Trouw aan jezelf, aan je partner, of aan een norm

Wat is ‘trouw’ in een consensueel non-monogame relatie?

Beeld door Kim
Beeld door Kim

Reality-tv is een goed voorbeeld van hoe we als maatschappij relaties als ‘goed’ of ‘slecht’ framen. We kennen bijna allemaal wel het programma Temptation Island. Heteroseksuele, monogame koppels worden in een luxe villa gedropt, omringd door conventioneel aantrekkelijke mensen, om te kijken of zij de ultieme ‘verleiding’ kunnen weerstaan en trouw aan hun partner kunnen blijven. In een maatschappij waarin men steeds kritischer lijkt te worden op deze ‘standaard’ monogame relatievorm, verschuiven ook de betekenissen van wat trouw zijn betekent. Wat kunnen we dan verstaan onder ‘trouw zijn aan je partner’ wanneer je in een consensuele non-monogame relatie zit?

Momenteel ben ik student aan de Master Gender Studies aan de Universiteit Utrecht. Voor mijn stage werk ik ter ondersteuning van Dr. Eva Midden mee aan haar project over vreemdgaan. In dit project staat centraal wat trouw en ontrouw betekenen voor vrouwen. Naar aanleiding van dit project wilde ik, ook omdat ik zelf polyamorie beoefen, meer leren over de ervaringen die non-monogame mensen hebben in hun relaties. Daarom heb ik meerdere interviews gedaan met mensen die een consensueel non-monogame relatie hebben. Consensuele (of ethische) non-monogamie is een parapluterm waaronder bijvoorbeeld polyamorie (het hebben van meerdere romantische en/of seksuele relaties) en open relaties (het hebben van één of meerdere seksuele relatie(s) naast je partner) vallen. Omdat monogame relaties de norm zijn, en consensuele non-monogame relaties niet, maak ik met dit onderzoek de denkstap van hoe persoonlijke relaties worden beïnvloed door maatschappelijke en/of politieke factoren. Mijn onderzoek sluit hiermee aan bij het feministische motto ‘het persoonlijke is politiek,’ dat ontstond tijdens de tweede feministische golf.

Om een poule met gesprekspartners voor dit onderzoek samen te stellen heb ik een beroep gedaan op mijn eigen netwerk. Uiteindelijk ben ik in gesprek gegaan met zes mensen van wie de leeftijden tussen de twintig en dertig jaar liggen. Mijn gesprekspartners waren voornamelijk witte mensen die zich als LHBTI+ identificeren. Ik wil hiermee benadrukken dat de gesprekken die ik heb gevoerd dus niet representatief zijn voor alle mensen die een consensueel non-monogame relatie hebben.

In dit artikel vertel ik wat ik heb geleerd van deze interviews en welke patronen ik heb opgemerkt. Ik wil met dit artikel niet zeggen dat jij nu ook met andere mensen dan je partner moet gaan daten of zelfs relaties aan moet gaan. Mijn doel is om met mijn bevindingen te laten zien hoe consensueel non-monogame relaties traditionele ideeën rondom relaties, zoals hoe men over trouw en ontrouw denkt, kunnen uitdagen. 

Wat is wat, wie is wie?
Eén van de eerste dingen die ik besprak met de geïnterviewden was hoe zij zich identificeren op het gebied van consensuele non-monogamie: als iemand met een open relatie, als iemand met een polyamoreuze identiteit en/of relatie, et cetera. Het lijkt iets kleins, maar hoe iemand zich identificeert binnen het spectrum van consensuele non-monogamie kan veel zeggen over wat hun ideeën zijn over trouw en ontrouw. Hier kwam voornamelijk naar voren dat vreemdgaan ervaren wordt als het niet nakomen van de afspraken die je hebt gemaakt met je partner, of dat je bewust iets doet waarvan je weet dat het je partner zou kwetsen. Dit is het stukje ‘consent’ in consensuele non-monogamie, waardoor het zich onderscheidt van vreemdgaan. Eén geïnterviewde gaf de nuance aan dat hun relatie soms open, en soms gesloten is. Dat betekent dat in hun relatie wat wel of niet vreemdgaan is met de tijd kan veranderen.

Enkele geïnterviewden benoemden ook dat wanneer zij vertellen aan mensen dat ze een non-monogame relatie hebben, mensen reageren met “maar dan ga je toch gewoon vreemd op elkaar!” Hiermee zeggen mensen dus dat alles wat er gebeurt met anderen buiten de relatie van twee partners, of dat nou met consent is of niet, gelijk als vreemdgaan telt. De geïnterviewden die deze ervaring deelden gaven juist aan dat zij zelf wilden bepalen of er wordt vreemdgegaan op ze of niet, en dat dat niet door iemand anders kan worden bepaald.  

Dit soort oordelende uitspraken over consensuele non-monogamie laten niet alleen zien dat er een sterk moreel oordeel heerst over vreemdgaan, maar ook dat er een universele definitie van een ‘goede’ relatie wordt geconstrueerd in onze Westerse maatschappij, namelijk monogamie. Deze systematische normalizering van monogamie als de norm wordt door sommige feministische onderzoekers geïdentificeerd als ‘compulsieve monogamie’. Hierbij bouwen ze voort op Adrienne Rich’s concept van ‘compulsieve heteroseksualiteit’. Rich beargumenteert dat in een patriarchaat, mensen door sociale en culturele factoren het aangeleerd krijgen dat heteroseksualtiteit de norm is. Compulsieve monogamie, beargumenteren bijvoorbeeld Sophie K. Rosa en Angela Willey, kan ervoor zorgen dat mensen al hun behoeften bij één persoon proberen te vervullen en platonische relaties met anderen daardoor misschien afkappen.

Tijdens mijn gesprekken voegde één geïnterviewde de nuance toe dat wanneer in een non-monogame relatie afspraken over trouw en ontrouw worden gemaakt, je nooit 100% kan garanderen dat die afspraken ook worden nagekomen. Deze persoon doelde erop dat het altijd mogelijk is dat je tóch gevoelens voor iemand ontwikkelt buiten je relatie, ook al was dat niet misschien niet de afspraak. Het moment dat zoiets gebeurt, zei de geïnterviewde, is het van groot belang dat je er direct over communiceert met je partner.  Hoe ga je verder?

Van jou, van mij, van ons
Jaloezie kan een grote rol spelen in monogame relaties, maar hoe zit dat met consensueel non-monogame relaties? Ik vroeg tijdens de interviews hoe iemand jaloezie ervaart, of deze ervaring verschilt wanneer iemand in een monogame of non-monogame relatie zit en hoe ze daarmee omgaan. Meerdere geïnterviewden gaven aan, in verschillende gradaties, wel eens jaloerse gevoelens te ervaren wanneer hun partner met iemand anders tijd doorbracht op romantische en/of seksuele wijze. Ze ervaren deze jaloezie echter niet per se als iets negatiefs. Uit de verhalen die geïnterviewden met mij deelden haal ik voornamelijk dat jaloezie een secundaire plek inneemt bij deze mensen. Bijvoorbeeld: mijn vriend en ik vinden het leuk om samen legpuzzels te maken. Mijn andere partner is hier jaloers op, maar niet omdat die vindt dat ik niet mag puzzelen met mijn vriend; nee, dat is prima, maar eigenlijk zou mijn andere partner óók graag met mij willen puzzelen. Jaloezie lijkt een reactie te zijn op een behoefte die niet vervuld is, en niet zozeer een gevoel dat iemand iets niet mag hebben of doen.

Niet elke geïnterviewde deelde deze neutrale houding naar jaloerse gevoelens. Eén persoon gaf aan dat die een erg jaloers persoon is in consensueel non-monogame relaties, maar dat andere consensueel non-monogame mensen in hun omgeving hen vertelde dat jaloezie uit den boze is in non-monogame relaties. Deze persoon voelde zich daardoor alsof die consensuele non-monogamie niet ‘goed deed’. Dit laat zien dat ook consensueel non-monogame gemeenschappen een vorm van normativiteit kunnen uiten. Ik zie hierin dat, hoewel het willen weren van jaloezie als negatieve emotie een goed doel lijkt, dit dus een tegenovergesteld effect kan hebben, waarbij iemand een schuldgevoel aangepraat krijgt. Daarnaast denk ik dat deze manier van denken over consensuele non-monogamie zou kunnen leiden tot het excluderen van mensen wanneer zij niet voldoen aan het ‘ideale’ beeld van consensuele non-monogamie. Over het priviligeren van consensuele non-monogamie wordt ook geschreven door zowel academische onderzoekers als ervaringsdeskundigen.

De rol van buitenaf
Tijdens mijn gesprekken vroeg ik ook of de geïnterviewden zich beïnvloed voelden door zaken van buitenaf in hoe ze over hun non-monogame relaties en over zichzelf dachten. Een voorbeeld van zo’n invloed is de media. Meerdere geïnterviewden gaven aan dat ze hier eigenlijk nooit mee bezig waren geweest, maar nu dat ik het zo vroeg, ze er over na gingen denken. Eén geïnterviewde, die al lang non-monogame relaties heeft, gaf aan heel bewust om te gaan met welke media die consumeert. Deze persoon gaf aan zelfs actief media te vermijden die consensuele non-monogamie negatief representeert. Andere geïnterviewden zeiden dat ze wel weten dat invloeden van buitenaf, zoals de media, een rol speelt in framing van consensuele non-monogame relaties. Misschien worden ze onbewust wel beïnvloed in hoe ze over hun relaties denken, maar de geïnterviewden gaven aan dat niet zo veel aandacht proberen te besteden aan hoe hun relaties geframet worden.

Ik vroeg de geïnterviewden ook wat ze dachten over het idee dat consensuele non-monogame relaties momenteel een ‘trend’ zijn en steeds meer aandacht krijgen in de media, bijvoorbeeld zoals in dit artikel van LINDA. Voor dit project sprak ik voornamelijk mensen die zich als LHBTI+ identificeren. Uit de gesprekken kwam voort dat de meeste geïnterviewden denken dat het lijkt alsof meer mensen consensuele non-monogame relatievormen aan het ontdekken zijn, maar dat het in hun queer kringen niet zo nieuw of gek is om dat te doen. Het merendeel van de geïnterviewden zei dat het voor hun als queer persoon heel logisch voelt om dat te doen: als queer persoon volg je toch al niet de heteronormatieve normen, waardoor het ook veel ‘makkelijker’ is om vraagtekens te zetten bij andere scripts, zoals een ‘normale’ monogame relatie. In een onderzoek uit 2017 kwam zelfs naar voren dat mensen die zich als (gender)queer identificeren, zich meer openstellen naar een potentiële consensueel non-monogame relatie dan mensen die zich als homoseksueel, lesbisch en/of cisgender identificeren.

Eén geïnterviewde voegde hier nog aan toe dat het hen eigenlijk niet uitmaakte of consensuele non-monogamie een trend is of niet: non-monogame relaties zijn geen nieuwe uitvinding en als meer mensen zich bewust bezighouden met welke relatievorm zij willen beoefenen, dan is dat volgens hun alleen maar een goed iets.

Moraliteit en zelfbeeld
Het laatste thema waar ik met de geïnterviewden over sprak was moraliteit en zelfbeeld. We spraken over het idee van een ‘goede’ relatie en de morele implicaties van vreemdgaan. Meermaals bespraken we reality-series zoals Temptation Island en Love Island, waar het wordt geframet alsof vreemdgaan het allerergste is wat iemand kan doen in een relatie. Daarmee staat vreemdgaan in deze context gelijk aan een ‘slecht’ persoon zijn. De keerzijde hiervan is dat iemand als een ‘goed’ persoon wordt neergezet wanneer deze de ‘verleiding’ weet te weerstaan. Eén geïnterviewde, die zelf meermaals is vreemdgegaan in hun zoektocht naar een passende relatievorm, gaf aan dat die na hun vreemdgaan zich enorm schuldig voelde. Die had immers “het ergste gedaan wat je kan doen in een relatie.” Nu, jaren later, kijkt de geïnterviewde heel anders naar hun eigen bedrog, wetend dat de morele stempel die op hen werd geplaatst niet zo zwart-wit hoeft te zijn.

Twee geïnterviewden gaven tijdens het interview aan het woord ‘vreemdgaan’ erg lastig te vinden. Beiden vertelden mij dat iemand een ‘vreemdganger’ noemen voor hun voelt alsof er een oordeel, een morele stempel, op iemand wordt geplakt, vaak zonder dat we context over iemands acties weten. Het zou niet zo licht moeten worden opgevat, zei een van deze personen, want het kan flinke consequenties hebben voor hoe er naar iemand wordt gekeken. Maar, zei de andere geïnterviewde, sommige mensen bedriegen zo systematisch hun partners, díe verdienen zo’n stempel wel.

Tot slot
Uit de gesprekken die ik heb gevoerd blijkt dat weloverwogen regels, waarmee alle partijen ingestemd hebben, leidend zijn voor wat ‘trouw en ontrouw’ betekenen in consensuele non-monogame relaties. Wat een (moreel) ‘goede’ relatie is – ik benoem hier opnieuw Temptation Island – is daarmee niet zo zwart-wit als dat de norm van monogamie voorschrijft. Een kritische houding naar normen die we krijgen aangeleerd, zoals monogamie, kan je veel leren over welke relatievorm het beste bij jou past – en dit kan ook veranderen gedurende je leven. Het klinkt misschien cliché, maar of een relatie nou monogaam of consensueel non-monogaam wordt vormgegeven, communicatie lijkt de key te zijn om helder te krijgen wat je van elkaar kan verwachten. Zo kan ook de rol van monogamie als een maatschappelijke norm (compulsieve monogamie) worden bevraagd: het persoonlijke is immers politiek. Daarbij is het ook belangrijk, zo bleek uit mijn gesprekken, dat met de ‘opmars’ van consensueel non-monogame relaties, we niet de ene relatievorm als beter of slechter labelen. Dit kan uitsluitend werken. Daarnaast kan het ook de verbinding van onderlinge individuen tegenwerken, terwijl die verbinding juist zó belangrijk is in een alsmaar individualisticher wordende maatschappij. Kortom: blijf trouw aan wat bij jou past als persoon en blijf praten met je geliefde(n) over hoe je elkaar het beste kan geven wat je nodig hebt.

Steun LOVER!

LOVER draait sinds de start in 1974 volledig op vrijwilligers en donaties. Wil je dat een van Nederlands oudste feministische tijdschriften blijft bestaan? Help ons door een (eenmalige) donatie. Elke euro is welkom en wordt gewaardeerd. Meer informatie vind je hier.

Meer LOVER? Volg ons op XInstagramLinkedIn en Facebook.