Uit de oude doos #4: 1991-1995

50 jaar LOVER

LOVER jaargangen 1991-1995
LOVER jaargangen 1991-1995
Miranda Valkenburg (bestuursvoorzitter)

LOVER bestaat dit jaar 50 jaar. In dit jubileumjaar blikken we elke maand terug op een halve eeuw feministisch gedachtengoed. Deze maand bladeren we door de edities van de jaren 1991 tot en met 1995. Net als in voorgaande jaren voerden recensies en besprekingen van recent gepubliceerde boeken en artikelen de boventoon. Veel thema’s die aan bod kwamen, zijn nog steeds actueel.

Voor je verder leest... Heb je al gedoneerd aan onze crowdfunding? Ter ere van ons 50-jarig jubileum geven we een fysiek tijdschrift uit en daar hebben we jouw hulp bij nodig. De crowdfunding vind je hier.


In de eerste editie van 1991 schreef LOVER een essaywedstrijd uit. Daarin werden lezeressen uitgedaagd om zich te verplaatsen naar het jaar 2023, waarin LOVER haar vijftigjarig bestaan zal vieren. (U leest het goed: destijds gold 2023 als jubileumjaar. Wij van LOVER nu vieren het dit jaar.) In de vierde editie van 1991 werd de winnares bekendgemaakt: Marjolein Bierens schreef het winnende verhaal Venus Incorporated, waarin de initiatiefneemster van het eerste Vrouwengenotsbedrijf terugkijkt op een succesvolle onderneming. (1991/4, p.216-221). Het is grappig om een verhaal te lezen dat zich afspeelt in 2023 zonder dat mobieltjes en sociale media er enige rol in spelen.

Interessanter is het juryrapport (1991/4, p.215), waarin te lezen is dat er in plaats van essays voornamelijk fictieve verhalen zijn ingezonden. De schappelijke jury constateert dat het blijkbaar moeilijk is om een essay te schrijven vanuit een futuristisch standpunt en dat sciencefiction veel meer voor de hand ligt. Opmerkelijk is het aantal inzendingen met een dystopisch toekomstbeeld. Zo schrijft de jury: “[…] verschillende van de sciencefictionverhalen [beschrijven] griezelig perfectionistische, technologische samenlevingen, waarin vrouwen de baas zijn en mannen in de marge leven. Die toekomstvisies zijn, ook al hebben vrouwen er meer in te brengen dan nu, weinig sensueel, harmonisch en aantrekkelijk.”

Internationaal
De rubriek ‘Feministische Tijdschriften Internationaal’ werd eind 1992 omgedoopt in ‘Feministische Media Internationaal’. In elk artikel staat een land centraal. Naast informatie over welke feministische media er bestonden, geven de artikelen ook inzicht in de stand van de vrouwenbeweging aldaar. Zo reizen we in de jaren 1991 tot en met 1995 van de voormalige DDR via China naar Sri Lanka, en doen we onderweg landen aan als Trinidad, Suriname, Zwitserland, Vietnam en Finland.

In de herfsteditie van 1993 staat Palestina centraal. Arabiste Maja van Velden beschrijft hoe de vrouwenbeweging in Palestina in de eerste plaats gericht was op ondersteuning van de nationale bevrijdingsstrijd, en al spoedig daaraan ondergeschikt raakte. Ook beschrijft ze hoe fundamentalistische invloeden het steeds moeilijker maakten voor vrouwen om hun stem te verheffen en hun eigen strijd te voeren. Er bestonden destijds twee vrouwentijdschriften. Het eerste was een halfjaarlijkse, academisch getinte uitgave met een kleine oplage, onder redactie van een groep vrouwelijke academici. Het tweede was een maandblad met artikelen over actuele zaken en een breed scala aan onderwerpen, zoals arbeid, gezondheidszorg, onderwijs en rechtspositie. In verband met censuur door Israëlische autoriteiten verscheen dit tijdschrift elke maand onder een andere naam.

Portretten
In de edities vallen de vele portretten op van bekende en (al dan niet inmiddels) minder bekende vrouwen. Zo portretteert Désirée Schyns de Russische schrijfster Nina Berberova (1901-1993), die decennialang in ballingschap leefde. In 1936 schreef zij een biografie over de componist Tsjaikovski, waarin voor het eerst zijn homoseksualiteit werd benoemd. Het boek werd in de Sovjet-Unie verboden, maar wel in het westen gepubliceerd, waaronder in 1947 in Nederland (1991/1, p.20-25).

Tijdens de opening van het Belle van Zuylen Instituut van de Universiteit van Amsterdam in 1990 gaf Joke Hermsen een lezing over de schrijfster, componiste en gelijkheidsdenkster Belle van Zuylen (1740-1805). Een bewerking van deze lezing is opgenomen als artikel in de tweede editie van LOVER in 1991 (1991/2, p.86-91): In tegenstelling tot veel van haar tijdgenoten nam zij geen genoegen met een beroep op de natuur om de verschillen tussen de seksen te verklaren en te consolideren. Het verschil tussen man en vrouw moet volgens haar […] worden beschouwd […]als een gevolg van maatschappelijke ongelijkheid […]. Volgens Belle van Zuylen bestaan er ‘geen specifieke natuurlijke gaven of tekortkomingen van haar sekse en ‘is er niets in de gesteldheid van man of vrouw, waardoor hun vermogens a priori bepaald worden’ (p.86).

De portretten gaan vaak over schrijfsters, veelal naar aanleiding van recent verschenen werk. Een greep:
- de Afro-Amerikaanse toneelschrijfster en pleitbezorgster van de zwarte vrijheidsstrijd Lorraine Hansberry (1930-1965) in editie 1992/2
- de Ierse schrijfster Elizabeth Bowen (1899-1973) in editie 1992/3
- de Duits-joodse dichteres Gertrud Kolmar (1894-1943) in edities 1993/3
- de Hongaarse schrijfster Margit Kaffka (1880-1918) in editie 1995/2
- de Frans-Antilliaanse schrijfster Simone Schwarz-Bart (1938) in editie 1995/4.

Naast schrijfsters zijn ook andere vrouwelijke professionals geportretteerd. Zeer lezenswaardig en nog steeds actueel is het artikel van Ineke van Wingerden over de Amerikaanse biologe, cultuurcritica en feministische wetenschapsfilosofe Donna Haraway (1944). Haraway pleit onder meer tegen masculinisme in natuurwetenschappelijk onderzoek en voor meer objectiviteit (1991/4, p. 208-215). Interessant zijn ook het artikel over theatermaakster Karina Holla door Karin van Herwijnen (1993/2, p.80-84) en het artikel over schilderes Charlotte Salomon (1917-1943) door Dieneke Grijpma (1995/2, p.4-8).

Vrouwenstudies
De invloed van Vrouwenstudies (tegenwoordig: Genderstudies), die in de laatste decennia van de twintigste eeuw opkwamen, kregen meer en meer ruimte in LOVER. Zo schreven Mary Bloem, Edith Kuiper en Jolande Sap in 1992 een feministische verkenning van de economische wetenschap onder de titel Het einde van de ‘rational economic man’, waarin ze ervoor pleiten om het masculiene karakter van de economische wetenschap te doorbreken (1992/3, p.168-170).

In het artikel Hoe vrouwelijk is de nieuwe wereldorde schreef Anne Sisson Runyan over internationale betrekkingen als mannendomein: “De herdefinitie van de internationale ruimte in de context van de globalisering die na de Koude Oorlog ontstond, is een buitengewoon verraderlijk proces omdat het plaatsvindt onder het mom van ‘vrouwelijke’ waarden zoals onderlinge afhankelijkheid en samenwerking. […] … polarisatie, marginalisatie en uitsluiting die het gevolg zijn van de nieuwe wereldorde laten zich niet wegmoffelen. Het blijft de vraag […] hoe deze ‘nieuwe sekse-orde’ verstoord kan worden teneinde de internationale ruimte te ontmannelijken en/of te feminiseren.” (1995/4, p.62-66).

Over feministische geschiedenis verschenen artikelen als De canonieke macht van vrouwengeschiedenis door Bonnie Smith (1993/2, p.85-89) en Het haperende geheugen van de historica door Maria Grever (1995/4, p.15-21).

Automatisering
De opkomst van automatisering bleef in de jaren negentig de gemoederen bezighouden. Mieke van Tankeren schreef een nogal vernietigende recensie over het tijdschrift Elektra, bedoeld om meisjes enthousiast te maken voor nieuwe technologie. Dit tijdschrift maakt dezelfde fouten als de mislukte campagne ‘Kies exact’: de oorzaak voor ondervertegenwoordiging van vrouwen in techniek/ict wordt bij meisjes gelegd - en de oplossing dus ook. Op geen enkele manier wordt gekeken naar de – al dan niet onbewuste – factoren die vrouwen hiervan weghouden (1994/4, p.47).

Janneke Abbema waarschuwde in 1994 dat computernetwerken een mannenbolwerk dreigen te worden. Om dit te voorkomen roept ze vrouwen op om er actiever aan deel te nemen (1994/2, p.18-21). Inmiddels kennen we het bestaan van algoritmen en zijn we verder dan ooit verwijderd van ‘neutrale’ computernetwerken.

Over de constatering dat weinig vrouwen kiezen voor een technische of informatica-opleiding - en de zorgwekkende gevolgen daarvan – betoogt Ellen van Oost dat er weinig winst te behalen is in werving, zolang het onderwijs niet wordt afgestemd op de beoogde doelgroepen. Anders gezegd: wanneer niemand iets verandert, blijft ict iets voor witte mannen (1995/1 p.47). Aldus 1995.

Schrijnend actueel
Aanleidingen voor artikelen verschillen, maar de thematiek in deze oude edities van LOVER blijven actueel. Begin jaren negentig begon de oorlog in voormalig Joegoslavië. Al snel kwamen er berichten over massale verkrachtingen van vrouwen. In reactie hierop schreef Helga Geyer-Ryan het artikel Alles van waarde is weerloos. De samenzwering tegen het vrouwelijk lichaam beargumenteert. Hierin beschrijft ze dat het vrouwelijk lichaam al vanaf de Trojaanse oorlog als strijdperk fungeert en hoe de wetten van de patriarchale orde met grof geweld in stand worden gehouden, ook in literatuur en film (1994/4, p.11-15).

In Een slimme meid bepaalt haar eigen identiteit bekritiseert Barbara Spoel het overheidsbeleid om meisjes aan te sporen om zich te ontplooien en hun eigen geld te verdienen (1993/4 p. 294-296). Het probleem en de oplossing ervan wordt hiermee wederom uitsluitend bij meisjes en vrouwen gelegd. Vergelijkbare problematiek lezen we in Troebel badwater, een artikel van Joke van der Zwaard over de combinatie van kind en carrière (1995/1, p.16-21).

Vrouwenbesnijdenis is sinds 2010 in Nederland bij wet verboden. Daar ging een lange discussie aan vooraf, waarin in de jaren negentig onder meer werd gepleit om beperkte besnijdenis toe te staan. Jeanine Suurmond beschrijft in haar artikel Het tere punt onder meer hoe eufemistisch de term ‘vrouwenbesnijdenis’ is (want meestal gaat het om baby’s en jonge meisjes) en hoe ingewikkeld ingesleten morele overtuigingen zijn. (1993/3, p.156-161).

Bladerend door deze edities werd ik het meest geraakt door de column van Tara Singh Varma (1948). Geraakt vanwege deze vrouw en vanwege de inhoud van haar column. Singh Varma is een voormaalig politica, geboren in Brits-Guyana, die als eerste allochtone vrouw in de Tweede Kamer kwam. Ze verwierf bekendheid als lid van de parlementaire commissie bij de Bijlmerramp. Na een valse gezondheidsclaim – ze beweerde ten onrechte dat ze ongeneeslijk ziek was – raakte ze in diskrediet. In haar column Twintig miljoen steekt ze een dikke middelvinger op naar het asielbeleid (in 1994!) en pleit ze voor een humaan vluchtelingen- en vreemdelingenbeleid (1994/2, p.22).

Het volgende artikel in de reeks ‘Uit de oude doos’ verschijnt eind mei en gaat over de jaren 1996-2000. Eerder verschenen: #1: de beginjaren van LOVER, #2: 1980-1985 en #3: 1986-1990.

Wil je edities of artikelen lezen? Atria heeft alle jaargangen van LOVER in haar archief.


Help je mee om 50 jaar LOVER te vieren?
Dit jaar bestaat LOVER 50 jaar. Sinds de start in 1974 draait LOVER volledig op vrijwilligers en donaties. Om ons verleden te eren en ons jubileum te vieren maken we een fysieke uitgave. Daarvoor is - naast de tomeloze vrijwillige inzet van schrijvers en beeldmakers - ook geld nodig. Er is €3100 nodig om de productie en verzending van de fysieke uitgave te bekostigen en een evenement hieromheen te verwezenlijken. Wil jij meehelpen? Doneer dan aan onze crowdfunding bij Voordekunst. Vergeet ook zeker niet de tegenprestaties te checken!

Meer LOVER? Volg ons op XInstagramLinkedIn en Facebook.