Vergeten vrouwen #12

De onderbelichte rol van vrouwen in het verzet tijdens WOII

Vergeten Vrouwen 12 Beeld door Ite Hamming
Vergeten Vrouwen 12 Beeld door Ite Hamming
Miranda Valkenburg (bestuursvoorzitter)

In de geschiedenisboeken kom je ze niet vaak tegen, maar heldhaftige, geniale en excellerende vrouwen zijn van alle tijden. Ze zijn echter genegeerd, bestolen of simpelweg uit de annalen weggeschreven. Met de reeks Vergeten Vrouwen draagt LOVER bij aan het eerherstel dat ze verdienen. In deze editie: de onderbelichte heldinnendaden van verzetsvrouwen tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Het is vandaag Bevrijdingsdag. Tachtig jaar geleden eindigde de Tweede Wereldoorlog ook in de laatste delen van ons land en daarmee was heel Nederland bevrijd. De rol van vrouwen in het verzet bleef lange tijd onderbelicht. Bij het woord ‘verzetsheld’ denken de meesten aan mannen als Erik Hazelhoff Roelfzema en Gerrit van der Veen. Vraag je specifiek naar een verzetsheldín, dan blijft het antwoord hooguit beperkt tot Hannie Schaft.

Na de bevrijding ontstond al snel een bepaald beeld van verzetslieden: dappere mannen, die voltijds en ondergronds – liefst gewapend – weerstand boden aan de nazi’s. Daardoor zijn veel groepen in de geschiedschrijving niet meegenomen, terwijl het meeste verzet parttime, bovengronds en ongewapend plaatsvond. Volgens de huidige schatting bestonden de verzetsnetwerken in de Tweede Wereldoorlog voor een derde uit vrouwen. Hun bijdrage is decennialang echter ondergewaardeerd. Zo werd ‘verzorgend verzet’, zoals hulp aan onderduikers, niet als echt verzetswerk gezien, hoewel hier serieuze risico’s aan kleefden.

Vooroordelen, socialisatie en patriarchale normen hebben er verder voor gezorgd dat de rol van vrouwen in het verzet onderbelicht bleef. Zo was ‘leiderschap’ in de publieke opinie een mannelijke eigenschap, en kon een vrouw daarom nooit een leidende rol hebben gehad in het verzet. Veel mannen hebben bovendien de neiging om hun prestaties aan te dikken, terwijl vrouwen gesocialiseerd zijn om zich vooral bescheiden op te stellen. Tijdens naoorlogs onderzoek zwakten verzetsvrouwen hun bijdrage vaak af. En als ze dat zelf niet deden, dan deden mannen het wel.

Gelukkig is er de laatste jaren meer aandacht voor verzetsvrouwen. In het boek Een land in verzet – onder redactie van Mirjam Lange en Paul van Tongeren (2025), onder te titel ‘Het (ver)zwijgen van de verzetsvrouw’, constateert journaliste en historica Rianne Oosterom dat er in Nederland weinig structureel onderzoek is gedaan naar de rol van vrouwen in het verzet en in verzetsgroepen. Weliswaar is er aantal biografieën van verzetsvrouwen verschenen, maar deze stipuleren eigenlijk hun uitzonderingspositie.

Dat vrouwen een structurele en bepalende rol speelden, bewijzen historici Agnes Cremers en Mark Bergsma in Verzetsvrouwen. Een onderbelichte geschiedenis (2025). Drie jaar geleden interviewde LOVER hen over hun plan voor dit boek waarin ze een overstijgend perspectief beoogden te bieden op vrouwen in het Nederlandse verzet. In aanvulling op individuele verhalen wilden Cremers en Bergsma juist laten zien dat er sprake was van vele actieve vrouwen en hun netwerken. Dat is ze gelukt. Heel veel vrouwen hebben illegaal en gevaarlijk werk verricht en daarvoor niet de waardering gekregen die ze verdienen.

In Verzetsvrouwen staan tien vrouwen centraal. Door in te zoomen op hun diverse, persoonlijke levens laten Cremers en Bergsma de veelvormigheid van hun verzetsactiviteiten zien. De vrouwen brachten illegale bladen en wapens rond, hielpen piloten, parachutisten en onderduikers, en pleegden aanslagen. Met alle levensgevaarlijke risico’s van dien. De tien hoofdpersonen overleefden allen de oorlog. Van een aselecte steekproef is dus geen sprake, maar hierdoor wordt wel duidelijk wat de geringe naoorlogse aandacht en erkenning met hen deden.

Een greep:
Rosa Boekdrukker-Hirsch (1908-1982) speelde een cruciale rol bij de Februaristaking en overleefde concentratiekamp Bergen-Belsen. Ze sprak er nooit over. Haar zoon ontdekte pas na haar overlijden dat ze in het verzet had gezeten.
Anna de Bussy (1888-1954) was een spil in het Amsterdamse en landelijke verzet. Na de oorlog werd ze door historici voornamelijk herinnerd voor haar verzorgende verzetswerk.
Anna ‘Puck’ de Jong hielp tijdens de oorlog piloten en parachutisten. Na de bevrijding ging ze werken bij de Politieke Opsporingsdienst (POD), die collaborateurs opspoorde. Toen ze om dezelfde salarisverhoging vroeg als haar mannelijke collega’s, noteerde de leiding in haar dossier: ‘lijdt aan zelfoverschatting.’
Dina Post-Salomons werd na de oorlog vooral bekend als de weduwe van verzetsheld Johannes Post, terwijl ze zelf ook tot over haar oren in het gewapende verzet zat.

Naast de tien uitgebreide portretten hebben Cremers en Bergsma in hun boek korte beschrijvingen opgenomen van vijftig andere verzetsvrouwen. Hopelijk wordt hiermee, tachtig jaar later, eindelijk het hardnekkige beeld doorbroken dat verzetswerk in de Tweede Wereldoorlog voornamelijk door mannen werd gedaan.


Steun LOVER!
LOVER draait uitsluitend op vrijwilligers en donaties. Wil je dat Nederlands oudste feministische tijdschrift blijft bestaan? Help ons door een (eenmalige) donatie. Elke euro is welkom en wordt gewaardeerd. Meer informatie vind je hier.
Meer LOVER? Volg ons op XInstagramLinkedIn en Facebook.