Mij krijg je niet klein #6: De verloren tijd van dieetcultuur

Mij krijg je niet klein 6 door Hannah Vonk1
Mij krijg je niet klein 6 door Hannah Vonk1
Laura van Stein (hoofdredacteur)

Tijd is een van onze meest waardevolle bezittingen. Toch verliezen we er ongemerkt enorme hoeveelheden van aan iets wat zelden oplevert wat het belooft: de dieetcultuur. Uren, dagen en soms zelfs jaren verdwijnen in een eindeloze cyclus van tellen, wegen, compenseren en twijfelen. De hoeveelheid tijd die je hieraan besteedt lijkt misschien klein – een paar minuten hier, een kwartier daar – maar opgeteld is het enorm. Slechts vijf minuten per dag piekeren over eten of je lichaam komt neer op dertig uur per jaar. Dertig uur waarin je gedachten niet van jou zijn, maar van een systeem dat je influistert dat je anders, kleiner of beter moet zijn.

In dit zesde deel van Mij krijg je niet klein kijken we naar iets waar we zelden bij stilstaan: de enorme hoeveelheid tijd die dieetcultuur ons ontneemt.

De mentale belasting van dieetcultuur
Onderzoek uit 1998 van Reiff en Reiff, 'Time Spent Thinking About Food', laat zien dat mensen die diëten of verstoord eetgedrag vertonen, tussen de twintig en vijfenzestig procent van hun tijd aan eten denken. En dan bedoelen ze niet nadenken over wat je vanavond wilt eten, maar over plannen, controleren, compenseren en schuldgevoel. Dat komt neer op drieënhalf tot ruim elf uur per dag waarin gedachten draaien om voedsel, lichaam en controle. Bij mensen met boulimia loopt dat op tot zeventig tot negentig procent van hun tijd; bij anorexia zelfs tot boven de honderd procent. Het denken over eten dringt dan zelfs door in hun dromen.

Die cijfers laten zien hoe dieetcultuur niet alleen onze lichamen, maar ook onze geesten bezet. Wie ooit op dieet is geweest, herkent waarschijnlijk de constante ruis in het hoofd en de hoeveelheid tijd die het opslokt: berekenen, corrigeren, angst voor ‘zondigen’ en voortdurende zelfbeoordeling.

En die mentale belasting vertaalt zich niet alleen naar gedachten, maar ook naar daden. Naar rituelen, routines en gewoonten die dagelijks tijd van ons opeisen – vaak zonder dat we het doorhebben.

Rituelen van zelfcorrectie
Dieetcultuur neemt dus een enorme hoeveelheid tijd in beslag – of het nu gaat om ‘officiële’ dieetprogramma’s of subtielere vormen, zoals ’s ochtends eindeloos outfits passen en te laat van huis gaan omdat je je ‘dik’ voelt in alles wat je aantrekt.

Afgezien van het feit dat ‘dik’ geen gevoel is, moeten we ons afvragen: zouden we ons überhaupt zorgen maken over ‘dun lijken’ in onze kleding, als er sinds het einde van de negentiende eeuw niet zoveel nadruk was gelegd op dunheid? Zou ook maar iemand van ons zich werkelijk zorgen maken over hoe dun ze eruitzien in hun kleding, als dunheid niet zó hardnekkig was gepresenteerd als het hoogste goed? Zo heeft dieetcultuur van kleding aandoen een ritueel gemaakt dat voor talloze vrouwen, non-binaire personen en steeds meer mannen een bron van stress en tijdsverlies is geworden, in plaats van iets functioneels en eenvoudigs.

We zouden zonder de dieetcultuur ook nooit doen aan sporten met als hoofddoel gewichtsverlies of het ‘shapen’ van ons lichaam – nog een manier waarop ze ongemerkt onze tijd opslokt. Natuurlijk kan bewegen goed zijn voor je algehele welzijn en plezier geven. Maar gewichtsverlies is voor veel mensen de belangrijkste motivatie om te sporten, en dat is de schuld van dieetcultuur. Te veel mensen hebben zich gedwongen gevoeld om zich door trainingen en sportsessies te worstelen die ze haatten, met als doel hun omvang of vorm te veranderen. Of die te behouden, als ze al voldeden aan wat dieetcultuur ‘acceptabel’ vindt. Wat van buiten oogt als discipline, is van binnen vaak angst en controle.

Toch zien we dit allemaal zelden als verloren tijd, juist omdat de dieetcultuur zo diep in onze samenleving is verankerd. Vanaf jonge leeftijd leren we dat bezig zijn met ons lichaam een teken is van zelfzorg, succes en verantwoordelijkheid. Dat maakt het moeilijk om te herkennen hoeveel tijd we er werkelijk aan verliezen.

Eindeloze tijd, eindeloos verspild
Geen enkel dieet blijkt op de lange termijn effectief voor meer dan een klein percentage van de mensen. Zoals onderzoeker en schrijver Regan Chastain stelt: “Gewichtsverlies voldoet niet aan de criteria van evidence-based geneeskunde.” Met andere woorden: als afvallen een medicijn was, zou het nooit worden goedgekeurd.

Dat is misschien even schokkend om te lezen, maar het is waar. Een groot aantal onderzoeken laat zien dat pogingen tot intentioneel gewichtsverlies niet werken. Veel onderzoekers schatten het faalpercentage op meer dan 95 procent. De inspanningen die we leveren om af te vallen, zijn dus in de meeste gevallen letterlijk een verspilling van tijd.

Toch blijven we proberen. Als elk ander product zo'n torenhoge faalratio had, zouden we er geen seconde over denken om er onze tijd aan te verspillen. Maar als het om diëten gaat, blijven we hopen. Blijven we falen. Omdat we blijven geloven – zoals we allemaal hebben geleerd in de dieetcultuur – dat als we de dunheid zouden behalen, dat automatisch zou leiden tot geluk en liefde.

Ten koste van de rest van je leven
De kleine groep mensen die er wél in slaagt om langdurig gewicht te verliezen, doet dat vaak ten koste van de rest van hun leven. Onderzoek naar deelnemers van het National Weight Control Registry laat zien dat zij hun gewicht behouden door extreem controlerend gedrag: zichzelf obsessief wegen, voedsel wegen, geen enkele pauze nemen van hun sportregime, strikte diëten blijven volgen tijdens vakanties en feestdagen. In feite wordt al hun tijd opgeslokt door pogingen hun gewicht te beheersen.

In Anti-Diet schrijft Christy Harrison dat toen ze mensen met ernstige eetstoornissen behandelde in haar praktijk, ze vaak cliënten zag die nooit níet aan hun gewicht dachten. Deze mensen organiseerden hun tijd volledig rond hun eet- en sportgewoonten, vaak ten koste van tijd die ze anders hadden kunnen besteden aan familie, vrienden en/of hobby’s. Mensen die nooit afweken van hun routine. Die obsessief calorieën, macronutriënten en hun gewicht bijhielden. Hun hele leven stond in het teken van kleiner worden of klein blijven.

Binnen eetstoornisbehandelingen wordt dat gedrag ‘verstoord’ genoemd. Wanneer mensen zulke gedragingen vertonen, worden ze geholpen om ermee te stoppen. Ze worden aangemoedigd om hun calorie-trackingapps te verwijderen, de weegschaal weg te doen en weer uit eten te gaan met vrienden in plaats van thuis alleen afgewogen maaltijden te eten. Ze worden geholpen om de tijd die ze aan obsessieve routines besteden, om te zetten in tijd voor hobby’s, vriendschappen en leven.

Maar buiten de behandelkamer worden precies diezelfde gedragingen vaak geprezen. Mensen met grotere lichamen die dit gedrag vertonen, worden in de dieetcultuur geprezen als ‘succesverhalen’, terwijl hun leven volledig wordt gedomineerd door de voortdurende poging dun te blijven.

Wat had je kunnen doen met al die tijd?
Alle uren die je hebt besteed aan diëten, sporten, calorieën tellen, spiegels checken of jezelf afstraffen – wat had je ermee kunnen doen?

Misschien had je een boek kunnen schrijven. Vrijwilligerswerk kunnen doen. Naar een protest kunnen gaan. Of gewoon op de bank kunnen zitten met een kop thee en een slechte serie. Misschien had je gereisd, muziek gemaakt, iets nieuws geleerd, je vrienden aan het lachen gebracht of eindelijk dat ene boek gelezen.

Maar dieetcultuur had andere plannen voor je tijd.

Conclusie: jij bent niet het probleem
Iedereen die minuten, dagen, maanden, jaren van zijn leven heeft verloren aan diëten, verdient compassie – ook jij, ook ik. Wij allemaal. We willen allemaal gelukkig zijn, geaccepteerd worden, gezond leven en ons goed voelen in ons lichaam. Dieetcultuur belooft dat dit allemaal mogelijk is, als we maar voldoen aan haar dunheidsideaal. Via media, reclame, gezondheidszorg en maatschappelijke normen wordt voortdurend de boodschap herhaald dat eten en bewegen op een door dieetcultuur goedgekeurde manier zal leiden tot geluk, succes, acceptatie en liefde.

Maar in de poging om onszelf ‘beter’ te maken volgens de standaarden van dieetcultuur, verliezen we juist tijd.