De zielige man

Een historisch fenomeen

Christien Franken • 1 dec 2007

Mannen hebben het maar moeilijk tegenwoordig, als je de verhalen mag geloven. Ze mogen niks en moeten van alles. Quatsch, meent Christien Franken. Laten we vooral ophouden mannen zo te infantiliseren.

De zielige man is terug in de Nederlandse media. In een artikel in HP/De Tijd roept Beatrijs Ritsema ‘mannelijke mannen’ uit tot slachtoffers van het feminisme.1 Het is volgens Ritsema godsonmogelijk voor mannen om mannelijk te zijn. Vrouwen seksueel intimideren en schuine moppen vertellen mag niet meer. Mannen worden op het werk en thuis geknecht door vrouwen en door de media vernederd en belachelijk gemaakt.

In een Volkskrant-bijlage over ‘De Stand van het Land: De Seksen’ vraagt hoofdredacteur Pieter Broertjes zich bezorgd af hoe mannen zich houden onder het ‘geweld’ van het feminisme en de veranderende sekseverhoudingen.2 Hij heeft de ‘onverschrokken denker’ Dorien Pessers om commentaar gevraagd.

Haar analyse liegt er niet om: het driftleven van jongens gaat eraan onder invloed van hun dominante juffen, vrouwen in de politiek ontzeggen mannen het vrije debat en ook in de privé-sfeer hebben mannen niets meer in te brengen. Hun angst om hun kinderen te verliezen na een scheiding leidt tot ‘een welhaast vrouwelijke inschikkelijkheid’. ‘Waar zijn de piraten gebleven, de charmante boeven en de Rhett Butlers, die vrouwen zo in verrukking konden brengen?’, roept Pessers uit.

Dat moet toch dezelfde Rhett Butler zijn die in Gone with the Wind (1939) een vluchtende Scarlett O’Hara achterlaat met een zieke vrouw, een pasgeboren baby en een hysterische bediende, omdat hij zijn mannelijke plicht wil gaan vervullen in een burgeroorlog waar hij niet echt in gelooft? En die ook nog van haar verlangt dat ze zijn misplaatste patriottisme goedkeurt (‘I could not love thee, Dear, so much, loved I not honour more’)? Niet echt een rolmodel voor moderne vrouwen lijkt me, eerder een achterhaalde idealisering van een man die sowieso fictief is.

Schrikreactie
Wat me het meest stoort aan de analyses van Ritsema en Pessers is de infantilisering van mannen. Ze worden als een groep hulpbehoevende wezens neergezet en van elke verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de Nederlandse sekseverhoudingen ontslagen. Alsof die alleen door vrouwen wordt bepaald en ook nog op een louter negatieve manier: Nederlandse vrouwen zouden onder invloed van het feminisme mannen onderdrukken. Ritsema en Pessers construeren dus twee ‘homogene’ groepen: onderdrukte en zielige mannen aan de ene kant en feministische vrouwen die verantwoordelijk zijn voor die onderdrukking aan de andere kant. Deze twee-deling doet absoluut geen recht aan de werkelijkheid. Reële sekseverhoudingen zijn ingewikkelder, veelkleuriger, spannender en veel meerduidiger dan Pessers en Ritsema ons willen doen geloven.

Bovendien is het niet toevallig dat hun medelijden met de Nederlandse man en hun kritiek op het feminisme juist op dit moment de kop op steken. Er is namelijk een historisch verband tussen de opkomst van ‘de zielige man’ en backlashes tegen het feminisme. Ritsema en Pessers lijken zich niet bewust van deze historische correlatie, die Susan Faludi in 1991 al eens haarfijn uit de doeken deed.

In Backlash: The Undeclared War Against Women3 analyseert Faludi hoe de Amerikaanse media, de reclame en de populaire cultuur zich verzetten tegen het feminisme. Zij signaleert hoe hun antifeministische verzet de vorm aanneemt van waarschuwingen, die steevast worden onderbouwd met onjuiste statistieken. Zo werd er door Amerikaanse kranten onterecht beweerd dat werkende vrouwen het aantal echtscheidingen omhoog deden schieten en dat single vrouwen boven een bepaalde leeftijd nooit meer een partner konden vinden. Daarnaast werden bewust kinderloze vrouwen gestigmatiseerd en verwezen de Amerikaanse media vaak naar de zielige man die onder invloed van het feminisme geen ‘echte’ man meer kan zijn.
Volgens Faludi ging elke backlash in de Amerikaanse geschiedenis vergezeld van een ‘masculinity crisis’. Zelfs een lichte verbetering in de positie van vrouwen leidde tot een schrikreactie in dit opzicht. De ‘zielige’ man dient dus als hulpmiddel om zowel vrouwen als het feminisme hun plek te wijzen. Mannen worden sneller zielig gevonden als vrouwen in georganiseerd verband voor zichzelf opkomen. Of als vrouwen door een samenleving als (te) sterk worden gezien. Of als een herschikking van de macht tegen gevestigde mannelijke belangen ingaat.

Keurslijf voor mannen
Hetzelfde lijkt er in Nederland aan de hand te zijn. ‘De zielige man’ duikt op in de Nederlandse media nét nu het feminisme aan kracht wint. Denk aan Sunny Bergman met haar documentaire Beperkt Houdbaar, aan Women on Top, aan zelfbewuste moslima’s die zich mengen in het publieke debat, aan Women Inc., aan schrijfsters, recensenten en uitgevers die debatten organiseren, aan vrouwenbladen die het f-woord weer volop gebruiken, en ga zo nog maar even door. Al deze vrouwen en initiatieven proberen het politieke, sociaal-economische en culturele debat over de Nederlandse sekseverhoudingen en de positie van vrouwen op nieuwe manieren aan te jagen – en betrekken daar ook mannen bij. Women on Top heeft bijvoorbeeld achter de schermen al veel bereikt door een effectieve samenwerking met ministers, hoge ambtenaren, journalisten en het bedrijfsleven. Daar word ik veel vrolijker van dan van de ‘echte mannelijkheid’ waar Ritsema zo hoog van opgeeft en de ‘traditionele mannelijke identiteit’ waar Pessers over spreekt. Die zijn maar al te vaak een gevangenis en een keurslijf voor mannen. Lang leve de samenwerking tussen feministische vrouwen en niet-zielige mannen!

Christien Franken is affiliated onderzoeker bij het IIAV en zelfstandig ondernemer in de Engelse Taal- en Letterkunde (www.melusine-tekst.nl).


NOTEN
1 ‘De Getemde Man’, HP/De Tijd, 9 februari 2007, pag. 22-27.
2 De Volkskrant, 25 juni 2007, pag. 1-8.
3 New York: Doubleday, 1991.
Foto: Amber Beckers / Hollandse Hoogte