Haardagboek #2

redactie • 20 dec 2013

Lichaamshaar. In november leek het de redactie van LOVER een goed plan als iedereen haar okselhaar liet staan, of misschien zelfs al het lichaamshaar. Gewoon een maandje, of twee, als een soort vriendelijke spin-off van Movember. Met een flinke dosis feministisch bewustzijn die elk redactielid  van LOVER per definitie bezit zou dat geen probleem moeten zijn. Of toch wel? De harige realiteit bleek weerbarstig. 

JEUK EN GEFLIRT

Zoals de overige redactieleden scheer ik me regelmatig. Wekelijks, dagelijks, soms twee keer op een dag. Afhankelijk van het lichaamsdeel. Ik begon me te scheren uit angst. Nog voordat ik kon weten hoe mijn haar zou groeien.

Al vroeg besefte ik dat ik de sterke beharing van mijn vader heb geërfd. Wat betekent: veel haar en donker haar. Ook als ik het haar had geërfd van mijn moeder was ik al vroeg begonnen me te scheren. Er staan me beelden bij van enkele centimeterlange haren onder vleeskleurige kousen. Een paar haartjes, lang, verloren op de kuiten van mijn moeder. Het een en ander is niet mooi om te zien bij een vrouw, zo wist ik. Het contrasteerde met de bronskleurige benen van mijn oudere zus en haar vriendinnen. Die waren gladgeschoren en verzorgd.

Dus begon ik heimelijk scheren. Terwijl mijn lichaam steeds vrouwelijker werd, bleef de ontwikkeling van mijn schaamhaar, okselhaar en beenhaar achter. Samen met de redactieleden besluit ik: Het wordt hoogste tijd voor een Fovember – het feministische equivalent van de Movember. Na vijftien jaar mag mijn haar volledig uitgroeien.

Fovember
De scheermesjes blijven onaangetast liggen. Mijn haar groeit opvallend langzaam. Er groeit vooral minder haar dan verwacht. Onder mijn oksels ontstaan schattige haarbossen, in diepzwart. Op mijn benen groeit tot mijn verbazing ook blond haar. Alleen het schaamhaar is een lastige. Een vers geschoren kut is een zacht beestje waar je het liefst de hele dag aan wilt zitten. In de eerste dagen krijg ik jeuk. Wat is dit? Mijn kut verandert in een onverzorgde drie-dagen-baard zonder de bijbehorende chique van het nonchalante. Dit wil ik niet aanraken noch wil ik dat anderen daar dichter bij komen. Mijn lief zacht kruis is veranderd in een egel, opgerold in passieve verdediging.

Nadat ik de eerste weken vol harenschaamte heb overwonnen, durf ik mijn favoriete bezigheid weer op te pakken. Een keer per week ga ik naar de sauna. Ook nu voel ik weer mijn vroegere angst. Zullen de mensen schrikken van mijn haar? Zullen ze me vies vinden? Zullen ze opzettelijk verder van me af gaan zitten?

In de sauna
Ik ben gewend dat lichaamshaar een belangrijk onderwerp is bij sommige vrouwen. Hoe en of een ander zich scheert kan tot urenlange gesprekken leiden. Over het algemeen geldt: hoe meer vrouwelijk lichaamshaar hoe minder gewaardeerd onder vrouwen. Ook in de sauna valt me op dat sommige vrouwen naar me kijken en fluisteren als ze mijn volgroeide okselhaar ontdekken. Anderen lachen me bemoedigend toe. En tot mijn verbazing doen mannen wat eigenlijk not done is in de sauna: ze flirten wat af met me. Hoe meer ik mijn okselhaar laat zien, hoe meer sjans.

Mijn positieve sauna-ervaringen tonen resultaat. Ik word trots op mijn haar. Met liefde draag ik kleren waarbij je wat van mijn okselhaar kunt zien. Ik draag te korte broeken en te lage sokken waardoor mijn beenhaar opzettelijk kan worden gespot.

Terug bij af
De laatste dagen merk ook ik dat ik graag weer een gladde oksel wil. Ik wacht nog even af. Misschien draai ik bij en laat ik het staan. Uiteindelijk pak mijn scheermesje en laat het een aantal keer op en neer gaan. Nadat al mijn haar is verwijderd, voel ik me intens gelukkig. Mijn oksel zijn wit en glad. Ik blijf vijf minuten staan met mijn handen onder mijn oksel geklemd. Alsof ik net mijn kut heb geschoren. Daar laat ik trouwens mijn haar nog wel even staan. Na al die groeitijd is er geen prikkende egel meer. Het is weer een lief zacht beestje. Net speelgoed.

Foto: het boek The Last Taboo: Women and Body Hair van Karín Lesnik-Oberstein is het eerste en voorlopig ook enige academische boek over vrouwelijk lichaamshaar. Het verscheen in 2006.

Hoé weerbarstig de harige realiteit is, bleek deze week ook buiten LOVER, toen columniste Stella Bergsma de 'okselselfie' bij de Nederlandse digitale goegemeente introduceerde. Die goegemeente buitelde namelijk meteen over zichzelf heen met opvattingen en meningen aan alle kanten van het spectrum. Het inspireerde singer-songwriter Aafke Romeijn tot haar eigen Haardagboek, 'Okselgestapo', op de powervrouwenwebsite Wij Haten Alles.