Ziek van het systeem
Mentale gezondheid en kapitalisme

Afgelopen week plaatste @demarkersonline op Instagram dat de mentale volksgezondheid onder druk staat. Werkenden vallen steeds vaker uit met burn-outklachten en bijna de helft van de volwassenen heeft ooit een psychische aandoening gehad. Volgens de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) leven we in een ‘hypernerveuze samenleving’ waarin iedereen verwacht wordt beter en sneller te presteren. Het advies: niet alleen focussen op individuele oplossingen, maar “de samenleving zelf tot rust brengen.”
Maar hoe doe je dat, in een kapitalistische samenleving?
Even later volgde een post van @martin_rosner. Een zogenaamde hot take: dat het meeste mentale gezondheidsadvies, en zelfs therapie, ontworpen is om je zo snel mogelijk weer productief mee te laten draaien in het kapitalistische systeem. In de animatievideo legt die uit dat helen zo wordt ingekaderd als een service aan het kapitalistische systeem, zonder dat het kapitalistische systeem zelf wordt bevraagd. De maker benadrukt dat therapie of medicatie je leven wel kan verbeteren, maar dat de context niet vergeten mag worden: mentale gezondheid wordt in een kapitalistische samenleving altijd teruggeleid naar productiviteit.
Kapitalistisch realisme
De Britse cultuurcriticus Mark Fisher beschreef in Capitalist Realismhoe diep kapitalistische logica in ons denken en voelen is doorgedrongen. We zijn gaan geloven dat er ‘geen alternatief' bestaat: het kapitalisme is niet slechts een economisch systeem: het is het soort samenleving waar we niet meer buiten kunnen denken.
Dit idee is zo sterk dat zelfs de mentale schade die het systeem veroorzaakt zelden aan het systeem zelf wordt toegeschreven. Neem de explosie aan burn-outklachten, depressies en angststoornissen. Fisher betoogt dat dit geen individuele problemen zijn, maar structurele symptomen van een ziekmakende samenleving. Toch wordt de oorzaak zelden gezocht in de sociale en economische structuren die ons uitputten. In plaats daarvan worden klachten gepsychologiseerd: jij bent overspannen, jij moet aan jezelf werken, jij hebt een stoornis.
Dit is precies de kracht van kapitalisme: het kan zich voordoen als neutraal en onvermijdelijk, alsof het geen verantwoordelijkheid draagt. Problemen worden teruggegeven aan het individu.
Presteren als bestaansvoorwaarde
Kapitalisme draait om productiviteit. Je waarde als mens wordt uitgedrukt in wat je kunt bijdragen aan de economie. Wie niet produceert, verliest bestaanszekerheid, status en vaak ook waardigheid.
Hier voegt bell hooks een belangrijke dimensie toe: zij benadrukt dat kapitalisme en patriarchaat samenwerken om mensen te reduceren tot productieve lichamen. Werk, zorg en emotionele arbeid worden geïnstrumentaliseerd, vaak op vrouwen en zorgverleners, die zowel betaalde als onbetaalde arbeid moeten leveren. Het resultaat is dat onze sociale relaties en de mogelijkheid tot echte intimiteit en zorg worden uitgehold, omdat alles wordt gemeten in termen van efficiëntie en nut.
Deze logica dringt door in alle aspecten van ons leven: van werk tot onderwijs, van sociale media tot relaties. “Hoeveel bereik heb je?” “Hoeveel uren maak je?” “Hoe efficiënt ben je?” Zelfs rust krijgt betekenis in termen van herstel om weer harder te werken.
Voor velen betekent dit een voortdurende staat van alertheid: altijd beschikbaar, altijd vergelijkbaar, altijd meetbaar. Het is precies deze permanente spanning die de hypernerveuze samenleving definieert en die ons collectief ziek maakt.
Kapitalisme en mentale gezondheid
Therapie, coaching en medicijnen kunnen steun bieden, maar ze worden ook ingebed in de economische logica. Het doel is zelden dat iemand werkelijk tot rust komt, maar dat iemand snel weer inzetbaar is.
Zoals @martin_rosner scherp stelde: mentale gezondheidszorg is vaak ontworpen om je terug in het systeem van kapitalistische productie te krijgen. Depressie wordt een “probleem” omdat het je arbeidsvermogen ondermijnt. Burn-out wordt een 'diagnose' omdat het je tijdelijk buiten de productielijn zet.
Sara Ahmed zou hieraan toevoegen dat emoties politiek zijn. Schaamte, schuld en angst worden systematisch ingezet om mensen in het systeem te houden. Ze beschrijft hoe geluk en succes vaak worden voorgeschreven als normen: je hoort blij te zijn met je baan, je hoort dankbaar te zijn dat je mag meedoen. Het effect is dat wie ongelukkig of uitgeput is zichzelf als “fout” of ‘’niet goed genoeg’’ ziet, terwijl het systeem juist faalt. Wie een burn-out krijgt, voelt zich vaak schuldig: “Had ik maar sterker moeten zijn.” Wie werkloos is, schaamt zich voor ‘niet nuttig' zijn. Wie psychische klachten heeft, verbergt die uit angst niet meer te voldoen.
Je ziet dit ook terug in zelfhulpboeken en mentale gezondheidscampagnes die draaien om veerkracht. De boodschap: het leven is zwaar, maar je kunt beter leren omgaan met stress. Daarmee wordt de vraag handig omzeild: waarom is ons leven zo ingericht dat het ons ziek maakt?
Het neoliberale ideaal van het autonome, zelfverantwoordelijke individu legt de last bij jou. Als je niet gelukkig bent, dan heb je blijkbaar niet genoeg ‘aan jezelf gewerkt'. Mentale gezondheid wordt een doe-het-zelf-project, geen collectieve verantwoordelijkheid.
Ahmed benadrukt dat deze emotionele mechanismen geen bijwerkingen zijn, maar centraal staan in de macht van het kapitalisme. Ze maken het bijna onmogelijk om het systeem zelf te bevragen, omdat ongelukkig zijn automatisch als individueel falen wordt geïnterpreteerd.
Het gevolg is dat we leren onze klachten te zien als persoonlijke falen, en niet als logische reacties op een ziekmakend systeem.
Ongelijkheid in wie ziek wordt
Hooks zou hieraan toevoegen dat deze schuld- en schaamtepatronen ongelijk verdeeld zijn: vrouwen, mensen van kleur en zorgverleners dragen onevenredig veel last. Het kapitalisme is niet alleen een productiesysteem, maar ook een hiërarchisch systeem dat ongelijkheid reproduceert:
- Vrouwen dragen vaak de dubbele last van betaalde arbeid en onbetaalde zorg
- Queer en trans personen ervaren structurele discriminatie en sociale uitsluiting
- Mensen van kleur en migranten dragen de extra last van racisme, economische marginalisatie en bestaansonzekerheid
- Flexwerkers en jongeren leven in een permanente staat van onzekerheid en marginale arbeid.
Hier wordt duidelijk dat mentale gezondheid niet neutraal is: het systeem produceert selectieve ongelijkheid. Fisher, hooks en Ahmed laten zien dat dit structureel vastzit in onze sociale normen, economische logica en emotionele verwachtingen.
Als meedoen niet kapitalistisch hoeft
Een van de meest hardnekkige aspecten van het kapitalisme is dat we ons bijna niet meer kunnen voorstellen dat meedoen anders kan. Wat betekent het om deel uit te maken van een samenleving als jouw productiviteit geen maatstaf zou zijn?
Het is veelzeggend dat deze vraag absurd klinkt. Kapitalisme heeft ons niet alleen onze tijd en lichamen, maar ook onze verbeeldingskracht afgenomen. Fisher schreef: “Het is makkelijker om je het einde van de wereld voor te stellen dan het einde van het kapitalisme.”
Ahmed benadrukt dat deze beperking ook emotioneel en psychologisch in stand wordt gehouden: je voelt je schuldig of angstig als je je losmaakt van de normen van productiviteit en geluk, waardoor alternatieven moeilijk voorstelbaar zijn.
Maar wat zou er gebeuren als we mensen de mogelijkheid bieden om te leven zonder dat hun waarde afhangt van productiviteit? Stel dat bestaanszekerheid onvoorwaardelijk is. Stel dat zorg en rust niet middelen zijn om je arbeidscapaciteit te herstellen, maar gewoon deel van je bestaan.
Dan zouden burn-outs geen epidemie zijn. Dan zou depressie niet worden gereduceerd tot een kostenpost voor werkgevers en verzekeraars. Dan zouden we mentale gezondheid niet meer beschouwen als het vermogen om te functioneren in een kapitalistisch systeem, maar als een collectieve staat van welzijn.
Hooks en Ahmed laten zien dat echte verandering niet alleen herstructurering van economische structuren vereist, maar ook een herwaardering van zorg, gemeenschap en emotionele eerlijkheid: een samenleving die collectieve verantwoordelijkheid en welzijn boven economische productie stelt.
Onze samenleving kampt niet met een individueel psychisch probleem, maar met een structureel systeemprobleem. De hypernerveuze samenleving is geen toeval, maar een uitkomst van een kapitalistisch systeem dat ons constant harder laat rennen.
Zolang we blijven geloven dat mentale gezondheid gaat om het optimaal functioneren binnen dit systeem, zullen we collectief ziek blijven. Het is niet ons brein dat faalt. Het is het systeem dat ons breekt.
Steun LOVER!
LOVER draait sinds de start in 1974 volledig op vrijwilligers en donaties. Wil je dat een van Nederlands oudste feministische tijdschriften blijft bestaan? Help ons door een (eenmalige) donatie. Elke euro is welkom en wordt gewaardeerd. Meer informatie vind je hier.