Bolhuis mist de Kamer, én het punt

Beeld stemopeenvrouw door Nadine Colijn
Beeld stemopeenvrouw door Nadine Colijn
Romy van der Houven
Romy van der Houven • 12 nov 2025

Kandidaat-Kamerlid Wimar Bolhuis had mentaal al een stoel in de Tweede Kamer geclaimd, maar het bleef… denkbeeldig. Op LinkedIn schrijft hij over zijn teleurstelling. Als achttiende op de kieslijst van GroenLinks-PvdA, die twintig zetels behaalde, leek zijn entree slechts een formaliteit. Toch kwam de “politieke rollercoaster” van Bolhuis knarsend tot stilstand op een “teleurstellend tussenstation”. In de laatste bocht raasden drie vrouwelijke collega’s hem voorbij dankzij voorkeursstemmen.

Bolhuis wijst met een beteuterde vinger naar stichting Stem op een Vrouw. Volgens hem heeft het initiatief, dat meer vrouwen de Kamer in probeert te krijgen, een groot aandeel in de winst van drie van de vier gekozen vrouwelijke kandidaten binnen zijn partij. Ook D66 heeft een extra vrouwelijk Kamerlid. Hoewel Bolhuis zijn vrouwelijke collega’s in het bericht oprecht feliciteert, schemert er toch iets kinderlijk gekrenkts door. Het kandidaat-Kamerlid had zijn baan als directeur bij TNO Vector en docent bij de Universiteit Leiden tenslotte opgezegd voor zijn kandidatuur. Maar de einduitkomst was niet bepaald wat hij voor ogen had toen hij plek 18 op de concept-kandidatenlijst accepteerde.

Gekrenkt

Fronsend en nagelbijtend achter zijn laptop – althans, zo zie ik het voor me – typt Bolhuis waarom zijn verlies “niet lekker voelt”. Hij geeft toe dat de risico’s hem bekend waren en dat hij die bij vol bewustzijn had aanvaard. Waar het kandidaat-Kamerlid de toon van zijn post merkbaar politiek correct probeert te houden, valt hij toch een beetje door de mand. “Hier wringt echt wat qua gelijkheid en democratische representatie”, lees ik. Pardon – zie ik dit goed?

Als je actief bent in de politiek weet je dat je op elke uitspraak gepakt kunt worden. Door je tegenstanders, je aanhangers, de media en – als je echt pech hebt – een Wilders op oorlogspad. Daarom moet je je woorden heel zorgvuldig kiezen. Het feit dat Bolhuis met die kennis tóch de fout in gaat, is veelzeggend. Wie zich namelijk ook maar enigszins bewust is van hoe hard vrouwen tientallen jaren hebben moeten vechten om überhaupt een plek in de politiek te bemachtigen, zou een dergelijke uitspraak nooit dúrven doen.

De nieuwe GroenLinks-PvdA-fractie telt straks veertien vrouwen en zes mannen. Daar verwijst Bolhuis dus naar als iets dat “wringt qua gelijkheid en democratische representatie”. Mijn cringespier spant zich hard aan als ik die zin opnieuw lees. Wat hij zegt is feitelijk niet onwaar, maar compleet misplaatst. Hoe kan een intelligente man zijn ongenoegen uiten op een zeldzame oververtegenwoordiging van vrouwelijke Kamerleden binnen zijn partij, terwijl mannelijke politici sinds mensenheugenis al een meerderheid vormen? Waar was het ongenoegen van die mannen tóén?

Voorkeursbehandeling

Bij linkse partijen is Stichting Stem op een Vrouw paradoxaal zó succesvol dat het ten koste gaat van de kansengelijkheid bij linkse en progressieve partijen, betoogt Bolhuis. Volgens hem zijn dat nou juist de partijen die al een gebalanceerde man-vrouwverhouding op de kandidatenlijst hebben. Dat het zuur is dat Bolhuis nu ‘gestraft’ wordt voor de ‘goede daad’ van zijn partij, kan ik wel begrijpen. Maar in zijn teleurstelling gaat Bolhuis voorbij aan het feit dat — zoals hij zelf al zei — vrouwen eindelijk een groot succes hebben geboekt in de Tweede Kamer.

Ook een omgekeerde man-vrouwverhouding zou terecht onacceptabel zijn, schrijft Bolhuis vervolgens. Daarmee is hij de voorspelbare tegenwerping alvast voor. Toch blijft het gek dat sinds de eerste vrouw de Tweede Kamer toetrad in 1918, die ‘onacceptabele’ man-vrouwverhouding blijkbaar acceptabel genoeg was om nog een eeuw in stand te houden. Nu vrouwen een keer zo’n voorkeursbehandeling krijgen, ten nadele van mannen, is het ineens een urgent probleem.

Teamplayer

Wie zich alleen opwindt over de hypocrisie van het bericht, zou bijna over het hoofd zien wat Bolhuis met zijn boodschap daadwerkelijk impliceert. Met principiële taal over gelijkheid en democratische representatie probeert hij zijn persoonlijke frustratie over zijn misgelopen Kamerzetel te verbloemen. Ironisch genoeg verzwakt hij daarmee juist het beeld van zijn eigen politieke geschiktheid. In de politiek draait het om samen besluiten nemen en het land zo goed mogelijk besturen. Een teamplayer kijkt dan naar wat goed is voor het geheel, niet naar de eigen carrière.

Stel dat Bolhuis het belang van de democratie écht boven zijn eigen belang plaatst, dan moet hij ook erkennen dat deze vrouwen democratisch gekozen zijn. Of dat nou is om een statement te maken, of niet. Als representatie de maatstaf is, laat deze uitslag vooral zien wat de kiezers willen: meer vrouwen in de Kamer. Daar zou een echte volksvertegenwoordiger zich makkelijk bij neerleggen. In het verkiezingsprogramma staat dat de partij pleit voor een “sterke en toegankelijke democratie” en “gelijke rechten voor iedereen”. Om dat te bereiken, ook voor vrouwen in de politiek, moet je soms even gewicht aan de andere kant van de boot leggen. Het is vaak de enige manier om een boot die al heel lang scheef lag, uiteindelijk weer in evenwicht te brengen.