De (on)zin van het 'boerkaverbod'

thumbnail illustratie Boerka SBB 8 4 2021
thumbnail illustratie Boerka SBB 8 4 2021
Willemijn Roodbol (redacteur)

De huidige pandemie heeft de wereld flink op zijn kop gezet. Sinds afgelopen zomer is het verplicht om een mondneusmasker te dragen. Zo’n mondkapje bedekt het halve gezicht en zorgt voor anonimiteit. Communicatie is lastiger, omdat mensen minder goed verstaanbaar zijn en elkaars emoties niet meer van het gezicht kunnen lezen. Precies dezelfde argumenten waren in 2019 de reden om ‘de boerkawet’ in te voeren: het tegengaan van anonimiteit en het bevorderen van communicatie. Het is ondertussen anderhalf jaar na de daadwerkelijke invoering van het omstreden 'boerkaverbod' in Nederland. Tot nu toe is er pas één vrouw beboet. Is dit een gevalletje symboolpolitiek?

Per 1 augustus 2019 is de wet ‘Gedeeltelijk verbod op gezichtsbedekkende kleding’ ingegaan, in de volksmond boerka- of nikabverbod. In Nederland is men vrij om zich te kleden, maar de wet beperkt deze vrijheid op openbare plekken waar het noodzakelijk is dat je elkaar kunt aankijken en herkennen. Gezichtsbedekkende kleding, waaronder sluiers, bivakmutsen en integraalhelmen, is verboden in het onderwijs, de zorg, het openbaar vervoer en in overheidsgebouwen. Het gaat hier om kleding die het gehele gezicht bedekt of zodanig dat alleen de ogen onbedekt zijn, wat de draagster of drager onherkenbaar maakt. Het verschil tussen islamitische sluiers is dat een nikab het hele gezicht bedekt, behalve de ogen. Een boerka bedekt alles, dus ook de ogen. Een hijab is een hoofddoek die het gezicht verder niet bedekt, alleen de haren.

Totstandkoming
Deze wet kent een lange voorgeschiedenis. In oktober 2005 diende PVV-kamerlid Geert Wilders een motie in. Hierin riep hij het kabinet op om ‘het openbaar gebruik van de boerka in Nederland te verbieden.’ De motie bestond uit vijf argumenten, in het kort: de gezichtsbedekkende sluier past niet bij de westerse samenleving, het is een belemmering voor emancipatie en integratie, de sluier wordt door veel burgers als bedreigend beschouwd, het verbod kan de sociale druk op moslima’s vanuit eigen omgeving wegnemen en de sluier zorgt voor een probleem met communicatie. Dit wetsvoorstel werd afgewezen door de Raad van State, omdat het tegen de vrijheid van godsdienst ingaat en daarnaast niet aansluit bij de Nederlandse normen van non-discriminatie. Het verbod is in strijd met artikel 6 van de Grondwet en artikel 9 van de Europese Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM).

Eind januari 2008 diende Kamerlid Kamp (VVD) een wetsvoorstel in voor het verbieden van gezichtsbedekkende kleding in openbare ruimtes. Kamp baseerde het voorstel alleen op veiligheidsmaatregelen. Volgens hem is er een relatie tussen gezichtsbedekkende kleding en criminaliteit. Het voorstel werd geaccepteerd en het verbod werd onder meer ingevoerd op scholen en binnen overheidsgebouwen. Kabinet Rutte II heeft het verbod op gezichtsbedekkende kleding in alle openbare ruimtes na jaren aan discussies in laten gaan per augustus 2019. Nog steeds was het een wet gebaseerd op deze niet wetenschappelijk bewezen veiligheidsmaatregelen. Hier kunnen dus al vraagtekens bij worden gezet.

Islamofobie
Vijftien jaar politieke debatten hebben er niet voor kunnen zorgen dat deze wet van tafel werd gehaald. Het uitgangspunt van deze wet is met name dat gezichtsbedekkende kleding de communicatie belemmert en deze onveilig is. De wet is niet gebaseerd op harde feiten. Er is geen bewijs voor een link tussen criminaliteit en boerka’s of nikabs. Vele kritische reacties spraken van een symboolwet op grond van islamofobie. Met gezichtsbedekkende kleding kun je namelijk geen maatschappelijke functie uitvoeren. Het gevolg is dat je niet door een ambtenares in boerka wordt geholpen aan het loket en je hoeft ook je paspoort niet aan te nemen van iemand in een bivakmuts. Moslima’s met gezichtsbedekkende sluiers worden zo buitengesloten van de samenleving door de anonimiteit die hun sluier biedt. Zij worden belemmerd in hun keuzevrijheid en mogen niet solliciteren naar bepaalde banen. Er is steeds minder plaats voor religie in de samenleving en dit wordt steeds meer teruggedrongen naar de privésfeer. In zulke grote maten dat sommige moslima’s op het punt staan om te moeten kiezen tussen hun gezichtsbedekkende sluier of een baan bij de overheid.

Autonomie
In Nederland zijn er zo’n tweehonderd moslima’s die een boerka of nikab dragen. Berna Toprak, voorvrouw van het collectief voor moslimvrouwen S.P.E.A.K., noemt de wet een moderne heksenjacht. Het feministische principe van de autonomie over het eigen lichaam loopt gevaar. Het is niet aan de staat om te bepalen hoe een vrouw zich kleedt.

Ook gaat de wet in tegen Nederlandse fundamentele burgerrechten en het recht op zelfbeschikking. Bovendien is de wet op weinig feiten gebaseerd. Ondanks de vraag of deze wet effect heeft of niet, het werkt islamofobie in de hand. Moslimorganisaties, waaronder het Collectief tegen Islamofobie en de islamitische partij NIDA, spreken hun zorgen uit over de toegenomen agressie tegen moslima’s sinds de invoering van de wet. Zo zijn er incidenten gemeld waarbij hijabdraagsters ‘in naam der wet’ in het openbaar vervoer worden uitgescholden en geïntimideerd. Let wel, een hijab is bij wet nergens verboden. Blijkbaar kennen veel mensen het onderscheid tussen boerka, nikab en hijab niet.

Stereotyperend
Hoewel de wet in de praktijk weinig invloed heeft, voelt het voor tweehonderd Nederlandse moslima’s als een beperking in de uitoefening van hun geloof. Moslima’s worden uitgesloten van de samenleving, de wet gaat in tegen het recht op zelfbeschikking en vrouwen raken zo hun autonomie over hun eigen lichaam kwijt. Rond de boerka en nikab hangt een stereotyperend beeld, voornamelijk afkomstig vanuit het jihadisme. Gesluierde vrouwen worden gezien als zwak, zonder eigen wil en onderdrukt. Aan de andere kant past de boerka volgens veel mensen niet in de westerse samenleving en zorgt het voor angst en onbegrip bij buitenstaanders. Maar past het verbod van de sluier niet bij het tolerante Nederland en de speciale uitzonderingen die religie altijd al heeft gekregen. Wel vijfhonderd mensen in de kerk op Urk tijdens een pandemie, maar geen nikab bij het gemeentelijke loket?

Ondanks de niet-religieuze argumenten is een wet die religieuze kledingkeuzes verbiedt, niet los te zien van religie. De ‘boerkawet’ is hierop geen uitzondering. Het feit dat deze wet in de praktijk weinig effect heeft, is één ding. Het gemak waarmee we mondmaskers massaal geaccepteerd hebben en niet als bedreiging voor de staatsveiligheid beschouwen, laat bovendien zien dat het met het ‘dreigende karakter’ van gezichtsbedekkende kleding reuze meevalt. Zou het boerkaverbod ook ingevoerd zijn na de coronacrisis of is zoiets nu niet meer denkbaar? Moet religie op de eerste plek of is participatie in de samenleving belangrijker, al gaat dat wel ten koste van de autonomie van deze vrouwen?

Steun LOVER!
LOVER draait uitsluitend op vrijwilligers en donaties. Wil je dat Nederlands oudste feministische tijdschrift blijft bestaan? Help ons door een (eenmalige) donatie. Elke euro is welkom en wordt gewaardeerd. Meer informatie vind je hier
Meer LOVER? Volg ons op TwitterInstagramLinkedIn en Facebook.