Vergeten vrouwen #3

Sisi beeld door Nadine Colijn
Sisi beeld door Nadine Colijn
Miranda Valkenburg (bestuursvoorzitter)

Dat de geschiedenisboeken zo weinig melding maken van heldhaftige, geniale en excellerende vrouwen, is voor menig manspersoon een verklaring voor zijn vermeende superioriteit. Helaas voor hen: deze vrouwen waren er wel, maar zijn genegeerd, bestolen, over het hoofd gezien of simpelweg uit de annalen weggeschreven. Een enkele keer wordt deze omissie hersteld, soms pas eeuwen later. Deze herontdekte vrouwen vormen slechts een topje van de ijsberg, want van hen wéten we inmiddels dat ze iets gepresteerd hebben.

Jackass Annie (1891-1980)
In 1954 zat de toen bijna 63-jarige boerin Mesannie (‘Annie’) Wilkins er flink doorheen. Ze was blut en had geen familie meer, de bank had beslag gelegd op haar boerderij en de dokter gaf haar nog hooguit twee jaar te leven. Wilkins, die nog nooit buiten haar thuisstaat Maine in de VS was geweest, wilde graag de Stille Oceaan zien voordat ze stierf. Zonder te weten wat ze kon verwachten - en zonder kaart - zadelde ze haar paard en vertrok ze samen met haar hond naar de westkust. Ze trotseerde sneeuwstormen, doorwaadde rivieren, beklom bergen en dook regelmatig in de berm vanwege langsrazende auto’s op de snelwegen die destijds in hoog tempo werden aangelegd. In de kranten verschenen weldra berichten over de opmerkelijke reis en haar roem snelde haar vooruit: in menig stadje werd ze als een bezienswaardigheid onthaald. Een jaar en ruim 4000 mijl (zo’n 6500 kilometer) later bereikte ze Californië, waar ze een aantal maanden verbleef voordat ze weer terug naar de oostkust reisde. Uiteindelijk bleek haar dokter abuis te zijn geweest: Wilkins leefde na de diagnose geen twee jaar, maar 24 jaar. In 1980 overleed ze op 88-jarige leeftijd. Zelf schreef ze in 1966 haar memoires. Dit boek, Last of the Saddle Tramps: One Woman's Seven Thousand Mile Equestrian Odyssey, is moeilijk en alleen tweedehands verkrijgbaar. Vorig jaar publiceerde de Amerikaanse schrijfster Elizabeth Letts een biografie over deze avontuurlijke en moedige vrouw: The Ride of Her Life. The True Story of a Woman, Her Horse, and Their Last-Chance Journey Across America.

Coretta Scott King (1927-2006)
Toen Coretta Scott King met Martin Luther King trouwde, weigerde ze de standaardgelofte af te leggen. Daarin stond namelijk dat ze haar echtgenoot beloofde te zullen gehoorzamen, en dat vertikte ze. Dit was in 1953, dus lang vóór de tweede feministische golf waarin het huwelijk als patriarchaal instituut werd bekritiseerd. Ook bedankte ze voor de rol van traditionele echtgenote en moeder door thuis te blijven en hun vier kinderen op te voeden, hoewel Martin dit van haar verlangde. Als activiste heeft ze echter nooit de bekendheid gekregen die haar man ten deel viel. Ten onrechte. Coretta Scott King was een uitgesproken pleitbezorgster voor een groot scala aan sociale kwesties, zoals vrouwenrechten, homorechten, universele gezondheidszorg, wapenbeheersing en geweldloze sociale verandering. Op hoge leeftijd berispte ze het Amerikaanse Congres voor de grote militaire uitgaven en drong ze aan op investeringen in beter onderwijs. Lang voordat sociale kwesties bij het grote publiek in het vizier kwamen, hield zij zich er al mee bezig. Naast de vooruitstrevende weigering om tijdens de huwelijksvoltrekking gehoorzaamheid te beloven was ze een felle voorvechtster van het homohuwelijk avant la lettre, ontving ze in 1983 de Four Freedoms Award voor godsdienstvrijheid en werd ze in 1995 veganist.

Thurídur Einarsdóttir (1777-1863)
Aan zeevaart en zeevisserij hangt een nogal penetrant mannenluchtje. Wie even verder kijkt dan d’r neus lang is, ziet dat er tal van badass vrouwen ook graag het ruime sop kozen en kiezen. Antropologe Margaret Willson stuitte jaren geleden op een oud vissershutje op IJsland, waar in de achttiende eeuw kapitein Thurídur woonde. Thurídor, geboren in 1777, begon op elfjarige leeftijd met varen en groeide uit tot een legende onder de IJslandse zeevaarders. Ze sleepte de grootste vangsten binnen, snapte het weer als geen ander - een levensreddende vaardigheid op zee - en viste zestig jaar zonder ook maar één bemanningslid te verliezen. Geïntrigeerd door het verhaal over Thurídor ging Willson onderzoek doen. Ze ontdekte gegevens over IJslandse zeevrouwen die teruggaan tot de middeleeuwen, wetten uit de achttiende eeuw die hun gelijke beloning als mannen garandeerden en cijfers waaruit bleek dat aan het eind van de negentiende eeuw zeker dertig procent van de zeevarenden in West-IJsland vrouw was. Toen kwam er, met de industrialisatie, de bekende westerse omslag naar het kostwinnersmodel en werden vrouwen geacht hun leven te wijden aan echtgenoot en gezin. De zee werd een door mannen gedomineerde ruimte. Het duurde enkele decennia voordat vrouwen op grote moderne schepen weer in grotere aantallen de zee op gingen. In haar boek Seawomen of Iceland: Survival on the Edge portretteert Willson 250 zeevrouwen van vroeger en nu.

Jane Hinton (1919-2003)
Jane Hinton was een pionier op het gebied van bacteriële antibioticaresistentie en een van de eerste twee Afro-Amerikaanse vrouwen die een graad behaalde in de diergeneeskunde. Toen ze zes jaar oud was, stuurden Hintons ouders haar en haar zus naar school in Europa, waar ze op dat moment als Zwarte kinderen beter onderwijs konden krijgen dan in de VS. Hinton keerde in 1928 terug naar huis en behaalde in 1939 haar bachelorsdiploma aan Simmons College in Boston. Na haar opleiding ging ze werken in het laboratorium voor bacteriologie en immunologie van Harvard. Daar ontwikkelde ze samen met John Howard Mueller in 1941 een polysacharide om de bacterie te isoleren die gonorroe en meningokokkenmeningitis veroorzaakt. Dit kweekmedium groeide uit tot een standaardmethode om bacteriële resistentie tegen antibiotica te testen, dat tot de dag van vandaag gebruikt wordt. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werkte Hinton als laboratoriumtechnicus voor de VS. Na de oorlog ging ze diergeneeskunde studeren aan de University van Pennsylvania, waar ze in 1949 afstudeerde. Zij en Alfreda Johnson Webb waren de eerste Afro-Amerikaanse vrouwen die de graad van Doctor of Veterinary Medicine behaalden en ook de eerste Afro-Amerikaanse leden van de Women's Veterinary Medicine Association. Na een aantal jaren gewerkt te hebben als dierenarts legde Hinton zich toe op onderzoek naar en behandeling van infectieziektes bij veedieren.

Sisi (1837-1898)
Keizerin Elisabeth van Oostenrijk, beter bekend als Sisi (ook wel Sissi), kennen we vooral van de zoetsappige film uit de jaren vijftig van de vorige eeuw en diverse remakes daarvan. Onlangs verscheen op Netflix alweer een nieuwe versie, ditmaal een driedelige serie onder de naam The Empress. Alle hebben ze één ding gemeen: het zijn stuk voor stuk zwaar geromantiseerde versies van haar leven, dat in werkelijkheid een stuk tragischer was. Reden genoeg om haar ook een ‘vergeten vrouw’ te noemen. Na een onbekommerde jeugd trouwde Sisi op haar zestiende met haar neef, keizer Frans Jozef van Oostenrijk. De vrijheidsbeperkingen aan het hof vielen haar zwaar. Ze baarde vier kinderen, die ze - zeer tegen haar eigen wens - niet zelf mocht opvoeden. Echtgenoot Frans Jozef nam het niet zo nauw met de huwelijkse trouw en tot overmaat van ramp stierf hun oudste dochtertje op tweejarige leeftijd. De ongelukkige Sisi kampte met (postnatale) depressies, anorexia, en op latere leeftijd met reuma en ischiasneuralgie. Haar invloed op de politiek, in de films breed uitgemeten, was minimaal: Frans Jozef luisterde meer naar zijn moeder dan naar haar. Over de strenge militaire opvoeding van met name zoontje Rudolph had ze menigmaal conflicten met haar man en schoonmoeder. Toen Rudolph dertig was, vermoordde hij zijn minnares en pleegde daarna zelfmoord. De depressieve Sisi zocht een uitweg door nog meer dan voorheen te gaan reizen en werd tien jaar na de dood van haar zoon, op zestigjarige leeftijd, in Genève door messteken om het leven gebracht.

Elisabeth Strouven (1600-1661)
Elisabeth Strouven is de oprichtster van het voormalige klooster-gasthuis Calvariënberg in Maastricht en een van de slechts vier Nederlandse vrouwen uit de zeventiende eeuw van wie een autobiografie is bewaard. Ze werd in 1600 in Maastricht geboren als dochter van een schoenmaker. Ze kreeg goed onderwijs, zeker voor die tijd, maar moest al van jongs af aan helpen in de winkel van haar ouders. Rond haar zestiende verliet ze het ouderlijk huis. Ze werkte eerst als dienstmeisje bij een weduwnaar en woonde vervolgens bij een oudere weduwe. Rond haar eenentwintigste ging ze zelfstandig wonen. Al snel nam ze andere vrouwen in huis, onder wie haar zus Maria, en richtte ze een kostschool op. In 1628 ging Strouven, samen met vijf andere ongehuwde vrouwen, wonen in een huis aan de Calvariestraat in Maastricht, dat ze doopte tot gemeenschap Calvariënberg. Daar verpleegde ze zieke vrouwen, pestlijders en zelfs Spaanse krijgsgevangenen. Het geloof was belangrijk voor haar, maar Strouven weigerde zich aan te sluiten bij een bestaande kloosterorde, omdat zij daar niet de ruimte had om aan liefdadigheid te doen. Dat betekende wel dat ze het financieel zwaar had, zeker in de eerste jaren. Strouven deed verwoede pogingen om haar gemeenschap erkend te krijgen door de kerkelijke autoriteiten, maar wel onder voorwaarde dat de zusters liefdadigheidswerk konden verrichten. Dat lukt uiteindelijk: vlak voor haar dood werd Calvariënberg verheven tot kloosterorde met de door haar zo vurig gewenste clausule. Voordat ze zelf de kloostergelofte kon afleggen, overleed ze. Van het klooster Calvariënberg zijn twee vleugels en de kapel bewaard gebleven, die sinds 1966 de status van rijksmonument hebben. In 1963 is het Elisabeth Strouven Fonds opgericht.

Bessie Coleman (1892-1926)
Bessie Coleman was de eerste vrouw van Afro-Amerikaanse en Cherokee afkomst met een vliegbrevet. Coleman, geboren in een familie van deelpachters in Texas, stond al op jonge leeftijd op de katoenvelden en volgde onderwijs op een kleine gesegregeerde school. Als kind wilde ze al leren vliegen, maar destijds werden vrouwen, Afro-Amerikanen en oorspronkelijke bewoners niet toegelaten tot een pilotenopleiding in de VS. Coleman spaarde geld, leerde Frans en vertrok naar Parijs waar ze in 1921 haar vliegbrevet behaalde. Terug in de VS oogstte ze alom bewondering als stuntvlieger tijdens vliegtuigshows. Dat leverde haar de bijnamen ‘Queen Bessie’ en ‘Brave (dappere) Bessie’ op. Om de luchtvaart te promoten en racisme te bestrijden gaf Coleman lezingen door het hele land. Ze weigerde deel te nemen aan luchtvaartevenementen waar de aanwezigheid van Afro-Amerikanen was verboden. Haar droom om een pilotenschool op te richten voor Afro-Amerikaanse piloten heeft ze helaas nooit kunnen waarmaken. Tijdens een testvlucht met een nieuw vliegtuig kwam Coleman in 1926 op 34-jarige leeftijd om het leven.

Cunegonda van Saksen (1740-1826)
In de achttiende eeuw was het Limburgse Thorn een Duitse ministaat, waarin vrouwen de scepter zwaaiden. Een van hen was Cunegonda van Saksen. Toen de plannen om met keizer Jozef II van het Duitse Rijk te trouwen in het water vielen, werd ze benoemd tot vorstin-abdis van Thorn en Essen. Dat was destijds een van de meest prestigieuze posities voor ongetrouwde Europese adellijke vrouwen. Cunegonda was een stiftvrouw. Stiften (of stichten) waren wereldlijke ordes voor hoogadellijke vrouwen. Tegenwoordig worden ze gezien als een soort halve nonnen die hun dagen sleten in kuisheid en gebed, maar niets is minder waar. Stiftvrouwen waren zelfbewuste en autonome vrouwen, die in alle vrijheid deden waar ze zin in hadden. De aversie tegen vrouwen met macht zorgde ervoor dat stiften lange tijd door historici genegeerd zijn. Historicus Joost Welten schreef er in 2019 een boek over: De vergeten prinsessen van Thorn. De gelijknamige tentoonstelling, waarin ook Cunegonda centraal staat, is tot 3 april 2022 te zien in het Limburgs Museum in Venlo. 

Meer vergeten vrouwen leren kennen? Eerder publiceerde LOVER er al twee artikelen over. Klik hier voor het eerste artikel en hier voor het tweede.


Steun LOVER!
LOVER draait uitsluitend op vrijwilligers en donaties. Wil je dat Nederlands oudste feministische tijdschrift blijft bestaan? Help ons door een (eenmalige) donatie. Elke euro is welkom en wordt gewaardeerd. Meer informatie vind je hier.
Meer LOVER? Volg ons op TwitterInstagramLinkedIn en Facebook.