Van femme fatale naar fembot

Van femme fatale naar fembot beeld Amanda Winnemuller
Van femme fatale naar fembot beeld Amanda Winnemuller
Annalin van Putten • 1 nov 2021

Wanneer we aan robots denken, denken we niet meteen aan gender. Toch zijn er regelmatig op grote techbeurzen paaldansende robots, of strippende robots, te zien, die je - hoe je het ook wendt of keert - associeert met vrouwen. Deze robots lijken in de traditie te staan van de fembots: robots die het sexy en onderdanige vrouwenlichaam dienen na te bootsen. Kunnen we spreken van (technologische) vooruitgang wanneer er tegelijkertijd sprake is van een herhaling van zetten in het archetyperen van 'de' vrouw?

Cyberbimbo's en fembots als archetypen
Met de opkomst van de virtuele wereld en robotica leken zich nieuwe (sociale) domeinen te presenteren met nieuwe mogelijkheden als het gaat om een herijking van 'het' mens-zijn, genderbepalingen en intermenselijke relaties. Sociaal-culturele grenzen, normen, opvattingen, bepalingen en archetypische beeldvorming zouden met de opkomst van cyberspace en robotica meer losgelaten of zelfs overstegen kunnen worden. Waar men aan de ene kant leek te snakken naar bevrijding van sociaal-culturele identiteiten en begrenzingen, lag het volgens Anne Balsamo voor de hand dat men bij de vormgeving van de virtuele wereld en robotica gemakshalve zou terugvallen op de (lichaams)identiteiten die in de geschiedenis gevormd en opgelegd zijn. Nieuwe techniek met nieuwe mogelijkheden betekent volgens haar dan ook niet automatisch dat informatievoorziening op een andere, betere manier plaatsvindt. De introductie van bijvoorbeeld de fembotbewijst dat oude en traditionele narratieven, met bijbehorende archetypische beeldvorming uit de westerse cultuur, doelbewust zijn hergebruikt.

Volgens Balsamo worden vrouwen in de technologische wereld enerzijds weergegeven als passieve seksuele objecten - de cyberbimbo's - en staan ze anderzijds als fembots symbool voor de techniek in zijn algemeenheid, die als vrouwelijk en daardoor als bedreigend en oncontroleerbaar wordt gezien. Ook Alice Jardin benadrukt de onmiskenbare relatie tussen lichaam en techniek en de gevolgen die dit heeft voor het ontstaan van vrouwelijke archetypen. Zij refereert hierbij aan de eeuwenoude archetypen van de heilige moeder en de hoer, waarbij de techniek aan de ene kant wordt gerepresenteerd als neutraal, onderdanig en in dienst staand van de man, en aan de andere kant als een gevaarlijke femme fatale die eropuit is om te castreren en (daarin) onbeheersbaar en oncontroleerbaar is.

Het beeld van de femme fatale ontstond in het begin van de twintigste eeuw, een tijd van snelle technologische vooruitgang en maatschappelijke veranderingen. Het beeld benadrukte de vrouwelijke schoonheid en begeerlijkheid, maar - vanwege de opkomende vrouwenemancipatie - ook haar onafhankelijkheid, kracht en 'onbeheersbare en gevaarlijke natuur'. Het beeld van de femme fatale kwam daarmee symbool te staan voor alle gevreesde sociaal-maatschappelijke en technologische veranderingen van die tijd. In navolging van de femme fatale lijken de fembots symbool te staan voor de grote technologische en maatschappelijke veranderingen van tegenwoordig.

Er zijn twee verklaringen voor het ontstaan van deze archetypische vrouwbeelden. Vrouwelijke identiteit en seksualiteit zijn eeuwenlang in relatie gebracht met de gevaarlijke en oncontroleerbare natuur. Met het verdringen van de natuur in een meer technologische samenleving krijgt het vrouwbeeld een ondubbelzinnig karakter. Daarnaast roept de overgang naar een ander type samenleving angst op; een meer technologische samenleving zorgt voor een wereld die door mensen (nog) niet volledig te overzien of te controleren valt. Deze angst zorgt volgens filosoof Peter Sloterdijk voor zogeheten formaatstress. Nadat we ons als mensen gedistantieerd hebben van de natuur, bevinden we ons nu in een techno-sfeer die vraagt om een herformattering van het denken: het denkvermogen moet zich aanpassen aan een wereld die zich in korte(re) tijd aan het uitbreiden is. De angst voor uitbreiding van een technologische wereld die de mens beheerst maar gevoelsmatig ook niet beheerst, lijkt zich te vertalen in een archetypisch vrouwbeeld dat symbool staat voor deze aspecten: de fembot.

De fembot als patriarchaal ideaal
De fembot verschilt in verschijningsvorm of betekenis niet veel van de femme fatale. Beide archetypen appelleren aan een bredere angst voor sociaal-maatschappelijke veranderingen en de gevaren die deze met zich mee zouden kunnen brengen. De femme fatale zou vanwege haar seksuele kracht de (maatschappelijke) positie van mannen in gevaar kunnen brengen en de fembot zou vanwege haar bovenmenselijke kracht en superioriteit een bedreiging vormen voor de mensheid. De archetypen verschillen op één belangrijk punt van elkaar: de femme fatale is gevaarlijk omdat ze onbeheersbaar en ontembaar is, waar de fembot vanwege haar gevaarlijke karakter tot slaaf is gemaakt van de man en de door hem ontwikkelde technologische samenleving. De fembot diende het 'patriarchale ideaal' te vertegenwoordigen door bij haar de nadruk te leggen op het aantrekkelijk en sexy zijn en haar wil om zich onderdanig te maken aan haar meester. Het archetypische beeld van de fembot vormde daarmee ook een bedreiging voor vrouwen, omdat ze vreesden in de toekomst te zullen worden vervangen door deze ‘ideale’ vrouwen.

De eerste fembot was in 1927 te zien in de film Metropolis en vormde de blauwdruk voor latere representaties van fembots. In deze film, maar ook in de tv-serie The Bionic Woman uit 1976, wordt de nadruk gelegd op de dreiging die uitgaat van deze onwaarschijnlijk sterke en verleidelijke vrouwen. In latere representaties, zoals in de film Ex Machina (2014) of de dramaserie Westworld (2016), krijgt de fembot meer agency en vertegenwoordigt ze een scala aan menselijke eigenschappen, emoties en behoeften. Makers van deze films werken vanuit het concept van humanoids - robots die op mensen lijken, wat identificatie en sympathiseren met robots mogelijk maakt.

Waar robots aan de ene kant qua 'menselijke' eigenschappen en mogelijkheden complexer lijken te worden, valt tegelijkertijd op dat eeuwenoude, geobjectiveerde lichaamsbeelden hergebruikt worden bij de weergave van fembots of vrouwelijke humanoids. De fembot en zelfs de meer geavanceerde vrouwelijke humanoids zijn daarmee genderbevestigend in de rol van vrouwen als lustobject of worden zelfs doorontwikkeld naar een vrouwelijke robot die gedefinieerd wordt door seksuele lust: de seksrobot.

Seksrobots
De seksrobot heeft altijd zin en is nooit moe. 'Ze is dociel en onderdanig, gebouwd als een pornoster en altijd beschikbaar voor seks', is de beschrijving die robotontwerper Matt McMullen geeft van de perfecte vrouw. De seksrobot is een product van de technologische vooruitgang - we zijn namelijk anders gaan denken over seks en onze toegang ertoe - maar ook over hóé we seks hebben, stelt journaliste Maartje Laterveer. Ze haalt hierbij journaliste Emily Witt aan, die stelt dat de beleving van seksualiteit zich heeft verengd tot het nastreven van een fysiek doel: het best mogelijke orgastische genot, een punt in de verte waar het lichaam naartoe moet bewegen, met behulp van allerhande seksspeeltjes zoals de seksrobot.

Robotica maakt het daarmee mogelijk om vrouwelijke seksualiteit wéér los te koppelen van de vrouwelijke identiteit en haar zo te reduceren tot een seksueel aantrekkelijk lichaam wat men 'vrijblijvend' kan gebruiken of objectiveren. Zo werd in 2013 de eerste paaldansende robot - of stripperrobot - gepresenteerd. Deze robots moeten volgens maker Giles Walker bezoekers entertainen, maar ook mensen aan het denken zetten: “Door een bewakingscamera op het lichaam van een paaldanser te plaatsen, kijk ik naar de relatie tussen voyeurisme en macht. Heeft zij (als stripper) macht of zijn dat de mensen die naar haar kijken?” In interviews geeft Walker zich zorgen te maken dat deze boodschap niet overkomt, omdat zijn robots nu veelvuldig worden ingezet in de seksindustrie.

Het gevaar van deze ontwikkeling is dat archetypische en binaire opvattingen over gender opnieuw een rol lijken te spelen door robots niet alleen als typisch 'vrouwelijk' of 'mannelijk’ te typeren, maar ook door vrouwelijkheid opnieuw uit te drukken via seksualiteit en de mate waarin deze als aantrekkelijk wordt beschouwd door mannen. De totstandkoming van gender is volgens filosofe Judith Butler dan ook te relateren aan de wet van de seksualiteit: een geritualiseerde herhaling van (patriarchale) conventies, deels opgelegd door de dwingende macht van heteroseksualiteit. De nadruk die de robotica lijkt te gaan leggen op vrouwelijke seksualiteit - als dé essentie van de fembot in al haar verschijningsvormen - bewijst dat deze wet nog steeds van kracht is.

Cyberfeminisme
Cyberfeminisme bestrijdt deze archetypering door de nadruk te leggen op een geëmancipeerd en intelligent vrouwbeeld met een samenhangend lichaamsbeeld dat over een veelvormige seksualiteit beschikt. Een ander doel van het cyberfeminisme is om (patriarchale) machtsverhoudingen te ontmantelen en weg te nemen. De ondergeschikte positie die de fembot dient in te nemen vanwege haar gevaarlijke en oncontroleerbare seksualiteit, stuurt aan op een ongelijkwaardige relatie tussen 'vrouwelijke' en 'mannelijke' robots, of tussen (mannelijke) makers en hun vrouwelijke robot: een meester-slaafrelatie. Dat fembots deze benadering en positie 'verdienen', blijkt uit het in representaties veelvuldig overgenomen adagium dat de fembot gestraft moet worden vanwege haar kracht(en). In Metropolis wordt de fembot zelfs als een heks op de brandstapel gegooid: de (patriarchale) status quo moest volgens Sophie Mayer gewaarborgd blijven.

Net als bij het technohumanisme, dat volgens Yuval Harari uitgaat van de gedachte dat Homo Sapiens zijn einde heeft bereikt en men technologie moet gaan gebruiken om Homo Deus - een superieur soort mens - te scheppen, pleit het cyberfeminisme voor een nieuw gender. Het manifest dat onderzoeker en wetenschapsfilosoof Donna Haraway in 1991 schreef, getiteld 'A Cyborg Manifesto: Science, Technology, and Socialist-Feminism in the Late Twentieth Century', vormt hiervoor een belangrijke bron. Haraway benadrukt de ontwikkeling van cyborgs en pleit daarmee voor afschaffing van starre grenzen tussen mensen en dieren, organismen en machines, en mannen en vrouwen. Volgens Haraway zijn we al cyborgs, omdat we allemaal techniek aan ons lichaam meedragen in bijvoorbeeld de vorm van pacemakers, brillen, gehoorapparaten en stoma’s.

Toekomstig genderperspectief
Wanneer we uitgaan van de gedachte dat de mens al cyborg is, is het van fundamenteel belang dat gender in bredere zin onderzocht, bevraagd en geconceptualiseerd wordt bij het vormgeven van robots - als referentie én als perspectief voor de 'nieuwe mens'. Door terug te blijven vallen op archetypische en binaire concepten van 'mannelijk' en 'vrouwelijk', wordt er een achterhaald vrouwbeeld de toekomst in gestuurd met alle gevolgen voor positie en betekenis van dien.

Over de auteur
Annalin van Putten (1984) studeerde Theaterwetenschappen en Theatre Studies en studeerde af als dramaturg. Daarnaast studeerde ze Transpersoonlijke psychologie, Filosofie en Zingeving en Spiritualiteit, waarmee ze afstudeerde als transpersoonlijk therapeut. Ze is eigenaar van coachingspraktijk Aislinn, publiceert met enige regelmaat artikelen en is momenteel haar onderzoek 'De emancipatie van de hoer' aan het omwerken naar een boek.


Steun LOVER!
LOVER draait uitsluitend op vrijwilligers en donaties. Wil je dat Nederlands oudste feministische tijdschrift blijft bestaan? Help ons door een (eenmalige) donatie. Elke euro is welkom en wordt gewaardeerd. Meer informatie vind je hier.

Meer LOVER? Volg ons op TwitterInstagramLinkedIn en Facebook.