Feminisme neemt de kroon onder de loep

Waarom het afschaffen van de kroon een feministische kwestie is

Beeld door Hannah Vonk3
Beeld door Hannah Vonk3
Nienke Amarins Hettinga (redacteur)

Op een dag in december 2003 verscheen op de voorpagina’s van alle kranten hetzelfde nieuws: prinses Amalia was geboren, de toekomstige koningin van Nederland. Nog voordat ze kon spreken of kruipen was haar leven uitgestippeld. Ze zou geen arts kunnen worden, geen activist, geen muzikant. Amalia werd geboren om één rol te vervullen: die van koningin. 

Dat een moderne democratie als Nederland in de 21e eeuw nog steeds een archaïsch systeem in stand houdt, is op zichzelf al opmerkelijk. Maar wie vanuit een feministisch perspectief kijkt, ziet vooral: de monarchie belichaamt ongelijkheid, klassenhiërarchie en het koloniale verleden van Nederland. Het afschaffen van het koningshuis is daarom ook een feministische kwestie, omdat het hele instituut draait om uitsluiting en erfelijke privileges. 

Symbolische vrouwen maar echte ongelijkheid

Nederland heeft een lange traditie van vrouwelijke vorsten: Wilhelmina, Juliana en Beatrix. Op het eerste gezicht lijkt dat vooruitstrevend: vrouwen aan de top, decennialang. Maar in werkelijkheid dienen zij niet als voorbeeld van emancipatie. Hun vrouw-zijn werd telkens verpakt in traditionele beelden: de moeder van het volk, de stabiele verzorger van de natie. Zij mochten regeren, maar konden nooit het systeem ter discussie stellen dat ongelijkheid en privilege in stand hield

Amalia’s rol wordt vandaag de dag op dezelfde manier vormgegeven. Haar kleding, haar lichaam en haar geschiktheid als toekomstige koningin zijn voortdurend onderwerp van debat. Ze staat symbool voor het sprookjesbeeld van prinses zijn. 

Klasse en kolonialiteit onder de kroon

Intersectioneel feminisme laat zien dat ongelijkheid nooit losstaat van klasse en afkomst, en dat juist deze structuren bepalen wie macht en kansen krijgt. Hier wringt de monarchie het meest. Het koningshuis vertegenwoordigt de uiterste vorm van elite: een familie die, zonder enige prestatie, rijkdom, status en macht erft. Hun privileges worden  opgelegd aan en betaald door de Nederlandse  samenleving.

Terwijl gewone gezinnen worstelen om de huur te betalen, geconfronteerd worden met torenhoge zorgkosten en jongeren zich in diepe studieschulden werken, ontvangt de koninklijke familie jaarlijks miljoenen euro’s aan uitkeringen. Dat geld wordt niet geïnvesteerd in zorg, onderwijs of bestaanszekerheid, maar in paleizen, beveiliging en luxe reizen. Het koningshuis is daarmee een systeem dat ongelijkheid niet alleen in stand houdt maar het actief subsidieert. 

Daarbij komt ook het koloniale verleden van Nederland om de hoek kijken. Het Nederlandse koningshuis heeft eeuwenlang direct en indirect geprofiteerd van slavernij, de VOC en de uitbuiting van koloniën. Willem III (1849 - 1890) had belangen in de WIC en VOC, Willem I (1722 - 1843) stichtte na 1815 de Nederlandsche Handel-Maatschappij die een fortuin maakte op de plantages in de koloniën. Onder Willem-Alexanders voorouders werden duizenden mensen tot slaaf gemaakt en uitgebuit in Suriname, op de Antillen en in Indonesië. Het paleis op de Dam, tegenwoordig het werkpaleis van de koning, werd ooit gebouwd met VOC-winst: letterlijk een monument van koloniale rijkdom.

Tot op de dag van vandaag weigert de monarchie wezenlijke verantwoording af te leggen voor deze geschiedenis. Ja, Willem-Alexander sprak excuses uit voor het slavernijverleden in 2023, maar zonder concreet plan voor herstel of het teruggeven van rijkdommen. De excuses kosten hem niets, terwijl nakomelingen van tot slaaf gemaakten en voormalige koloniën nog altijd de sociale en economische gevolgen daarvan ervaren. 

De kroon legitimeert bovendien de onzichtbare netwerken van macht waarin adel, bedrijfsleven en politiek elkaar ontmoeten en versterken. Het koningshuis functioneert als symbool in een wereld van privileges die voor de meeste mensen onbereikbaar zijn. Met diners, gala’s en handelsmissies worden deuren geopend die voor gewone burgers gesloten blijven. Multinationals en politieke elites profiteren van de prestige van de kroon, terwijl de kosten worden betaald door de Nederlandse samenleving.

Wie zegt te strijden voor gelijkheid, kan daarom niet staan achter een instituut dat symbool staat voor erfelijk privilege, koloniale overheersing en structureel racisme. Intersectioneel feminisme betekent: erkennen dat ongelijkheid in gender, klasse en afkomst altijd met elkaar verweven zijn en dat er pas echte emancipatie mogelijk is als ook de kroon wordt afgeschaft.

Feministische alternatieven

Het Nederlandse koningshuis is geen onschuldig sprookje. Het is een klassistisch, patriarchaal en koloniaal instituut dat ongelijkheid in stand houdt. Het vraagt offers van de samenleving, miljarden aan belastinggeld en historisch stilzwijgen, zonder ooit verantwoording af te leggen.

Het afschaffen van de monarchie is daarom geen randvoorwaarde maar een radicale feministische daad: een keuze voor een samenleving waarin niemand voorbestemd is om boven een ander te staan. Een samenleving waarin macht wordt verdeeld in plaats van geërfd, en waarin ieder kan dromen van een toekomst die zij zelf bepalen.

Feministen die intersectioneel denken, kunnen dit systeem niet verdedigen. Wie werkelijk strijdt tegen ongelijkheid, tegen racisme, tegen koloniale erfenissen en tegen klassen hiërarchieën, kan niet buigen voor een kroon.

Steun LOVER!
LOVER draait sinds de start in 1974 volledig op vrijwilligers en donaties. Wil je dat een van Nederlands oudste feministische tijdschriften blijft bestaan? Help ons door een (eenmalige) donatie. Elke euro is welkom en wordt gewaardeerd. Meer informatie vind je hier.