‘vrouwen emancipatie weer in een lift zit’, omdat er een gestegen hoeveelheid vrouwen in betaalde arbeid participeren. Vrouwen werken steeds vaker en steeds meer uren, concludeert het rapport.

In de eerste en tweede feministische golf werd gestreden voor zelfontplooiing en financiële onafhankelijkheid met de nadruk op arbeidsparticipatie. In die tijd schreef Betty Friedan haar baanbrekende werk The Feminine Mystique over hoogopgeleide Amerikaanse vrouwen waarvan hun enige toekomstbeeld huisvrouw worden was. In Nederland schreef Joke Smit in het Het Onbehangen bij de vrouw over ongelijkheid tussen man en vrouw in reproductief en productief arbeid. Deze feministische strijd is cruciaal geweest voor een cultuurverandering waarin vrouwen de mogelijkheid kregen tot financiële onafhankelijkheid - inmiddels werkt 77,1% van de vrouwen in Nederland. Maar het verschil in betaalde werkuren is tussen mannen en vrouwen gemiddeld nog heel groot – 39,4 uur per week voor mannen en 29,2 uur per week voor vrouwen. Daarnaast, of hierdoor, zijn vrouwen nog steeds kwetsbaarder voor armoede, zijn ze vergeleken met mannen nog vaker financieel afhankelijk van een partner of de staat, en zijn ze oververtegenwoordigd in parttime werk. Dit laatste omdat ze nog steeds het leeuwendeel van huis en zorgtaken op zich moeten nemen. Mannen en vrouwen zijn dus ‘nog’ niet gelijk aan elkaar, maar vrouwen onderling ook niet. De strijd voor emancipatie is namelijk niet voor elke vrouw hetzelfde. bell hooks schreef terecht dat The Feminine Mystique blind is voor sociaal economische klasse en etniciteit, aangezien een derde van de Amerikaanse vrouwen al actief was op de arbeidsmarkt toen het boek verscheen.

Emancipatie binnen een systeem van ongelijkheid
De nadelige symptomen van deze snelgroeiende en bewegende wereld beginnen langzamerhand hun weerklank te vinden in de maatschappij. Sarah Sluier schreef op 24 januari in haar Column Daglicht en de kerker, “we zijn heel erg moe omdat we inmiddels ook voor anderen in onze families zorg beginnen te dragen. We ademen emancipatie, werken harder dan ooit, maar ook in het huiselijke leven ligt de lat hoog”.

In 2004 omschreef socioloog Zygmunt Bauman de huidige staat waarin de (Westerse) wereld zich in bevind met de term ‘Liquid Modernity’ – een snel veranderende, bewegende maatschappij waarin iedereen zich constant moet aanpassen en veranderen om nog van waarde te zijn. Het is een verwijzing naar kapitalisme en de heersende neoliberale moraal, waarin iedereen individueel afhankelijk is van zijn eigen succes en zijn eigen (economische) waarde. Bauman ziet ‘liquid modernity’ als een wagen die in een snelle vaart beweegt, sommige mensen kunnen hard genoeg rennen om erop te springen en mee te rijden, anderen blijven achter of worden overreden. Wat Bauman vergeet in zijn analyse is dat er ook mensen zijn die ervoor zorgen dat de ander kan rennen achter deze wagen. Dit zijn de individuen die de sociaal reproductieve zorg uitvoeren, een vorm van onbetaalde arbeid waar het kapitalisme afhankelijk van is, maar wat het tegelijkertijd volledig overschaduwt, onderwaardeert en privatiseert. In de meest fundamentele zin omdat je, als je ‘arbeiders’ nodig hebt, je iemand nodig hebt die deze arbeiders produceert. Maar ook omdat economische productie inherent afhankelijk is van sociaal en reproductief werk – koken, schoonmaken, zorg, opvoeding, wassen en alle andere taken waardoor iemand naar zijn betaalde werk kan en deze kan goed kan uitvoeren. Dit is historisch gezien hoofdzakelijk de taak van vrouwen geweest, en zoals eerder benoemd – is het dat ook gebleven ondanks de hoge arbeidsparticipatie van vrouwen op de betaalde arbeidsmarkt.  

Meiden van traditie
Afgelopen maanden maakte Brandpunt plus het programma Meiden van Traditie, waarin het vier jonge vrouwen volgt die hun leven inrichten volgens ‘traditionele genderrollen’. De rode draad van het programma is dat de vrouwen uit het programma het feminisme zien als een probleem – dat het te ver is gegaan met emancipatie. De zwaarstwegende motivatie achter hun ‘terugkeer’ naar traditionele genderrollen is hoe zwaar de combinatie van werk en zorg wordt ondervonden. Zo zegt een van de deelneemsters, Astrid, in de eerste aflevering dat ‘het belangrijk is dat het traditionele gezin weer centraal komt te staan’, omdat ‘veel vrouwen zichzelf van burn-out naar burn-out werken’. In de tweede aflevering komt Astrid hierop terug en vult ze aan dat ‘vrouwen vroeger hoofdzakelijk bezig waren met het huishouden en de kinderen, nu met werken, financiën regelen, mantelzorger zijn, zorgen voor je ouders. Van mannen wordt alleen verwacht dat ze hun negen tot vijf houden en dan kunnen ze aanschuiven aan tafel’. Ondanks dat ik het niet eens ben de oplossing die zij voor deze problemen voorstelt – het ‘terugkeren’ naar traditionele genderrollen – zijn dit wel problemen en zorgen die serieus moeten worden genomen. Vrouwen worden inderdaad oververtegenwoordigd in burn-out klachten en psychische klachten.

We zijn dus geëmancipeerder dan ooit, maar niet iedereen voelt dat dit iets voor hen heeft gedaan heeft door de druk van het huidige sociaal economische systeem op onbetaalde huishoudelijke taken en werk -  dit zijn onder andere omstandigheden waaronder tradwives ontstaan. Maar terugkeren naar traditionele genderrollen zal geen oplossing bieden voor dit probleem, óók omdat veel mensen niet eens de financiële ruimte hebben om geen productieve arbeid te verrichten. Wat nodig is, is een strijd voor zelfontplooiing, gelijkheid en bevrijding binnen een nieuw sociaaleconomisch systeem, eentje die niet inherent functioneert door uitbuiting en uitputting.

Feminisme moet anti kapitalistisch zijn
Dit is geen nieuwe strijd, er zijn al veel feministen voor mij geweest die hebben gesteld dat bevrijding binnen het kapitalisme onmogelijk is. Sarah Sluimer schrijft verder in de eerder benoemde column dat ze ook heel erg moe is omdat er altijd ‘jongere cool girls’ zijn die denken dat het hen anders zal vergaan.

Maar ergens hoop ik zo'n jonge cool girl te zijn, die niet alleen gelooft maar ook hoopt dat het haar en de vrouwen om haar heen anders zal vergaan. Die hoopt op een herstructurering van betaalde arbeid en sociaal reproductief werk. Want dit vraagstuk is niet nieuw. In haar kritiek op Betty Friedan schreef bell hooks terecht dat veel vrouwen in de Verenigde Staten niet anders wisten dan betaald arbeid verrichten.Dit was niet onder het mom van emancipatie – zij waren zich al bewust van de uitbuiting en uitputting die arbeidsparticipatie in het kapitalistische systeem met zich meebracht.

Het SCP merkte in 2016 op dat vrouwen minder tijd kwijt waren aan huishouden dan tien jaar ervoor, maar dat het niet kwam omdat mannen meer zijn gaan doen. Sociaal reproductieve arbeid wordt volgens Nancy Fraser in het huidige kapitalistische systeem gecommodificeerd voor degene die ervoor kunnen betalen en geprivatiseerd voor degene die het niet kunnen betalen. Sommige van de mensen die in de tweede categorie vallen verschaffen sociaal reproductief tegen een laag loon aan de mensen in de eerste categorie. Het wordt dus geprivatiseerd en uitbesteed. Marguerite van den Berg omschrijft in haar boek Werken is geen Oplossing, dat in de afwezigheid van een herstructurering van reproductief werk in een tijd waar steeds meer vrouwen gaan werken, zorgketens ontstaan. Om betaald werk te verrichten, besteed de ene vrouw haar sociaal reproductieve zorg uit aan een ander vrouw. Vaak zijn dit vrouwen met een migratieachtergrond, van een lagere sociaaleconomische klasse. Die vrouwen moeten weer de zorgtaken uitbesteden aan iemand anders, ook vaak een vrouw, weer van een lagere sociaaleconomische klasse. In elke schakel van die keten wordt iemand minder betaald, zo worden er niet alleen ketens van zorg maar ook ketens van uitbuiting gecreëerd. Plat gezegd zorgt op deze manier – zonder herstructurering van zorg en reproductief werk – de emancipatie van de ene vrouw voor de uitbuiting van de andere vrouw.

Een uitweg?
Voor alle duidelijkheid, emancipatie door middel van arbeidsparticipatie is niet het probleem an sich. Financiële onafhankelijkheid, zelfontplooiing en ontwikkeling zijn doelen waar we naar moeten streven en waar generaties vrouwen voor mij voor hebben gestreden – daar ben ik dankbaar voor. Maar, we moeten ons afvragen of emancipatie plaats kan vinden binnen een kapitalistisch systeem wat inherent ongelijk is en structurele onderdrukking in de hand werkt. De tradwives, zoals Marian Donner op 9 februari voor de NRC schrijft, creëren enkel een escapistische fantasie uit dit systeem, hun volgers verlangen een naar een uitweg in een wereld van economische en existentiële onzekerheid, uitputting en depressie. De uitweg is om verder te kijken dan het huidige sociaaleconomische systeem, het erkennen en verkennen van alternatieven, en het bespreken van de intersectie waarop emancipatie voor verschillende vrouwen op verschillende vormen plaatsvindt.

Verder lezen:

  • Silvia Federici – Wages Against Housework
  • bell hooks – Feminist Theory: from the margin to the center
  • Nancy Fraser – Contradictions of Capital and Care
  • Marguerite van den Berg – Werken is geen oplossing
  • Francoise Verges – A Decolonial Feminism
  • Susan Ferguson – Women and Work: Feminism, Labour, and Social Reproduction
  • Zygmunt Bauman – Wasted Lives: Modernity and its outcasts

Steun LOVER!
LOVER draait uitsluitend op vrijwilligers en donaties. Wil je dat Nederlands oudste feministische tijdschrift blijft bestaan? Help ons door een (eenmalige) donatie. Elke euro is welkom en wordt gewaardeerd. Meer informatie vind je hier.

Meer LOVER? Volg ons op TwitterInstagramLinkedIn en Facebook.