Tussen stijl en realiteit

Het ongemak van homeless chic

Beeld door Julia Roelers
Beeld door Julia Roelers
Nienke Amarins Hettinga (redacteur)

Homeless chic werd populair in de jaren ‘80 en komt, zoals de meeste trends, elke twintig jaar weer terug. Deze controversiële modetrend bestaat uit high-end aanpassingen van versleten kleding - een chique aanpassing van traumatische omstandigheden. Het is een vreemde trend die de armsten in onze samenleving verheerlijkt om de rijken aan te spreken. Homeless chic werd opnieuw populair aan het eind van de jaren ‘10 en lijkt op de kleding die veel daklozen op straat dragen. Wat daklozen dragen is vaak praktisch, beschikbaar, betaalbaar en comfortabel, terwijl degenen die dezelfde kleding dragen voor homeless chic dit doen omwille van ijdelheid en klasse status - deze kledingstijl is namelijk vaak ontzettend duur. 

Waarom is deze toe-eigening überhaupt een ding geworden? Is het omdat een vervallen of stedelijke stijl als edgy wordt beschouwd? Heeft de mode het contact verloren met de realiteit van armoede als een sociale kwestie en is het dit gebrek aan kennis dat ervoor zorgt dat armoede gebruikt wordt als simpelweg inspiratie voor ontwerpers? Of is het gewoonweg zo dat het toe-eigenen van de 'kledingstijl' van arme mensen een andere manier is om hun sociale status als iets minderwaardigs te benadrukken?

Esthetiek zonder empathie

Vorig jaar vergeleek stijl schrijfster Leeann Duggan de trend in een artikel voor Refinery29 met culturele toe-eigening. "Ik denk dat het deels te maken heeft met de ontkoppeling ter grootte van een voetbalveld die nodig is om een mens die zonder basisbehoeften leeft te zien door de lens van 'stijl' of 'inspiratie'," schreef ze. "Het doet me denken aan de behoeftehiërarchie van Maslow: daklozen, totaal zonder vangnet, leven helemaal onderaan die piramide." Volgens Duggan kunnen mensen die helemaal bovenaan leven, in het onstuimige rijk van 'zelfverwerkelijking' daklozen alleen zien door hun eigen extreem bevoorrechte lens.

Een voorbeeld hiervan zijn de sneakers van het Franse modehuis Maison Margiela, met een gedeconstrueerde esthetiek met opzettelijk versleten zolen en vlekken die in de winkel meer dan negenhonderd euro kosten. In deze, en vele andere gevallen, worden homeless chic-modeartikelen met kritische reacties ontvangen. Balenciaga werd bijvoorbeeld bespot voor het uitbrengen van een kopie van IKEA’s blauwe boodschappentas; tweeduizend euro versus drie euro. Meer recentelijk zijn topmerken op de vingers getikt voor het uitbrengen van producten die er minder dan luxe uitzien - van Gucci’s dure vieze sneakers in 2019 tot Balenciaga’s afgezakte joggingbroeken in 2021.

Hoewel sommigen beweren dat deze stijlen de gemeenschap juist vieren, ontstaat er een breuk wanneer merken hun toevlucht zoeken in gemeenschappen die historisch gezien verwaarloosd zijn. Bovendien gebruiken modeontwerpers hun homeless chic-collecties niet als leermomenten voor mensen om de geschiedenis van onze wereld te begrijpen - de geschiedenis van al die gemeenschappen waar ze inspiratie uit halen. Daarnaast kan het voortzetten van de collecties schadelijk zijn voor dezelfde gemeenschappen waar inspiratie uitgeput wordt; wanneer het lijkt alsof beroemdheden te hard hun best doen om er arm uit te zien, dan is dat een belediging voor mensen die echt geen andere keuze hebben dan kleding te dragen die geassocieerd wordt met armoede, goedkoop is of beschadigd is. 

Om het nog erger te maken profiteren alleen de merken ervan. Neem Balenciaga’s trainingsbroek met boxers die uit de bovenkant steken om een afzakkende broek te imiteren. Er is een geschiedenis van zwarte mannen die gedemoniseerd worden omdat ze deze stijl dragen. Zo’n collectie zou een geweldige kans zijn geweest om, laten we zeggen, Black Lives Matter te steunen. Het is één ding om mensen voor te lichten, maar het is iets anders om de ervaringen van andere mensen en andere gemeenschappen als inspiratie te gebruiken om alleen maar pure winst te maken. 

De benarde situatie van daklozen over de hele wereld is niet iets dat gereduceerd zou moeten worden tot een esthetische keuze voor de rijken, waarbij de strijd waarmee daklozen elke dag geconfronteerd worden geminimaliseerd wordt. Blijkbaar vinden deze modeontwerpers het ook ironisch dat juist de mensen die in extravagantie en comfort leven, veel geld betalen om eruit te zien alsof ze zich geen eten kunnen veroorloven. Het is dat of het kan ze gewoon niets schelen. Hoe dan ook, het toont een ongelooflijk gebrek aan empathie of zelfbewustzijn voor degenen die het minder goed hebben dan zij.

Een kritische blik op homeless chic 

Dat wil niet zeggen dat degenen die rijkdom bezitten, verplicht zijn om die te laten zien. Winkelen in kringloopwinkels of het dragen van tweedehands kleding kan een ecologisch duurzame en financieel haalbare optie zijn. Het kan ook een manier zijn om een unieke stijl te ontwikkelen en trends bij te houden in een wereld waar ze sneller gaan dan ooit. Maar wanneer gaat een stilistische keuze over in toe-eigening? Het antwoord: inspiratie versus intentie. Er is niets mis met oversized kleding, outfits met meerdere lagen, een mix van texturen of gedempte kleuren. Als de inspiratie echter afkomstig is van iemand die geen enkele zeggenschap heeft over de kleding die men draagt of bezit, dan is de outfit van modieus naar misleidend gegaan. Armoede is geen esthetiek, noch is het een omstandigheid die moet worden nagebootst en aangepast. De grens wordt overschreden wanneer mensen in een bevoorrechte of rijke positie zich actief voordoen als het tegenovergestelde, puur voor esthetische doeleinden.

Laten we wel realistisch blijven - we gaan niet allemaal meteen naar onze kasten rennen en onze gescheurde jeans en versleten sneakers eruit gooien. Wat we wel moeten doen is onszelf eraan herinneren dat we onze modekeuzes niet ten koste moeten laten gaan van ons vermogen om mensen om ons heen te zien. Een groot deel van de verantwoordelijkheid ligt volgens mij bij de modehuizen. Modehuizen hebben creatieve teams die betrokken zijn bij het geven van groen licht voor hun collecties. Zij hebben de middelen om onderzoek te doen naar de collecties die zij uit willen brengen; wat zij niet toegeven is dat deze teams niet cultureel gevoelig zijn. Dit benadrukt de extra behoefte aan diversiteit in creatieve teams, inclusief sociaaleconomische diversiteit, een segment dat vaak wordt genegeerd. Als iedereen in de kamer en iedereen in het creatieve team eenzelfde soort achtergrond heeft, merken ze misschien niet hoe toondoof het is om iemand uit de arbeidersklasse of uit een lagere sociaaleconomische status te imiteren, ze vinden het misschien meer een nieuwigheid dan dat ze de echte levensstijl die er bestaat erkennen en respecteren. 

Hopelijk kunnen ontwerpers die deze homeless chic-trend willen kopiëren in de toekomst steun bieden aan de daklozen zelf, of beter nog, erkennen dat leven op straat een intense ervaring is en dat daklozen zich zo kleden om te overleven - niet om modetrends bij te houden. 

Steun LOVER!
LOVER draait uitsluitend op vrijwilligers en donaties. Wil je dat Nederlands oudste feministische tijdschrift blijft bestaan? Help ons door een (eenmalige) donatie. Elke euro is welkom en wordt gewaardeerd. Meer informatie vind je hier.

Meer LOVER? Volg ons op TwitterInstagramLinkedIn en Facebook.