Gebrek aan erkenning en aanpak wangedrag in de academische wereld

16783329763 bd8703c1e3 k
16783329763 bd8703c1e3 k
redactie • 6 mei 2019

Foto: Jeffrey Zeldman

Als het eerder nog niet duidelijk was is het in ieder geval sinds #MeToo niet meer te ontkennen: de werkomgeving is voor een flink aantal mensen een extreem onveilige omgeving. Ook de academische wereld lijdt aan een gebrek aan erkenning van wangedrag en intimidatie onder collega's. Het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren (LNVH) publiceert op 6 mei een onderzoek naar wangedrag en intimidatie in de wetenschap onder de titel ‘Harassment in Dutch academia. Exploring manifestations, facilitating factors, effects and solutions’.

Dr. Marijke Naezer, prof. dr. Marieke van den Brink en prof. dr. Yvonne Benschop, allen verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen, voerden het onderzoek uit in opdracht van het LNVH. Op basis van 53 cases licht het onderzoek zes verschillende verschijningsvormen van harassment en hun onderliggende patronen uit. De zes verschillende verschijningsvormen zijn: obstructie van de wetenschapspraktijk, seksuele intimidatie, fysieke en verbale bedreiging, belediging, uitsluiting en het problematiseren van speciale behoeften. 

Volgens de onderzoekers zijn er bepaalde mechanismen die het wangedrag bevorderen. De vier faciliterende kenmerken die worden geïdentificeerd zijn "het sterk hiërarchische karakter van de academie, de hoog competitieve en individualistische cultuur, het ontoereikend reageren op gevallen van harassment en het – al dan niet gedwongen – zwijgen van de slachtoffers". Dit wangedrag en intimidatie, benadrukken de onderzoekers, schaden het persoonlijke leven van slachtoffers maar ook de organisatie en wetenschap in het algemeen. 

Aanbevelingen voor mogelijke oplossingen worden ook uitgewerkt in het onderzoek. Zo worden oplossingen op individueel, instellings- en cultureel niveau besproken. Allereerst dient de problematiek bewust erkend te worden. Genereren van kennis over harassment en het aanleren van een kritische houding met betrekking tot het eigen gedrag worden daarnaast cruciaal geacht. Ook het "actief verwerven van competenties om goed te kunnen reageren op wangedrag en intimidatie, als slachtoffer, by-stander of agressor, zijn van belang". En ook is een gedegen systeem van melding, rapportage en aanpak van wangedrag en intimidatie van groot belang. Naezer, Van den Brink en Benschop pleitten daarnaast voor een ‘culture of care’ waarin het team centraal staat en waar diversiteit en inclusie de norm zijn en niet de uitzondering. 

"LNVH spreekt specifiek het leiderschap aan een expliciet zero tolerance beleid te voeren op het gebied van harassment en procedures rondom het aankaarten van harassment laagdrempelig, transparant en effectief te maken. Maatregelen die gezamenlijk moeten leiden tot een cultuurverandering binnen de wetenschap."

Lees hier het persbericht, en hier het rapport.