Mannen en feminisme: onlosmakelijke eenheid of onmogelijke combinatie?

Eva M. Verbeek • 21 feb 2014

Mannen en feminisme. Er is weinig dat zoveel verschillende meningen oplevert als de combinatie van deze ogenschijnlijk tegengestelde woorden. Kan een man feminist zijn? Mág een man zichzelf feminist noemen? En in hoeverre is feminisme eigenlijk een mannenzaak? De discussie rond man en feminisme blijkt tijdloos en roept een grote hoeveelheid aan vaak tegenstrijdige vragen op. De meningen zijn duidelijk verdeeld.

Het debat rond feminisme en mannen is wederom opgebloeid. Maar er lijkt meer aan de hand te zijn. Toen Jackson Katz eind 2012 in een The Fake Male Feminist’ dat ze keer op keer teleurgesteld wordt door heteroseksuele, man-feministen die hun feministisch bewustzijn vooral lijken te gebruiken om vrouwen te verleiden tot seks. Haar conclusie is dan ook dat ze ‘liever’  teruggaat naar de tijd waarin het gros van de heteroseksuele mannen van ver te herkennen was als vrouwenhater - die ze prefereert boven de man-feminist van nu met zijn verborgen agenda, die aan het einde van het verhaal altijd een wolf in schaapskleren blijkt.

Cassandra Leveille haakt in op Nguyen’s artikel en schrijft in haar opiniestuk ‘Joseph Gordon-Levitt maar ongepast vindt. Als toelichting trekt ze deze trend door naar Robin Thicke’s opmerking dat zijn nummer Blurred Lines feministisch zou zijn. Verder trekt ze ook een vergelijking met Hugo Schwyzer van het enigszins uit de hand gelopen Good Men’s Project. Schnyzer, die zichzelf feminist noemde, bleek een duistere geschiedenis van misbruik te hebben en ook nog eens over een flinke dosis racisme te beschikken.

Wie zichzelf, man of vrouw, feminist mag noemen is overigens ook geen nieuwe discussie. Terwijl het probleem lange tijd juist was dat ‘feminist’ een vies woord gevonden werd, lijken er nu bepaalde eisen te zitten aan je feminist ‘mogen’ noemen. Dit roept de vraag op sinds wanneer feminisme een hokje is geworden waarin je alleen toegelaten wordt als je gedrag overeenkomt met een vaste set standaarden. Is dat juist niet waar het feminisme zich tegen probeert te verzetten? De tendens van feminist als ‘vies woord’ zorgde bovendien lang – en vaak nog steeds - voor een glazen plafond in de sociale verandering.  Als het stigma aan de buitenkant de inhoud tegenhoudt, is het praktisch onmogelijk om mensen te bereiken. Dus misschien is er niets mis met mannen als John Legend en Joseph Gordon-Levitt die met hun ’coming out’ het feminisme een nieuwe associatie geven.

Maar Leveille toont aan dat onze neiging om mannen op hun woord te geloven zonder naar hun daadwerkelijke daden te kijken, ervoor zorgt dat mannen kunnen ontsnappen aan hun verantwoordelijkheid voor hun geprivilegieerde positie als man. Leveille heeft hier een punt, maar de vraag is in hoeverre je alle mannen die het woord feminist in hun mond nemen op één grote hoop kunt gooien. Een man als Robin Thicke, die zo duidelijk naar seksisme riekt, neemt toch niemand serieus als hij het woord feminisme gebruikt. Dat die woordkeus betekenisloos is, is duidelijk.

Minh Nguyen sluit af met de treffende opmerking dat man-feministen maar eens moeten beginnen met een portie zelfreflectie over hun positie en rol in relatie tot de instituties van macht en onderdrukking. Ze heeft een punt, maar gaat voorbij aan het feit dat het gebrek aan dit soort zelfreflectie ook nog steeds een groot probleem vormt bij veel (blanke) vrouw-feministen. Dat maakt het overigens niet minder waar.  Voor sociale verandering is een kritische blik naar de wereld om ons heen onmisbaar. Maar naar onszelf kijken, naar onze eigen rol in deze wirwar van machtsposities en onderdrukking, is waar verandering pas echt begint. In feite gooit Jackson Katz die bal al op, door te benadrukken dat je als man niet je mond kunt houden als een groep mannen zogenaamde onschuldige seksistische grapjes maakt. Jackson geeft het belang van feminisme en zelfreflectie weer zonder daar vrouwen voor in een slachtofferrol te stoppen maar benadrukt dat zowel mannen als vrouwen lijden onder ‘het probleem van de man’.

Al met al zet Jackson een boeiende presentatie neer, maar LOVER-redacteur Tim de Visser wist eind vorig jaar het probleem van mannen en feminisme pas echt effectief aan te pakken door te reflecteren op zijn eigen positie: “Te lang weigerde ik te accepteren dat discussies over seksueel geweld, over heterocisseksisme en racisme, ook over mij gingen, en dat mijn belang daarin geen plaats had omdat de focus op mijn eigenbelang onderdeel was van het probleem”. En daarmee is alles gezegd.

Op de foto: acteur Joseph Gordon-Levitt